Midterm-verkiezingen VS: Biden heeft beloftes niet waargemaakt
In de Verenigde Staten vinden dinsdag parlementsverkiezingen plaats. Mogelijk krijgt de Democratische Partij van president Joe Biden klappen. Als president heeft Biden dan ook weinig van zijn progressieve verkiezingsbeloftes waargemaakt. Hij zou vrede nastreven en het klimaat redden, maar hij investeert 20 keer meer in oorlog dan in het klimaat. Zijn regering schiet ook tekort om de opkomende vakbondsbeweging te ondersteunen. Zo duwt Biden zijn kiezers weg en riskeert hij de positie van zijn extreem neoliberale en autoritaire rivaal Donald Trump te versterken.
Trump liet de werkende klasse als een blok vallen
Het presidentschap van miljardair Trump was een ramp voor de werkende klasse. Hoewel sommige van zijn verkiezingsbeloften nog inspeelden op de bezorgdheden van gewone Amerikanen, maakte hij die als president nooit waar. Investeren in broodnodige openbare werken deed hij niet. Banen in Amerika houden, zoals hij beloofde, gebeurde evenmin. Integendeel, hij maakte het aantrekkelijker voor de bedrijven om jobs uit te besteden aan onderaannemingen in het buitenland (offshoring). Zijn strenge migratiebeleid zorgde ervoor dat kinderen van hun ouders werden gescheiden en in kampen werden opgesloten, terwijl hij bedrijven die migranten in dienst namen aan lage lonen, juist beloonde.
Trump voerde de neoliberale agenda van de grote bedrijven enthousiast uit. Hij gaf de rijkste 1% een fikse belastingvermindering en haalde daarvoor geld weg bij de sociale zekerheid. De beschermingen van arbeiders tegen onveilige en ongezonde situaties werden afgebouwd. Om ervoor te zorgen dat werknemers zich koest houden, perkte Trump de interpretatie van wettelijk beschermde syndicale acties in tot het minimum.
Vooral tijdens de coronapandemie blunderde Trump. Door zijn besparingen waren de ziekenhuizen slecht voorbereid. Bescherming van werknemers kwam er niet of te laat. En de regering-Trump beperkte het betaald verlof en de werkloosheidsuitkeringen op een moment dat er ongezien veel Amerikanen werden ontslagen. Tijdens Trumps laatste jaar als president eiste corona dan ook meer dan 450.000 levens. Vooral laagbetaalde arbeiders, die vaker zwart of latino zijn, werden het slachtoffer.
Daarnaast blies Trump het klimaatakkoord van Parijs op en startte hij een nieuwe koude oorlog met China. Hij wakkerde de racistische haat en geweld aan, met meer haatmisdrijven tot gevolg. Toen de Amerikanen in opstand kwamen tegen racistisch politiegeweld na de moord op George Floyd, beval hij de gouverneurs om de protesten gewelddadig neer te slaan. Naast het recht op protest viel Trump nog andere democratische rechten aan, zoals het stemrecht, en hij stouwde het Hooggerechtshof vol met oerconservatieve rechters die het recht op een legale en veilige abortus hebben teruggeschroefd.
Tegen Trump zijn is niet genoeg
Trump had veel aanhangers, maar nog meer tegenstanders. De Democraat Joe Biden won van Trump in 2020 dankzij een brede coalitie van mensen die tegen Trump waren. Het enthousiasme voor Biden was nooit erg groot. Voor veel kiezers was een stem voor Biden in de eerste plaats een stem tegen Trump.
Voor de Democraten is dit een beproefde techniek. Ze trekken naar de verkiezingen zonder een wervend programma, zonder ambitieus plan, maar vooral om de tegenstander van de macht te houden: ‘zonder ons zal het erger zijn’. In 2020 werkte het, onder andere omdat Trump veel aanhang was verloren door zijn falende coronabeleid. Maar het zal niet blijven werken. De verkiezing van Trump in 2016, tegen Hillary Clinton, bewijst dat deze strategie riskant is.
