Lula, een strijdvaardige arbeider die president van Brazilië werd
Op 1 januari 2023 legde de president Lula de eed af. Wij blikken terug op het atypische parcours van de ex-syndicalist die de extreem-rechtse kandidaat en uittredend president Jair Bolsonaro versloeg, en zo herverkozen werd.
Lula, die alvorens president te worden arbeider en syndicaal leider was, spreekt stakende arbeiders toe in 1979.
(Foto Wikimedia Commons)
Artikel geschreven door Livia Lumia en gepubliceerd in het magazine Solidair.
Luiz Inacio da Silva wordt op 6 oktober 1945 geboren in Caetés, een klein dorp in het noordoosten van Brazilië. Er heerst een dor klimaat en de armoede is er schrijnend. Hij krijgt de bijnaam "Lula" (inktvis in het Portugees) en is het op één na laatste kind van het gezin. Zijn vader, Aristides, werkt als dokwerker in de haven van Santos (in het centrum van het land), meer dan 2.500 km van huis. Zijn moeder, Euridice, voedt haar acht kinderen alleen op. In zijn toespraken zal Lula zijn ongeletterde moeder met grote trots vermelden. "Het enige wat een mens niet kan verliezen, is het recht om met opgeheven hoofd te lopen," zei ze.
Op zijn tiende verlaat Lula de school, om bij te dragen aan het schamele inkomen van de familie door in de haven van Santos schoenen te poetsen of sinaasappels en tapioca te verkopen. In 1956 verhuist de familie naar de achterkamer van een bar in São Paulo, de hoofdstad van Brazilië. Op zijn twaalfde heeft Lula zijn eerste betaalde baan in een verffabriek. Twee jaar later wordt hij draaier in een autofabriek in São Bernardo do Campo, daarna metaalbewerker.
Inzet voor de vakbond en grote stakingen
In de jaren zestig beleeft de economie euforische tijden. De snelle modernisering heeft veel banen geschapen, vooral in de metaalindustrie. Maar de toestand van de arbeidersklasse is er niet op verbeterd. De arbeiders organiseren zich. In de metaalsector stijgt het aantal vakbondsleden tussen 1950 en 1960 met 170%.
Op 31 maart 1964 breekt een staatsgreep uit, aangestuurd door de Verenigde Staten. Het leger wendt voor dat het moet opkomen voor de democratie en tegen de "communistische dreiging". Het is het begin van de militaire dictatuur. Stakingen worden verboden, vakbonden worden onderdrukt, de lonen dalen sterk. In die context wordt Lula op zijn eenentwintigste lid van de Metaalvakbond. Enkele jaren later wordt hij voorzitter.
Op 12 mei 1978, om 7 uur 's morgens, komen de arbeiders aan bij de poorten van de autofabriek Scania in São Bernardo. Niet om te werken, nee, vandaag kruisen ze de armen. Hun eis is duidelijk: "20% verhoging, onmiddellijk!" Het nieuws van de staking verspreidt zich over de industriële buitenwijken van São Paulo. Lula gaat de straat op en bezoekt de bijeenkomsten. Op het einde van het conflict krijgen de arbeiders 11% opslag. "Ik had geen enkele ervaring," zal Lula zeggen. “Ik was nog nooit in staking geweest, maar ik realiseerde me al snel dat het makkelijker is om te onderhandelen als de machines stilliggen."
73% loonsverhoging
De vakbondsman doet het opnieuw in maart 1979. In een gespannen sociaal klimaat weigeren de bazen van Chrysler, Ford en Volkswagen met de staalarbeiders te onderhandelen. De hele industriële rand van São Paulo is in staking. De arbeiders, die het werk al 10 dagen hebben neergelegd, zijn zo talrijk (tussen 60.000 en 90.000) dat ze een voetbalstadion nodig hebben om hun vergadering te houden. "Er is werk aan de winkel, in de wijken, aan de bushaltes. En, nog belangrijker, niemand gaat de fabriek binnen!", roept Lula tot de menigte, die hem met een daverend applaus beloont. De staking wordt illegaal verklaard, politie en militairen rukken aan om de beweging te onderdrukken. De regering laat haar ware gezicht zien, dat van beschermer van de belangen van de multinationals.
