Minimumloon 14 euro per uur: PVDA dient het VBO van antwoord
“Met ons voorstel willen we verandering brengen in het feit dat vandaag in ons land 250.000 mensen werken en tóch in armoede leven. Het is dan ook bijzonder cynisch dat de werkgeversorganisaties het voorstel onmiddellijk afdoen als georganiseerde werkloosheid”, schrijven PVDA-volksvertegenwoordigers Steven De Vuyst en Nadia Moscufo. Zij klasseren de reactie van het VBO in de categorie van ‘patronale angstzaaierij’, en weerleggen de aangehaalde argumenten.
Heel veel mensen hebben een hoge werkdruk en een armetierig loon. Denk maar aan de huishoudhulpen die donderdag nog massaal actievoerden in Brussel. Zij werken bijzonder hard, voor een minimumloontje van 11,5 euro per uur. Jammer genoeg is dit een realiteit voor veel te veel werknemers. Het wettelijk minimumloon in ons land bedraagt vandaag €9,84 bruto per uur. Voor een alleenstaande die voltijds werkt komt dit neer op zo’n €1.366 netto per maand. Amper voldoende om te voorzien in je levensonderhoud. De cijfers liegen er niet om: maar liefst één Belg op vijf heeft vandaag moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
Met ons wetsvoorstel willen we het minimumloon verhogen tot 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand. Hiermee willen we een volwaardig loon garanderen voor iedereen. Bovendien worden werknemers die vaak noodgedwongen deeltijds werken, in overgrote mate vrouwen, hierdoor beter beschermd tegen armoede.
De reactie van werkgeversorganisatie VBO liet niet lang op zich wachten. Ze schuwden hierbij de grote woorden niet. ‘Onaanvaardbaar’, ‘economisch destructief’, ‘een aanslag op de sociale zekerheid’, ‘georganiseerde werkloosheid’ klonk het.
Het voorstel zou economisch destructief zijn. Het VBO haalt studies aan die zouden aantonen dat een verhoging van het minimumloon een negatief effect zou hebben op de werkgelegenheid. Ze hadden ook de aandacht kunnen vestigen op een studie van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven van 2016, die besluit dat door “de hoeveelheid aan studies en de grote verscheidenheid aan gebruikte methodes maken dat er in de wetenschappelijke literatuur geen consensus bestaat over de effecten op de tewerkstelling die het minimumloon, of een verhoging van het minimumloon, teweegbrengt.”
Ook over de loonhandicap met onze buurlanden moet het VBO het volledige plaatje durven schetsen. Sinds 2009 wordt er een beleid van loonmatiging gevoerd. In een periode van amper 4 jaar is het aandeel van de lonen in het BBP met 2,06 % gedaald. Een gevolg van de indexsprong, jarenlange loonmatiging, onzekere banen en de aanscherping van de loonnormwet.
En de taxshift? Samen met andere werkgeversbijdrageverminderingen was dit vooral een gigantisch cadeau aan de werkgevers. Volgens econoom Gert Peersman zorgde de loonkostenverlaging niet voor extra jobs, wel voor een verhoging van de winstmarges van de bedrijven. Een kans om de werkloosheid te doen dalen die werkgevers lieten liggen.
Het is dan ook bijzonder cynisch als het VBO aangeven dat er niet veel marge zou zijn om loonsverhogingen toe te kennen. Eerder dit jaar berekende de PVDA-studiedienst hoe het aandeel van de winsten in het bbp nog nooit eerder zo hoog was. Op vier jaar tijd (tussen 2014 en 2018) verloren wij meer dan 9 miljard euro aan loon. Geld dat rechtstreeks naar de bedrijfswinsten ging, die absolute recordniveaus bereiken.
Het minimumloon is in de laatste 20 jaar met amper 3,5% gestegen. In de pers, hekelt het VBO nu de “spectaculaire verhoging” van het minimumloon. Dat is niet juist. Het gaat over een noodzakelijk inhaalbeweging.
De verhoging van het minimumloon is een rechtvaardige eis om er voor te zorgen dat wie werkt in België zich gegarandeerd ziet van een goed loon. Het minimumloon optrekken helpt om de loonkloof te dichten en de koopkracht te verhogen, wat dan weer de binnenlandse vraag stimuleert. Een publicatie van de Foundation for European Progressive Studies (FEPS) bevestigt dit en besluit dat de versterking van het loonaandeel in het bbp de manier is voor Europa om weer aan te knopen met duurzame groei. Werknemerslonen zijn dé motor van de binnenlandse vraag naar goederen en diensten. Elke euro die de laagste lonen meer verdienen komt weer terecht in de economie. Deze werknemers vluchten niet met hun loon naar belastingparadijzen.
In de reactie van de werkgeversorganisaties klinkt dan ook vooral een echo van lang vervlogen tijden door. Dat zij nu dreigen met massale werkloosheid omdat er een voorstel neergelegd is om de laagste lonen op te trekken zet hen in het rijtje doemprofeten die hetzelfde scenario voorzagen toen de 5-dagenweek, de betaalde vakantie, de pensioenen en de sociale zekerheid werd ingevoerd. Het resultaat was telkens weer meer welvaart en een eerlijkere verdeling van de rijkdom.
Tot slot willen we er nog op wijzen dat niks onmogelijk is. Over de hele wereld horen we dezelfde verzuchting voor een minimumloon dat een menswaardig bestaan garandeert. En overal ter wereld mobiliseren werknemers zich. Kijk maar naar de Amerikaanse beweging in de fastfoodsector. Adriana Alvarez is een jonge moeder van 27. Ze werkt bij McDonald’s. In 5 jaar tijd is haar uurloon gestegen van 7,25 naar 13,75 dollar. Onder druk van de strijdbeweging “Fight for 15 dollar” hebben zeven Amerikaanse staten zich ertoe verbonden het minimum uurloon te verdubbelen naar 15 dollar. Onder druk wordt alles vloeibaar.