In 2024 maken de kiezers de rekening van 4 jaar president Biden. In de tussentijd, volgende week dus, zijn er parlementsverkiezingen. Zo’n ‘mid-term election’ is vaak de eerste keer dat kiezers afrekenen met hun president en diens beloften.
Twintig keer meer geld voor oorlog dan voor klimaat
Biden beloofde een progressieve president te worden. Hij wilde breken met Trump én een toegift doen aan de vele linkse kiezers en vakbondsleden waar zijn partij op rekent. Maar komen woorden en daden overeen?
Biden zwoer om de president te zijn die het klimaat zal redden. Hij trad inderdaad opnieuw toe tot het akkoord van Parijs. Maar in plaats van het beloofde moratorium op fracking, een uiterst vervuilende manier om aardgas te ontginnen, gaf Biden toestemming voor nieuwe schaliegasboringen. Het klopt dat Biden met geld over de brug kwam voor investeringen in hernieuwbare energie, 44,9 miljard dollar om precies te zijn. Maar voor een groot land als de VS, de grootste economie ter wereld, is dat onvoldoende. China investeerde bijvoorbeeld in 2019 al dubbel zoveel in hernieuwbare energie.
Afgaande op zijn begroting, is de topprioriteit van Biden niet het klimaat maar wel … oorlog. Nog nooit gaf een president zoveel geld uit aan het leger: meer dan 800 miljard dollar. Biden investeert dus ongeveer twintig keer meer in oorlog dan in het klimaat. Dat het militaire budget zou verhogen, lag trouwens al vast vóór de oorlog in Oekraïne. Die oorlog was voor Biden wel een gelegenheid om naar Europa te reizen om een historische gasdeal te sluiten met de Europese Commissie. In plaats van Russisch aardgas zal Europa in de toekomst afhankelijk zijn van Amerikaans schaliegas, dat veel duurder is én veel slechter voor het klimaat.
Biden was altijd al een oorlogshavik. Zo stond hij in 2003 mee aan de wieg van de oorlog in Irak. Op vlak van buitenlands beleid is er eigenlijk weinig verschil tussen Biden en Trump. Het grootste verschil is dat Biden veel effectiever optreedt naar de Europese bondgenoten van de VS. De verhoging van de militaire uitgaven van de Europese Navo-landen naar 2% van het bbp die Trump tevergeefs eiste, kreeg Biden er wél door. Biden zet ook de bombardementen op Jemen en Somalië voort. Wat China betreft, drijft Biden de handelsoorlog verder op met nieuwe tarieven en embargo’s voor microchips. Daarnaast stuurde hij parlementsvoorzitter Nancy Pelosi met veel tromgeroffel naar Taiwan, iets wat Peking als een provocatie ervaart. Net zoals Trump wil Biden het conflict met China niet bijleggen maar net op de spits drijven.
Pittig detail: voor de verkiezingen beloofde Biden om het arsenaal kernwapens af te bouwen. Bidens plannen voor non-proliferatie waren de reden dat de ngo Council for a Livable World – voor het eerst ooit – steun uitsprak voor een presidentskandidaat. Bidens beloften waren immers goed nieuws voor de vrede. Maar wat doet Biden in het Witte Huis? Hij moderniseert het kernwapenarsenaal, en plaatst ook nieuwe kernwapens in ons land. En voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog laat de nieuwe nucleaire doctrine van de VS ‘first use’ toe. Tot nu was het beleid om kernwapens nooit als eerste in te zetten, enkel als afschrikmiddel en in het slechtste geval als reactie op een nucleaire aanval. Dat is dus nu niet langer het geval. Een grote stap achteruit voor de wereldwijde veiligheid.
