Lufthansa en Brussels Airlines: Overheidsgeld moet dienen om te investeren in de toekomst, niet om de aandeelhouders te redden.
Lufthansa zal meer dan 10 miljard euro aan overheidsgeld krijgen. Een aantal Duitse en Belgische volksvertegenwoordigers, waaronder Marc Botenga en Maria Vindevoghel van de PVDA, dringen aan om de logica te veranderen. In plaats van dat er overheidsgeld naar privébedrijven gaat, moet de staat de luchtvaartsector opnieuw in eigen handen nemen.
De beslissing is gevallen. De Europese Commissie besliste dat Lufthansa in totaal ongeveer 11 miljard euro aan staatssteun zal ontvangen van verschillende Europese landen. Het gaat onder andere over 9 miljard euro uit Duitsland, 1,2 miljard uit Zwitserland, 767 miljoen uit Oostenrijk en 400 miljoen uit België.
Ondanks deze massale steun kondigde Lufthansa zojuist aan dat 22.000 banen zijn bedreigd in Duitsland en België, bij Brussels Airlines en rond de luchthaven van Zaventem. Volgens de plannen die op tafel liggen, zullen de resterende werknemers zware offers moeten brengen op het vlak van de werkomstandigheden. Deze overeenkomst redt dus noch de werknemers van Lufthansa, noch die van Brussels Airlines, maar dient uitsluitend de belangen van de aandeelhouders. De koers van het aandeel steeg direct na de overeenkomst met de Duitse staat en nog meer na de overeenkomst met de Commissie. Deze crisis zal ongetwijfeld ook leiden tot meer banenverlies bij de bagageafhandelaars en het personeel van het onderhoud, de beveiliging, de schoonmaak en van de luchtverkeersleiding. De grondafhandelaar Swissport Belgium bijvoorbeeld vroeg het faillissement aan en ontsloeg 1.500 werknemers.
Laten we niet vergeten dat er het afgelopen jaar, dankzij het zware werk van de luchthavengemeenschappen, veel rijkdom werd geproduceerd. De Belgische nationale luchthaven (Brussels Airport Company - BAC) maakte in vijf jaar tijd een nettowinst van 392 miljoen euro. De Lufthansa Groep, waarvan Brussels Airlines deel uitmaakt, heeft de afgelopen vijf jaar 9 miljard euro winst geboekt. De werkers van vliegtuig- en luchthavenmaatschappijen zijn niet zomaar een post in de boekhouding. Ze verdienen respect. Het is niet aan hen om op te draaien voor de crisis in de sector.
In ruil voor royale overheidssteun, zal de Duitse staat 20% van de aandelen krijgen, maar tegelijkertijd ziet de regering af van elke reële invloed op het beheer van de onderneming. Zonder enige garantie voor werkgelegenheid noch ecologische randvoorwaarden. Er kwam ook geen verzoek om volledige fiscale transparantie na de onthullingen over de activiteiten van Lufthansa in belastingparadijzen. De enige garantie waar de Europese Commissie om vroeg, betrof een ruimere toegang voor andere particuliere ondernemingen, zoals Ryanair tot de luchthavens van München en Frankfurt. Ons belastinggeld mag niet worden aangewend voor afvloeiingsplannen of om een "ryanairisering" van de sector door te voeren. Bovendien kondigen de traditionele partijen nu al de terugtrekking van de staat aan wanneer alles beter gaat. Met andere woorden, zodra Lufthansa betere tijden kent, zal de overheid haar aandelen weer verkopen. De staat is er als het fout gaat, maar zodra het goed gaat, moet de staat ophoepelen, zodat de miljardair-aandeelhouders hun zakken kunnen vullen.
We hebben een volstrekt andere logica nodig. Wanneer de staat bedrijven met belastinggeld steunt, moet de staat ook optreden als vertegenwoordiger van de belangen van het volk en niet als stille partner in de bedrijfslobby. We hebben een duurzame toekomst nodig voor de luchtvaartsector in Europa, een luchtvaartsector in dienst van de bevolking en de economie, met respect voor de werknemers en het milieu. Elf miljard staatssteun zullen gaan naar een bedrijf als Lufthansa, waarvan de beurswaarde ongeveer 4 miljard bedraagt. In België bereidt de staat zich voor om honderden miljoenen euro's uit te geven voor een bedrijf dat het zelf voor 67 miljoen heeft verkocht. Met dit overheidsgeld dat in de verschillende luchtvaartmaatschappijen wordt geïnvesteerd, zouden we nochtans een echt toekomstproject kunnen ontwikkelen door luchtvaartmaatschappijen en luchthavens te nationaliseren. Door de arbeidstijd tijdens de crisis te verkorten, zou er ook toekomst voor de werkgelegenheid zijn. De inkomsten van het personeel zouden kunnen worden veiliggesteld. Men zou de financiële stromen naar belastingparadijzen kunnen blokkeren. Men zou een milieuvriendelijk model in goede synergie met de trein kunnen ontwikkelen. Een drastische vermindering van de CO2-voetafdruk zou kunnen worden gegarandeerd door een beperkter aanbod van korte afstandsvluchten.
Een industrie die dramatische gevolgen kan hebben voor de werkgelegenheid en het klimaat mag niet ongereguleerd blijven. Ons belastinggeld moet dienen om banen te beschermen en te investeren in de toekomst. Dit vereist een democratische overname van onze luchthavens en van de grote luchtvaartmaatschappijen. Het is duidelijk dat we deze sector niet langer in handen kunnen laten van de particuliere sector, die niet zonder de hulp van de overheid kan functioneren. De markt blijkt niet in staat om de crisis aan te pakken. Laten we de toekomst van onze luchtvaart weer in eigen handen nemen.
Maria Vindevoghel, lid van het Belgische parlement, PVDA
Susanne Ferschl, lid van de Duitse Bondsdag, DIE LINKE
Marc Botenga, lid van het Europees Parlement, PVDA
Özlem Alev Demirel, lid van het Europees Parlement, DIE LINKE