'Minister die zelf opstapt en toch 94.000 euro opstrijkt? Groter kan de kloof met de burger niet worden'
'Het valt niet uit te leggen dat een toppoliticus die 10.000 euro per maand verdient de stekker uit de regering trekt en vrolijk fluitend naar huis trekt met een gouden parachute van 94.000 euro', schrijft Tom De Meester van PVDA in een opiniestuk gepubliceerd op knack.be.
Zélf opstappen en toch 94.000 euro cashen: met Johan Van Overtveldt (N-VA) is de politieke graaicultuur terug van nooit weggeweest. 'Ik heb recht op die vergoeding', verklaarde Van Overtveldt in De Ochtend. 'Ik heb vier hard gewerkt, en dat is een eufemisme.' Dat zal best. Maar tienduizend-euro-politici als Van Overtveldt durven al eens vergeten dat er buiten de ivoren toren van de Wetstraat ook keihard gewerkt worden, voor een loon dat pakken lager ligt. Beseft Van Overtveldt dat huisvuilophalers dagelijks 10 ton huisvuil in hun camion laden, in weer en wind? Waarom verdienen zij geen gouden handdruk?
Mijn Inbox loopt deze dagen over van verontwaardiging. Ahmed: 'Ik heb 28 jaar nachtarbeid gedaan. Toen ik 60 was kreeg ik een handicap aan mijn linkerhand. Toch gaven ze me steeds zwaarder werk om me buiten te duwen. Ze hebben me ontslagen. Ik kreeg 12.000 euro, maar moest daar belastingen op betalen en zelf mijn outplacement betalen. Voor 28 jaar nachtwerk kreeg ik welgeteld 7.800 euro.'
'Ik heb onlangs mijn ontslag gekregen om medische redenen', vertelt Melissa. '23 jaar anciënniteit, maar ik krijg nauwelijks 22 dagen ontslagvergoeding uitbetaald aan 176 euro bruto. En dan lees ik dat een minister vrijwillig ontslag neemt en 94.000 euro vangt. Hoeveel zal hij daarvan aan de belastingen moeten geven? Ik moet alvast méér dan de helft weer afgeven. Klopt dit nog?'
Neen, dat klopt niet! Het valt gewoon niet uit te leggen dat een toppoliticus die 10.000 euro per maand verdient de stekker uit de regering trekt en vrolijk fluitend naar huis trekt met een gouden parachute van 94.000 euro. Plus twee voltijdse medewerkers. Geen idee waarvoor Van Overtveldt die nodig heeft. Om sollicitatiebrieven te schrijven?
Voormalig defensie-minister Sander Loones (N-VA) noemt de gouden parachute van Van Overtveldt 'een correcte werkloosheidsuitkering (sic!) voor mensen die jarenlang keihard gewerkt hebben.'
Veel cynischer moet het niet worden. Was het niet de N-VA die deze week nog eiste dat Michel II, in ruil voor steun aan de begroting, de werkloosheidsuitkeringen versneld zou afbouwen? De geplande degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen is een operatie verpaupering. De regering duwt mensen onder de armoedegrens, met forfaitaire uitkeringen van 1.052 euro voor een alleenstaande en 550 euro voor wie samenwoont. Maar voor de politieke elite mag het duidelijk iets meer zijn: 94.000 euro om precies te zijn.
Het is tenenkrullend hoe topministers zich in de meest onmogelijke bochten wringen om recht te praten wat krom is. De afscheidsvergoeding van 391.000 euro die Vlaams Welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V) onlangs incasseerde, moest dienen 'om de stap naar een nieuwe professionele loopbaan op een fatsoenlijke manier te organiseren.' Hoe verzint hij het. Vertel dat de tienduizenden ouderen werklozen of langdurig zieken die door het activeringsbeleid van de regering opgejaagd en op droog zaad gezet worden. Hebben zij geen recht op een fatsoenlijke organisatie van hun loopbaan?
Terwijl gele hesjes hand in hand met vakbondsmilitanten op straat komen voor meer koopkracht, omdat zelfs tweeverdieners op het einde van hun loon nog een stuk maand over hebben, blijven politici ongestoord in de vetpotten graaien. Pure politieke zelfbediening, en alle grote partijen doen eraan mee. Na de provincieraadsverkiezingen in oktober zwaaien tientallen gedeputeerden af. Van Groen tot Open VLD: allemaal strijken ze vertrekpremies tussen 53.000 en 365.000 euro op. Ook Vlaams Belang is al lang tot een klassieke partij verveld. In 2014 vertrokken parlementaire veteranen als Alexandra Colen en Pieter Huybrechts het halfrond, met stille trom, maar wel met 342.000 euro op zak.
De maat is vol. We hebben de duurste energieprijzen van Europa, de kinderarmoede ligt hoger dan in de buurlanden, en qua klimaatbeleid bengelen we helemaal onderaan het Europese peloton. Maar één gouden medaille halen we met gemak: het wereldkampioenschap graaien.
Terwijl vorig jaar 157.000 mensen in ons land bij hulporganisaties aanklopten voor een gratis voedselpakket, verdient een parlementslid 7.000 euro bruto per maand, plus een (onbelastbare) onkostenvergoeding van 2.000 euro. En dan die exuberante pensioenregeling. Terwijl wij tot 67 jaar moeten werken, kunnen de politici die dat beslisten doodleuk op 55 jaar volwaardig op pensioen. Groter kan de kloof met de burger niet worden.
Het is hoog tijd voor radicale verandering. Mensen willen eerlijke politici die aan hun kant staan en weten wat het leven kost. We moeten de sociale prioriteiten resoluut in het brandpunt van het politieke debat zetten. Rechtvaardige lonen. Eerlijke belastingen. Volwaardige jobs. Werkbaar werk. De strijd tegen luchtvervuiling en CO2-uitstoot. Betaalbare huisvesting, energie en water. Koopkracht en klimaat, als we daar nu eens een prioriteit van zouden maken.