Jambon blijft 50% besparen op projectsubsidies
Volgens de linkse oppositiepartij PVDA bewijst het extra budget voor projectsubsidies dat het cultuurprotest weldegelijk druk zet op de Vlaamse regering. De PVDA stelt echter ook dat het budget voor projectsubsidies totaal onvoldoende blijft: “Vier miljoen in plaats van drie miljoen euro is een peulschil, om alle positieve dossiers te financieren is er nu al acht miljoen euro nodig en er is nog nul budget voor de tweede subsidieronde”, zegt Tom De Meester, Vlaams parlementslid voor PVDA. “De naakte waarheid blijft dat Jan Jambon 50% bespaart op de projectsubsidies en het erfgoed van morgen op droog zaad zet.
De extra middelen voor projectsubsidies zouden er volgens de PVDA niet gekomen zijn zonder het breed gedragen cultuurprotest. “Jan Jambon kan niet anders dan extra middelen voorzien voor projectsubsidies. Van de culturele centra tot de opera: overal kwamen mensen in opstand tegen de kaalslag op cultuur”, zegt De Meester. “Het blijft echter ruim onvoldoende”, gaat De Meester verder, “de middelen worden binnen cultuur gezocht en er is nog geen budget voor de tweede subsidieronde”. “Wie de cijfers analyseert, ziet meteen dat de zogenaamde extra middelen druppels op een hete plaat zijn”, aldus De Meester. “Er wordt nog steeds 50% bespaart op de projectsubsidies, een onaanvaardbare kaalslag op jonge, innovatieve kunstenaars”.
De PVDA hekelt ook dat de Vlaamse regering niet op de eigen werking en lonen bespaart. “Wij stelden heel concreet voor om de projectsubsidies te financieren door 60% de besparen op de partijdotaties in het Vlaams Parlement”, legt De Meester uit, “maar deze regering spekt liever de eigen goed gevulde partijkas dan te investeren in cultuur”. “De Vlaamse partijen worden al voor tientallen miljoenen euro gesubsidieerd in het federaal parlement en passeren nog een tweede keer langs start in het Vlaams Parlement”, aldus De Meester. “Het lijkt ons maar logisch dat we daar de middelen zoeken om de toekomst van jonge kunstenaars te verzekeren. Het gaat hier over het erfgoed van morgen”, besluit De Meester.