Kan de nieuwe regering het coronatij keren?
Ons land heeft een nieuwe regering, met nieuwe ministers en een nieuwe communicatiestijl. Na maanden van chaos en regeringen die steeds maar achter de feiten aan liepen, waren de verwachtingen van de Belgen hooggespannen. Het Vivaldi-akkoord trekt de krijtlijnen van de beleidsaanpak voor de komende maanden. Biedt de wissel van de macht ook perspectief op een echte uitweg uit de sanitaire crisis? Houdt de stijlbreuk ook een echte trendbreuk in?
In de zorg snakt iedereen naar zuurstof
De helden van de zorg zitten op hun tandvlees. Luister maar eens naar de huisartsen, de thuisverpleegkundigen, het personeel van de rusthuizen en de ziekenhuizen. Om zoveel mogelijk levens te redden, was niets teveel gevraagd. Bergen werden verzet. Maandenlang draaide het personeel van onze ziekenhuizen dubbele shifts, gingen ze naar het front zonder voldoende beschermingsmateriaal, zonder duidelijke richtlijnen. Nu de adrenaline van de eerste golf wegvalt, kan men de schade opmeten. Een op de vijf zorgverleners denkt aan stoppen. Nog meer onder hen staan op de rand van een burn-out. De emotionele tol weegt zwaar door. De psychosociale begeleiding die aangekondigd wordt in het regeerakkoord is dan ook een goede zaak. Een eerste belangrijke stap.
Maar deze psychosociale ondersteuning zal niet volstaan. De coronapandemie legt op pijnlijke wijze het structureel tekort aan personeel en middelen in alle gelederen van onze zorg bloot. In de eerste lijn verdrinken de huisartsen in de telefoontjes van bezorgde patiënten en worden ze bedolven onder het papierwerk. Verpleegkundigen en zorgkundigen in de rusthuizen en ziekenhuizen kijken met een bang hart naar de stijgende cijfers.
Het Vivaldi-regeerakkoord bevestigt de beslissing om extra middelen vrij te maken voor de zorg. Die middelen zaten al langer in de pijplijn. Naast de 402 miljoen euro voor het noodfonds voor de zorg dat vorig jaar op initiatief van de PVDA opgericht werd, is er de 600 miljoen euro uit het akkoord voor de federale zorgsector van afgelopen zomer. Samen werd er dus 1 miljard euro afgedwongen door de witte woede. Over wanneer het personeel dit geld effectief zal zien blijft men wel erg vaag. Het is nochtans vijf na 12. De bijkomende aanwervingen en de loonsverhogingen zijn vandaag nodig, niet binnen enkele maanden.
Men moet vandaag al maatregelen nemen om aan de acute noden tegemoet te komen. Dat kan door studenten en stagiairs in te schakelen. Door een medische en verpleegkundige reserve aan te leggen, in samenspraak met het personeel. Door ondersteunend personeel in te zetten om logistieke en administratieve taken uit de handen van het zorgpersoneel te nemen.
"Ook voor de huisartsen zijn dringende maatregelen nodig. Als we het regeerakkoord hierop nalezen, lijkt het alsof de sense of urgency de onderhandelaars ontgaan is. De eerste lijn is een regionale bevoegdheid. Er werd een federale corona-commissaris aangeduid om de aanpak van de epidemie centraal in goede banen te leiden. De vraag is of Pedro Facon, die werd aangesteld, die mogelijkheid zal krijgen of het enkel zal blijven bij "de afstemming van het beleid van de deelstaten", zoals in het regeerakkoord staat.
We moeten weten waar het virus zit
Alleen door te testen kunnen we weten waar het virus zit en gerichte maatregelen nemen. Zeven maanden na het uitbreken van de coronapandemie, staat de testing-strategie nog altijd niet op punt. Dat is een gevolg van jarenlange verwaarlozing van preventie en basisgezondheidszorg in ons land. Ook na de eerste golf kwam er geen kentering in het beleid. De gevolgen zijn gekend. Mensen moeten urenlang aanschuiven in testcentra en daarna verschillende dagen wachten op hun testresultaten. Patiënten blijven veel te lang in het ongewisse over hun gezondheidssituatie, met de nodige stress van dien.
Het regeerakkoord erkent voor het eerst dat er weldegelijk een probleem is met deze lange wachttijden voor de testresultaten. Men belooft afspraken te maken om het mogelijk te maken “om op termijn binnen de 24u te reageren en een eventuele uitbraak snel onder controle te krijgen.” Is het de onderhandelaars ontgaan dat we vandaag middenin een nieuwe uitbraak zitten? Al sinds maart stelt de Wereldgezondheidsorganisatie dat die 24 uur een cruciale voorwaarde is voor een doeltreffende aanpak.
