Kim De Witte: "Excellent onderwijs voor iedereen"
Het onderwijs in Limburg is verder achteruit gegaan. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de provincie. In Genk is het aantal vroegtijdige schoolverlaters bijna verdubbeld in vergelijking met 2014. Bijna één op vier jongeren verlaat de schoolbanken zonder diploma. Gelijkaardige cijfers zien we in de andere ex-mijngemeenten. Kim De Witte, Vlaams parlementslid voor PVDA, reageert.
Ik groeide op in Kolderbos, een arme wijk met veel kansarme kinderen. Ik ging naar school in het Atheneum in Genk, schuin tegenover het Sint-Jan Bergmanscollege, waar onze minister-president Jan Jambon (N-VA) op school zat.
Op mijn school was er een grote mix: kinderen van mijnwerkers, Ford-arbeiders, mensen met en zonder migratieachtergrond. Als ik daar één ding geleerd heb, dan is het wel dat arme kinderen NIET dommer zijn dan rijke kinderen.
Maar toen ik verder ging studeren waren er maar vijf leerlingen van het laatste jaar die naar de universiteit gingen. In de wijk waar ik ben opgegroeid ging niemand naar het hoger onderwijs.
Ons onderwijs laat veel talenten liggen. Dat blijkt uit het onderzoek van de provincie Limburg vijf jaar geleden. En de situatie is niet verbeterd vandaag. Luc De Schepper, rector van de UHasselt, trok al aan de alarmbel: “Eind jaren 1990 kwam bijna één op drie van de afgestudeerden uit een gezin met laaggeschoolde ouders, vandaag is dat gedaald tot één op vijf". De democratisering van het hoger onderwijs is mislukt. De achteruitgang heeft te maken met de werking van ons middelbaar en lager onderwijs. Dat reproduceert ongelijkheid: 1 op 2 van de armste kinderen zit in het beroepsonderwijs (BSO) versus 1 op 30 van de rijkste kinderen. Een kind uit een arm gezin heeft 7 keer (!) méér kans om een C-attest te krijgen dan een kind uit een rijk gezin.
En dat heeft niets – NIETS – te maken met intelligentie. Arme kinderen zijn NIET dommer dan rijke kinderen. Dat heeft wél te maken met het feit dat ons onderwijs niet de sociale lift is die het zou moeten zijn. Vlaanderen is top of the world in segregatie: 44 procent van onze leerlingen zit in concentratiescholen. De nieuwe Vlaamse regering gaat dat niet veranderen, integendeel. De N-VA gaat voor méér eliteonderwijs, met behoud van de veel te vroege studiekeuze, afschaffing van de maatregelen voor een betere sociale mix, nieuwe besparingen op leerkrachten en werkingsmiddelen.
Volgens minister Ben Weyts (N-VA) kan je onderwijs vergelijken met een kapitalistische onderneming. Kinderen zijn vermogensbestanddelen, leerkrachten vermogensbeheerders. En die moeten renderen. Dat is een ultraliberale visie. Mijn visie is breed. Onderwijs heeft niet alleen een economische maar ook een pedagogische functie: zorgen dat kinderen opgroeien tot sterke personen. Een democratische functie: kritische burgers opleiden die zelfstandig kunnen denken. En een sociale functie: leren functioneren in onze diverse en snel veranderende samenleving.
Het zwarte goud in Limburg is verdwenen. Maar we hebben heel veel jonge mensen. Die moeten we opleiden. Niet in elitescholen en concentratiescholen. Wél in gemengde scholen, waar kinderen leren omgaan met elkaar, leren samenwerken. Want dat is de belangrijkste vaardigheid die je een kind kan meegeven: leren samen werken. De super-samen-werker, hét geheim achter alle vooruitgang van de mensheid. En waar we nog veel nood aan zullen hebben, als we een duurzame toekomst willen uitbouwen.