In naam van Emilie Claeys. Waarom de strijd voor gelijkheid brandend actueel is
Vrouwen als Emilie Claeys verzetten bakens en zijn een bron van inspiratie voor feministes vandaag. Er is sinds de negentiende eeuw veel veranderd. Toch is de ongelijkheid tussen vrouw en man nog diep verankerd in onze samenleving. Een sterke feministische beweging blijft noodzakelijk. Op 8 maart, de Internationale dag voor de Rechten van de vrouw, neem ik daarom samen met Marianne deel aan de vrouwenstaking.
Emilie Claeys was tot voor kort voor velen een nobele onbekende. Daar bracht haar passage in de serie ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ verandering in. We kregen een portret te zien van een negentiende-eeuwse Gentse textielarbeidster, feministe en socialiste. Iemand die in een wereld waar vrouwen geen plaats hadden, haar plek zonder pardon opeiste.
Als textielarbeidster én alleenstaande moeder kende Emilie de situatie van de werkende vrouwen uit de eerste hand. In de fabriek deed ze, net als vele duizenden vrouwen, dezelfde job als mannen, maar ze werd er een pak minder voor betaald. “Niet omdat we minder hard werken of minder goed werk leveren, maar omdat we vrouwen zijn”, zei ze daar zelf over (citaat website Rosa vzw, n.v.d.r.). Thuisgekomen ging voor de arbeidsters de werkdag gewoon door: eten maken, de kinderen verzorgen…
Bovendien waren vrouwen juridisch ondergeschikt aan mannen. Emilie Claeys verzette zich daar fel tegen. Ze ging samen met vrouwen de strijd aan voor stemrecht, gelijk loon, geboortebeperking, enz. Thema’s die ze ook op tafel legde binnen haar partij, de Belgische Werkliedenpartij (BWP). Als ongehuwde moeder van twee kinderen en na een vermeende buitenechtelijke relatie werd ze het mikpunt van een gemene lastercampagne door haar tegenstanders. Uiteindelijk verdween ze uit het publieke leven, maar niet zonder haar stempel gedrukt te hebben. Binnenkort zal een straat in Gent haar naam dragen. Een verdiend eerbetoon dat er komt na acties van het Collecti.e.f 8 Maars in Gent.
Tachtig jaar na de dood van Emilie Claeys is er veel veranderd dankzij de feministische beweging. Maar ondanks de verbeteringen blijven de discriminatie en de ongelijkheid groot. Neem de kinderopvang, een sector in een diepe crisis. Al maanden voeren ouders en kinderbegeleiders actie voor een Marshallplan: meer investeringen, meer handen én een veel lagere kindnorm. Negen kinderen per begeleider, de norm in Vlaanderen, is bij de hoogste van heel Europa. De werkdruk is onhoudbaar, het personeel valt uit en crèches gaan kopje onder. De Vlaamse regering speelt struisvogel ook al gaan overal de alarmbellen af. Niet alleen in Vlaanderen, ook in Brussel en Wallonië zijn er pijnlijke tekorten.
Wat heeft dit nu te maken met 8 maart en vrouwenrechten? Simpel, de overgrote meerderheid van werknemers in deze sector zijn vrouwen. Als de sector kraakt, treft dat duizenden werkneemsters. Bovendien zijn het vooral moeders en grootmoeders die het gat dichtrijden. Parlementsvoorzitster Liesbeth Homans (N-VA) mag het dan wel weglachen in het Vlaams parlement, maar het leeuwendeel van de zorgtaken en de huishoudelijke taken komt nog steeds bij vrouwen terecht wegens hardnekkige rollenpatronen en lage lonen van vrouwen. Als crèches sluiten, als er plaatsen te kort zijn of ze zijn te duur, dan zijn het vooral moeders en grootmoeders die hun betaalde arbeid afbouwen. Met alle gevolgen van dien voor hun inkomen en loopbaan. Sterke publieke diensten zijn onontbeerlijk om de combinatie tussen gezin en betaald werk mogelijk te maken.
Net zoals Emilie Claeys vechten we nog steeds tegen een loonkloof. Vandaag bedraagt die 21,6%. In veel ‘typisch vrouwelijke sectoren’ zijn de lonen erg laag en de contracten onzeker. Denk maar aan de schoonmaak, de verkoop, de zorg... Tel daarbij het vele deeltijds werk, want deze sectoren geven vaak geen voltijdse contracten. Dat zet de financiële onafhankelijkheid van vrouwen onder druk. De huidige koopkrachtcrisis hakt er bij iedereen in, maar vrouwen voelen die bijzonder hard. Een drastische verhoging van het minimumloon is noodzakelijk zodat de mensen met de laagste lonen het hoofd boven water kunnen houden.
Als we spreken over de problemen waar vrouwen vandaag mee geconfronteerd worden, moeten we het ook hebben over seksisme en geweld, een plaag die in onze samenleving welig tiert. Het afgelopen jaar werden minstens 24 vrouwen slachtoffer van femicide. Naar schatting is er in een op de vijf gezinnen sprake van intrafamiliaal geweld. Ook op straat, in het uitgaansleven, op de werkvloer krijgen vrouwen te maken met seksisme, seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Om dat geweld aan te pakken is er een echte ambitieuze aanpak nodig mét voldoende budget. Tot op heden is het onduidelijk hoeveel de Vivaldi-regering veil heeft voor de strijd tegen gendergerelateerd geweld. Nochtans is een ambitieus budget nodig om te investeren in preventie, opleiding van politie en justitie, dadertherapie, risicoanalyses, opvang van slachtoffers… Noem maar op.
Nee, we leven niet meer in de negentiende eeuw, en maar goed ook. Toch blijft een sterke feministische beweging, die net zoals Emilie Claeys opkomt tegen ongelijkheid, broodnodig. Een sterke beweging van onderuit kan de emancipatie van vrouwen vooruit stuwen. Kijk maar naar Spanje, waar een sterke vrouwenbeweging in combinatie met een progressief beleid zorgt voor een uitgebreide wetgeving rond seksueel geweld (de zogenaamde ‘Solo-si-es-si-wet’), voor menstruatieverlof, voor een uitbreiding van het recht op abortus. Daarom neem ik op 8 maart, samen met Marianne, de vrouwenbeweging van de PVDA, deel aan de vrouwenstaking. Dat doen we voor sterke publieke diensten, tegen geweld tegen vrouwen en voor een drastische verhoging van het minimumloon.
*Maartje De Vries, voorzitster van Marianne, vrouwenbeweging van PVDA