Maar de strijd loont. In mei verkrijgen de metaalarbeiders een loonsverhoging van 73%. Lula's populariteit onder de arbeidersklasse stijgt enorm.
In 1980 leidt hij een nieuwe historische staking van 41 dagen. 140.000 staalarbeiders leggen het werk neer. Ze eisen een arbeidsduurverkorting en meer vakbondsvrijheid. De beweging wordt gewelddadig onderdrukt, maar Lula en de arbeiders houden stand. Op 19 april, om 6 uur 's morgens, wordt Lula gearresteerd en naar het DOPS (Departement van Openbare en Sociale Orde) gebracht, waar honderden mensen worden gemarteld. Buiten de gevangenismuren gaat de beweging onverminderd voort. Om druk uit te oefenen, beginnen Lula en zijn medegevangenen een hongerstaking die zes dagen zal duren. De staking eindigt met succes. Na 31 dagen gevangenschap wordt hij vrijgelaten.
Van de gevangenis naar het presidentschap
In de maanden na zijn vrijlating gaat Lula de politiek in. Hij is een van de oprichters van de Partido dos Trabalhadores (PT, Arbeiderspartij). Hij verdedigt het idee dat wetten die opgesteld werden door een van de bevolking afgesneden heersende klasse en door de bazen niet in het belang van de arbeiders kunnen zijn. In 1983 richt hij de Central Única dos Trabalhadores (CUT, Eenheidscentrale van de Arbeiders) op, nog altijd de grootste vakbond in Brazilië.
In 1986, een jaar na het einde van de militaire dictatuur, wordt Lula in de Nationale Vergadering verkozen. Hij pleit voor de erkenning van het stakingsrecht, 120 dagen zwangerschapsverlof en de verkorting van de werkweek van 48 tot 44 uur. In 1989 komt hij voor het eerst op als presidentskandidaat. Hij haalt het net niet. In 1994 en in 1998 stelt hij zich weer kandidaat. Hij wordt uiteindelijk verkozen op 27 oktober 2002 en zal twee opeenvolgende termijnen doen.
Onder Lula worden elk jaar meer dan 1 miljoen banen gecreëerd. Het minimumloon stijgt aanzienlijk. Volgens de Wereldvoedselorganisatie (FAO) is de ondervoeding in Brazilië in de laatste zes jaar onder Lula met 73% gedaald, dankzij de subsidies aan 12 miljoen arme gezinnen.
Het fenomeen Lula
Als voormalig metaalarbeider en vakbondsleider stoot Lula door tot het presidentschap. Na acht jaar aan de macht te zijn geweest, gaat hij in 2010 op pensioen. Met een populariteitscijfer van meer dan 80%.
In 2018 wordt hij veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf in het corruptieschandaal rond het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobas. Met het oog op de presidentsverkiezingen wordt hij onverkiesbaar verklaard. De extreemrechtse en ultraconservatieve kandidaat Jair Bolsonaro sleept de overwinning in de wacht. De onderzoekskrant The Intercept bevestigt in juni 2019 dat rechter Sérgio Moro, die door Jair Bolsonaro wordt "beloond" met een functie als minister van Justitie, en de met de zaak belaste speurders een complot hebben gesmeed om te voorkomen dat Lula zich kandidaat zou stellen. Zijn proces wordt heropend.
In maart 2021 vernietigt het Hooggerechtshof alle veroordelingen van Lula. Zijn politieke rechten worden hersteld en hij kan meedoen aan de verkiezingen van 2022. Het echte Brazilië, het Brazilië van de werkende bevolking, het Brazilië van het noordoosten en het centrum, is nog altijd het land van Lula, de voormalige vakbondsleider, wiens hart bij de werkende mensen ligt. Vandaag zegt een op de twee Brazilianen dat hij of zij opnieuw op Lula zal stemmen.