Hoe heeft extreemrechts in Brazilië kunnen winnen?
Met 55,2% van de stemmen heeft Jair Bolsonaro, de kandidaat van de Liberale Sociale Partij, de tweede ronde van de Braziliaanse presidentsverkiezingen gewonnen. De linkse kandidaat van de PT, Fernando Haddad, haalde nog 44,8%. Hoe valt het te verklaren dat rechts zo’n sterke comeback maakt? Daarvoor moeten we terugblikken op de recente geschiedenis van Brazilië.
Brazilië maakt al een democratische crisis door sinds 2016, het jaar dat de rechtse oppositie een campagne begon om een einde maken aan regeringen van de Arbeiderspartij (PT) van Brazilië. Die kwam 12 jaar eerder aan de macht met een sociaal programma dat onder andere de extreme armoede wilde terugdringen.
In de jaren negentig van de vorige eeuw hielden de grote bazen van Brazilië zich tijdens de periode van de democratische transities discreet op de achtergrond. Ze wilden hun steun aan de militaire dictatuur (1964-1985) doen vergeten en ze gingen ervan uit dat de nieuwe liberale democratie zich zou baseren op het principe dat er geen alternatief is voor het kapitalisme en dat het neoliberale systeem het enige mogelijke is.
Dit verandert helemaal met de verkiezing van linkse regeringen in Latijns-Amerika, waaronder die van Lula in Brazilië. Deze regeringen verwerpen de neoliberale doctrine en zijn voorstander van een eerlijker verdeling van de rijkdom. In Brazilië maken de regeringen van Lula (2003-2010) en Dilma (2011-2016) een hele reeks basisrechten toegankelijk. In een decennium bouwen ze meer dan 1,7 miljoen sociale woningen, krijgt iedereen toegang tot elektriciteit, stijgt het percentage huishoudens met toegang tot water, schrijven dubbel zoveel studenten zich in aan universiteiten en bouwen de regeringen meer universiteiten en technische scholen dan in de hele geschiedenis van het land tot 2002. Al deze beleidsmaatregelen zijn het resultaat van een keuze: de armen een centrale plaats geven in de nationale begroting. Die politiek kwam ten goede van de plattelandsbevolking, de vrouwen, de jongeren, de inheemse gemeenschappen en de mensen van Afrikaanse origine. Dat sociale beleid wordt grotendeels gefinancierd door de export van grondstoffen. