Huts en Hof versus de havenarbeiders: wordt de wet-Major een lege doos?
Als het van het voorbereidend advies van het Europees Hof van Justitie afhangt, komt er binnenkort een zeer liberaal arrest tegen het statuut van de Belgische havenarbeiders. De Wet Major moet een lege doos worden, men wil minder vakbond en meer interimkantoren. Een dergelijke liberalisering van havenarbeid zet de deuren open voor sociale dumping. Deze zaak belangt niet alleen de (Europese) havenarbeiders aan, maar alle werknemers die meer sociale bescherming willen, vakbonden die impact willen hebben en iedereen die opkomt voor een socialer Europa.
Onder leiding van de familie Huts en haar bedrijf Katoennatie, voeren een aantal havenbedrijven al jarenlang oorlog tegen de wet-Major, het statuut van onze havenarbeiders. Een CEO van een havenbedrijf verklaart hun drijfveer: “Zonder die wet-Major zouden onze kosten in de Antwerpse haven een paar miljoen euro lager liggen.” En de royale winsten ongetwijfeld een paar miljoen euro hoger! Huts en co probeerden allerlei tactieken: het constant omzeilen van de regels, een klachtenprocedure via de Europese Commissie, lobbying via de bevriende partijen Open Vld en N-VA, en het bewandelen van de juridische weg. De strijdbare havenarbeiders konden tot nu toe elke aanval afslaan.
De strijdbare havenarbeiders konden tot nu toe elke aanval afslaan
Afgelopen week ging de strijd een nieuwe fase in. Tussen 2014 en 2016 houden de havenarbeiders een klachtenprocedure van de Europese Commissie af door een bescheiden hervorming van het havenstatuut te aanvaarden. Huts en co waren zeer ontgoocheld over het resultaat. Ze startten een procedure bij de hoogste Belgische rechtbanken om de hervorming te laten vernietigen. Op hun beurt schoven de rechtbanken de hete aardappel door naar het Europees Hof van Justitie. Een zeer liberaal arrest van de hoogste Europese rechtbank zou een slechte zaak betekenen voor de toekomst van onze havenarbeiders.
Sociale jungle
Meestal volgt het arrest van het Europees Hof een voorbereidend advies, opgesteld door een “advocaat-generaal”. Die pleit dat het Belgisch havenstatuut strijdig is met de Europese regels. Hij valt de havenarbeiders vooral op twee punten aan. De havenarbeiders kennen een goede sociale bescherming dankzij hun poolsysteem. Een havenwerkgever moet erkende havenarbeiders uit een pool aanwerven en kan bijvoorbeeld geen beroep doen op interimkantoren. Ten tweede organiseren havenvakbonden samen met de werkgevers de erkenningsprocedure van havenarbeiders. Voor de advocaat-generaal zijn dat té zware beperkingen voor de havenbedrijven. Dat is het grote probleem van de Europese liberale regels. De rechten van het grootkapitaal komen altijd op de eerste plaats, niet het recht van werknemers op een goede sociale bescherming.
Zonder een sterke vakbondscontrole zou dit alleen erger worden
Wanneer men de vakbonden uitsluit en de interimkantoren vrij spel geeft in de haven, dan wordt erkende havenarbeid, en dus de wet-Major, een lege doos. Dan wordt de haven terug de sociale jungle die ze ooit was. Door jarenlange strijd veroverden de havenarbeiders een goede sociale bescherming in ruil voor hun flexibele inzet. De haven blijft een gevaarlijke werkplek met zeer veel ernstige arbeidsongevallen. Onze 9000 havenarbeiders moeten elk jaar een paar dodelijke arbeidsongevallen betreuren. Zonder een sterke vakbondscontrole zou dit alleen erger worden.
Havenarbeiders kunnen winnen
Een goed statuut en sociale bescherming belangen uiteraard niet alleen de havenarbeiders aan. Kijk naar alle sectoren waar flexibel gewerkt wordt, waar de vakbonden niet de mogelijkheden hebben om strikte regels af te dwingen, waar sociale dumping constant om de hoek loert. Denk aan de werkonzekerheid bij de luchthavenarbeiders van Zaventem of de moordende sociale concurrentie voor de transportwerknemers en bouwvakkers. Zij snakken allen naar meer sociale bescherming onder de vorm van een sterk statuut.
De Belgische havens bezetten een sleutelpositie in de Europese economie
Twintig jaar geleden waren de havenarbeiders de eersten die een Europese liberalisering konden tegenhouden. Ze staan nu voor de nieuwe, moeilijke uitdaging om de rechtsgang te beïnvloeden. Maar de havenarbeiders kunnen winnen. De praktijk bewijst dat rechters wel degelijk rekening kunnen houden met sociaal verzet en economische belangen. De Belgische havens bezetten een sleutelpositie in de Europese economie. De meerderheid van de goederen voor miljoenen Europese consumenten en bedrijven passeren langs onze havens. Een vergelijkbare zaak tegen de Spaanse havenarbeiders bewijst dat stakingen en sociaal verzet de uitkomst van een juridische zaak kunnen bepalen.
PVDA-voorzitter Peter Mertens reageerde als eerste politicus op de nieuwe aanval. Hij waarschuwt voor de klassenjustitie waar de havenarbeiders slachtoffer van dreigen te worden: “Er gaapt een ongelooflijke kloof tussen de liberale principes die de advocaat-generaal van het Europees Hof toepast op de Wet-Major en de realiteit op het terrein. Het havenstatuut bewijst in de praktijk dat het de beste garantie biedt voor sociale bescherming, veilige werkomstandigheden én hoge productiviteit. Wij moeten als één man achter onze havenarbeiders staan.”
Wat zeggen de andere politieke partijen?
De Vivaldi-coalitie
Bij de politieke partijen die momenteel een regeerakkoord onderhandelen, vind je tegengestelde standpunten over de wet-Major. Huidig Open Vld-voorzitter en preformateur Egbert Lachaert diende in 2017 een wetsvoorstel in dat de richting van een “wet-Huts” uitging: hij wilde de toepassing van erkende havenarbeid fel inperken. Gelukkig vond hij – buiten de steun van N-VA – geen meerderheid in het parlement. CD&V verdedigt de hervorming die hun ex-minister Kris Peeters doorvoerde in 2016. Via Kathleen Van Brempt verklaarde de sp.a haar steun aan de havenarbeiders. Sp.a heeft altijd gepleit voor een modernisering van het statuut in overleg met de sociale partners. Afwachten dus wat er uit eventuele regeringsonderhandelingen zal komen.
Het Vlaams Belang
Het Vlaams belang is er altijd snel bij met steunbetuigingen aan dokwerkers. Maar achter de schermen klinkt steevast een ander verhaal. Ze stemmen tegen de belangen van de vakbonden in. Kopstuk Sam Van Rooy verklaarde vorig jaar nog op een debat voor haven-CEO’s: “Ik heb wel oren naar aanpassingen van de Wet-Major zoals voorgesteld door de Open Vld.” Feitelijk deelt hij dezelfde mening als het Europees Hof van Justitie: de wet-Major mag blijven, mits een liberale hervorming.