Lonen geblokkeerd, dure taksen: hoe stemden de partijen?
Gele, groene en rode hesjes tonen al maanden hoe kwaad ze zijn om hun dalende koopkracht. Ze doen dat op straat, waar alle grote sociale overwinningen behaald zijn. Maar van welke partijen krijgen ze steun? En welke partijen stemmen tégen de belangen van de werkende bevolking?
Bedrijven maken megawinsten, CEO’s geven zichzelf fors opslag, maar degenen die écht de rijkdom produceren, de werkmensen die elke dag het beste van zichzelf geven, krijgen een steeds kleiner stuk van de koek. Die onrechtvaardigheid klagen ze terecht aan. Welke partijen steunen hen?
Lonen blokkeren, met de hulp van N-VA, Vlaams Belang, sp.a, CD&V en Open Vld
De wet die loonmatiging invoerde – tot en met volledige loonblokkering – dateert oorspronkelijk uit 1996. Ze werd voorgesteld en goedgekeurd door sp.a en CD&V. De loononderhandelingen werden zo gewoon op z’n kop gezet: de wet doorkruist de traditionele krachtsverhouding tussen vakbonden en werkgevers. De loonnorm ging nu ineens afhangen van de lonen in onze buurlanden, waardoor de Belgische werknemers in directe loonconcurrentie werden gedwongen met hun Duitse, Franse en Nederlandse collega’s.
De wet legt een loonnorm op: werknemers mogen hun rechtvaardige deel van de koek niet meer opeisen. Vakbonden mogen nog wel met de werkgevers rond de tafel zitten, maar de definitieve beslissing over een “loonnorm” ligt bij de regering.
Dit mechanisme plaatst de werkgevers in een zetel, want in naam van de heilige competitiviteit koos de regering steevast de kant van de werkgevers. Zo besliste de regering-Di Rupo om voor de periode 2013-2014 de loonstijging volledig te blokkeren. Nul komma nul loonstijging dus. De sp.a-CD&V-wet van 1996 hangt al jaren een molensteen rond de nek van de werkende klasse.
Alsof dat nog niet erg genoeg is, besliste de regering-Michel-De Wever met steun van Vlaams Belang in 2017 om de loonwet nog te verstrengen. Ze voerden een nieuwe berekening in. Door die hocus pocus zijn de werkgevers verzekerd van nog vele jaren loonmatiging.
Dure taksen op energie, met de hulp van N-VA, Groen, CD&V en Open Vld
In 2013 wist de PVDA te bekomen dat het btw-tarief werd teruggebracht tot 6%. Dat lukte dankzij een petitiecampagne waarvoor de partij 225.000 handtekeningen ophaalde.
De huidige regering trok het tarief echter meteen opnieuw op naar 21%, het btw-tarief voor luxegoederen. De regering durft dat een maatregel “voor het milieu” te noemen. Dat is te gek voor woorden ...
... als je weet hoeveel de regering bespaart op openbaar vervoer. De NMBS krijgt drie miljard euro minder en ook bij De Lijn moet bezuinigd worden.
... als je weet dat de regering flexi-jobs algemeen invoerde, waarbij je op elk uur van de dag en nacht aan het werk moet kunnen gaan (ook wanneer er geen alternatieven voor de auto zijn).
... als je weet dat het regeringsbeleid juist grote olie- en energiereuzen als Engie en Total uit de wind zet en hen ongestoord laat doorgaan met geld verdienen op onze rug en op die van onze planeet.
We hebben een plan nodig om de klimaatopwarming te bestrijden, een plan dat de grote vervuilende multinationals laat betalen, dat in groene energie investeert en in openbaar vervoer, zodat dat een echt sociaal en ecologisch alternatief voor de auto wordt.
Dat is de manier om een echt ecologisch beleid te voeren, en niet door keer op keer in de zakken van de werknemers te graaien.
Op 16 juni 2016 vond hierover een debat plaats in de Kamer. Na afloop van dat debat stemden de partijen over het opnieuw verlagen van de btw op elektriciteit van 21% naar 6%. De regeringspartijen stemden tégen. Groen onthield zich.
Bij de stemming lichtte PVDA-volksvertegenwoordiger Marco Van Hees toe waarom de PVDA absoluut de btw op energie naar 21% wil: “Voor elektriciteit en luxegoederen als kaviaar betalen de burgers hetzelfde btw-tarief. De maatregel geldt voor iedereen. Net zo goed voor miljonairs als Albert Frère die een luxejacht hebben, als voor de 750.000 Belgische gezinnen die elke maand moeite hebben om hun energiefactuur te betalen. Bovendien is energie in ons land sowieso al 23% duurder dan in onze buurlanden. De logica van deze regering is altijd dezelfde: enerzijds verhoogt ze de belastingen op de consumptie, waarmee ze de hele bevolking treft, anderzijds vermindert ze met de taxshift de progressiviteit van de belastingen die de rijksten onder ons moeten betalen.”
De PVDA vindt dat energiereuzen zoals Engie Electrabel de btw verlaging moeten betalen. Engie Electrabel keerde eind 2017 een dividend van 1,6 miljard euro uit aan haar aandeelhouder. Dan is er geld genoeg om een belastingverlaging te betalen.