Het ontbreekt in het regeerakkoord aan concrete oplossingen. Wat we nodig hebben, is een fijnmazig netwerk van grootschalige testdorpen, lokale testcentra en mobiele testteams. Die structuur staat nog altijd niet op punt. Om de wachttijden voor de testresultaten terug te dringen, moet er dringend extra labopersoneel aangeworven worden en moeten hun arbeidsvoorwaarden verbeterd worden.
De regering vaart nog altijd grotendeels blind. Men neemt direct ingrijpende beslissingen die een grote impact hebben op het sociale leven van de hele bevolking, zonder precies te weten waar mensen het virus precies oplopen. In onze buurlanden slaagt men er wél in om deze cijfers over de plaatsen van besmetting te verzamelen. Enkel zo kan men gericht optreden. Zo weet men in Frankrijk dat één kluster van besmettingen op vijf op de werkvloer plaatsvindt. Het is niet normaal dat deze cijfers in ons land nog altijd niet beschikbaar zijn. Misschien dat het sommige personen zou storen als we met deze cijfers het idee kunnen doorprikken dat mensen niet hoofdzakelijk in de privésfeer besmet geraken?
Zorgen voor elkaar is wat telt
De eerste beslissing van de Vivaldi-regering, was er een om onze sociale contacten sterk te beperken. We mogen nog maximum drie mensen vastpakken, maximum vier personen thuis ontvangen. In Brussel gaan de cafés toe en extra maatregelen zijn niet uitgesloten. Het smaakt erg bitter dat de verantwoordelijkheid opnieuw eenzijdig op individueel niveau gelegd wordt. Men vraagt de burgers om hun gedrag te veranderen maar doet niets aan de omstandigheden die maken dat mensen het vaak moeilijk hebben om besmetting te voorkomen. Denk maar aan de bomvolle trams en bussen in de grootsteden. Denk maar aan Westvlees, AB InBev en andere grote bedrijven waar de veiligheidsregels nog niet gerespecteerd worden. Daar moeten werknemers staken opdat de juiste maatregelen genomen worden. Denk ook maar aan die duizenden grote gezinnen, die in kleine appartementen leven en die geen enkele vorm van ondersteuning krijgen wanneer iemand in quarantaine moet.
Waarom komt er niet meer controle op het naleven van veiligheidsregels op de werkvloer? Waarom kan men er niet voor zorgen dat mensen hun inkomen behouden als ze in quarantaine moeten? Het kan toch niet dat patiënten die hun verantwoordelijkheid opnemen en thuis blijven daar financieel voor gestraft worden? Waarom wordt er geen werk gemaakt van bijkomende capaciteit in het openbaar vervoer waar nodig? Waarom spreekt niemand over een herziening van het contactonderzoek? In de plaats van commerciële callcenters die ons opbellen om contacten te achterhalen, moeten we preventiewerkers inzetten, die mensen helpen wanneer ze in quarantaine moeten.
In plaats van dringend werk te maken van de broodnodige ondersteuning van de bevolking, is er meer en meer sprake van ‘handhaving’. Mensen die de quarantainemaatregelen niet correct kunnen volgen, mogen zich verwachten aan controles en sancties. Tegelijkertijd vangen onze huisartsen van Geneeskunde voor het Volk nog altijd bot wanneer zij nog maar iets simpels als hulp bij boodschappen aanvragen voor een patiënt in quarantaine die het moeilijk heeft. Het zijn een voor een structurele problemen die we al maanden aankaarten maar waarop geen antwoord komt in de eerste verklaringen van onze nieuwe ministers De Croo en Vandenbroucke. Een linkse oppositie zal nodig zijn om de regering van koers te doen veranderen.
Voorstellen van de PVDA:
- Mensen moeten veilig aan de slag kunnen. Bedrijven moeten verplicht worden om de nodige maatregelen te nemen om de gezondheid van de werknemers te beschermen.
- We moeten weten waar het virus zit. Wat in onze buurlanden mogelijk is, moet ook in België kunnen: de regering moet dringend werk maken van cijfers over de plaats van besmetting.
- Meer handen in de zorg, nu. Extra personeel en extra loon zijn nu nodig. Niet volgend jaar. De werkdruk moet nu naar beneden om te vermijden dat de sector leegloopt en om goede zorg voor elke patiënt te garanderen.
- We moeten een fijnmazig netwerk van grootschalige testdorpen, lokale testcentra en mobiele testteams op poten zetten. Labo’s moeten extra personeel aanwerven zodat de testresultaten binnen de 24 uur beschikbaar zijn en de overheid moet een nationaal opleidingsplan opzetten.
- We moeten mensen ondersteunen, niet sanctioneren. Mensen die in quarantaine gaan, moeten hun inkomen behouden. We moeten preventiewerkers inzetten in de wijken. Met een eenzijdige focus op individuele verantwoordelijkheid gaan we er niet geraken: we hebben in de eerste plaats nood aan collectieve steunmaatregelen.