Geen vooruitgang voor de werkende klasse
Tijdens de verkiezingen kreeg Biden steun van de vakbonden, in ruil voor de belofte dat hij voor betere syndicale bescherming zou zorgen en voor een verhoging van het minimumloon. Sinds 2015 strijden namelijk miljoenen vooral jonge Amerikanen voor een verhoging van het federale minimumloon van 7,25 dollar naar 15 dollar. De campagne ‘Fight For 15’ kon al twee derde van de Amerikanen overtuigen vóór zo’n verhoging. Toch beweegt er weinig op dit vlak. Biden verhoogde enkel de laagste loonschalen van de federale ambtenaren, maar liet het wettelijke minimumloon ongewijzigd. Terwijl jonge werknemers bij bedrijven als Starbucks en Amazon vechten voor het recht op een vakbond, en er voor het eerst in lange tijd opnieuw meer vakbondsactiviteit is in de Verenigde Staten, doet de regering-Biden ook weinig om de rechten van werknemers te versterken.
Een andere belofte was om een ambitieus economisch relancebeleid uit te stippelen. “We gaan economische steun geven aan werkende gezinnen en scholen en ondernemingen, dat beloof ik”, zei Biden. Een belangrijke belofte in een land waar een groot deel van de werkende klasse in armoede leeft. Dat beseft ook Bernie Sanders. Hij waarschuwde de Democraten dat het mogelijk hun laatste kans is om de opkomst van extreemrechts onder de werkende klasse tegen te houden. Zonder verregaande economische herverdeling verdwijnt een hele generatie kiezers in het extreemrechts kamp van Trump, waarschuwde Sanders.
Een plan om 3,5 biljoen dollar te investeren in sociale voorzieningen zag er veelbelovend, maar werd tegengehouden door twee dissidente Democraten. Uiteindelijk werd het plan uitgekleed en opgeknipt. Er komt een minimumbelasting van 15% op grote bedrijven, er wordt geïnvesteerd in klimaat en energie en Obamacare wordt verlengd, maar populaire voorstellen voor kinderopvang, betaald ouderschapsverlof, een rijkentaks … werden geschrapt. Van de ambitieuze belofte om studieschuld – een groot probleem voor jonge werkers in de VS – kwijt te schelden, blijft een schim over. Studieschuld tot 10.000 euro zou enkel kwijtgescholden worden voor wie weinig verdient en aan een openbare universiteit studeerde.
Na Trump beloofde Biden ook om corona voorgoed onder controle te krijgen. In een recent interview verklaarde hij dat hij daarin was geslaagd. Het virus is niet weg, maar het zou beheersbaar zijn. Toch zijn er dagelijks nog 30.000 hospitalisaties en 400 doden door covid en lijden veel mensen aan de gevolgen van long covid. Na nog drie grote golven, stierven er intussen meer dan 1 miljoen Amerikanen. Er is ook nog steeds niet genoeg ziekenhuispersoneel, waardoor verplegers nog altijd verdrinken in het werk. Uit onvrede over de werkdruk en het personeelstekort legden in september van dit jaar 15.000 verplegers drie dagen lang het werk neer in de staat Minnesota, één van de grootste stakingen in de geschiedenis van de VS.
Tot slot: eerder dit jaar sprak het Hooggerechtshof zich uit over het recht op abortus. Sinds de zaak Roe v. Wade in de jaren ‘70 werd abortus beschouwd als een recht dat de staten niet mochten inperken. In 2022 kwam het Hooggerechtshof hier op terug. Onmiddellijk schreven Republikeinse wetgevers in tientallen staten wetgeving die abortus er illegaal maakt. Een rampzalige ontwikkeling voor vrouwenrechten en tegen de wil van 65% van de Amerikanen, die vinden dat Roe v. Wade had moeten standhouden. De Democraten verdedigen in woorden het abortusrecht, maar treuzelen om het recht op abortus wettelijk te verankeren. Zo chanteren ze hun kiezers om eerst voor hen te stemmen in deze midterm verkiezingen en dan pas het recht op abortus in een federale wet te gieten.
Werkende klasse geklemd in tweepartijstelsel
De peilingen geven de Republikeinse Partij van Trump nu een lichte voorsprong. De kans is groot dat zij de meerderheid heroveren in het Huis van Afgevaardigden tijdens deze mid-terms. In de Senaat zouden de Democraten, die er met één zetel de meerderheid uitmaken, hun voordeel ook kunnen verliezen. Mogelijk moet Biden vanaf dan regeren met een Republikeins parlement.
Sinds Trumps nederlaag in 2020 is de beweging rond hem geradicaliseerd. Zelf beweert hij dat de verkiezing hem ontstolen is, wat zijn aanhangers inspireerde tot de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Terwijl complottheorieën de ronde doen bij een deel van zijn aanhang, hebben Republikeinse verkozenen zich ook opnieuw rond Trump verenigd. Wat hen bindt, is dat ze vraagtekens plaatsen bij de democratische verkiezingen en Trump als sterke leider willen zien ongeacht hoe het volk stemt. Republikeinen die de Grote Leugen over Trumps nederlaag niet aanhangen, worden onder druk gezet en soms zelfs uit de partij geduwd. Zowat alle Republikeinse kandidaten in deze tussentijdse verkiezing volgen Trumps retoriek woord voor woord.
Een groeiend deel van de Amerikaanse miljardairsklasse wil de democratische republiek inruilen voor een meer autoritair systeem, waarbij de werkende klasse nog minder inspraak en nog minder ruimte krijgt om te protesteren dan nu al het geval is. Als hun voorman Donald Trump opnieuw president wordt, is de kans reëel dat hij de macht geen tweede keer uit handen zal geven. Dat is waar Sanders voor waarschuwt: als de Democraten hun beloftes aan de werkende klasse weer niet waarmaken, dan duwen ze een deel van hun kiezers in het kamp van de Republikeinse Partij die steeds meer gedomineerd wordt door extreemrechts. Niet alleen is het dan over en uit voor de Democraten, het zou bovenal een catastrofe zijn voor de sociale en democratische rechten van de gewone bevolking. Maar voorlopig doen ook de Democraten veel te weinig om die rechten te waarborgen, laat staan uit te breiden ...
Het wordt steeds duidelijker dat de werkende klasse weinig te winnen heeft bij het tweepartijstelsel, waarin beide partijen dezelfde belangen dienen, slechts op een andere manier. Julius Nyerere, de eerste president van Tanzania, grapte ooit: “De Verenigde Staten is een éénpartijstaat, maar met typische Amerikaanse extravaganza hebben ze er twee.” De Amerikaanse schrijver Gore Vidal verwoordde het nog scherper: “Er is slechts één partij in de VS, de Eigendom Partij … en die heeft twee rechtervleugels: Democraten en Republikeinen.” Het grootkapitaal betaalt inderdaad de kiescampagnes van zowel de Republikeinen als de Democraten. Te linkse voorstellen worden onmiddellijk afgestraft door Wall Street of door het politieke establishment zelf. Zoals een motie van 30 progressieve parlementsleden voor een meer vreedzame aanpak van de oorlog in Oekraïne; die werd binnen de 24 uur teruggetrokken onder druk van het militaire establishment. In deze context krijgt progressief beleid in belang van de werkende klasse, het milieu en de vrede natuurlijk geen kans.
Gelukkig beweegt er van onderuit wel veel. Bij jonge mensen groeit het klassenbewustzijn en de steun voor vakbonden. In het meest kapitalistische land ter wereld geeft een meerderheid van de jongeren aan dat ze liever in een socialistisch systeem zouden leven. De campagnes van Bernie Sanders hebben aangetoond dat er animo is voor een authentiek links beleid, dat zelfs Republikeinse kiezers kan overtuigen. De boodschap van Sanders wordt echter binnen de Democratische Partij verdrongen door de liberale en rechtse krachten die er van oudsher het sterkst zijn. De grote doorbraken van de linkerzijde de afgelopen jaren bevinden zich dan ook buiten de politiek: de vakbondsstrijd, de successen bij Amazon en Starbucks, maar ook het antiracisme van Black Lives Matter. Het is in deze jonge generatie van activisten en syndicalisten dat de hoop groeit voor echte politieke verandering.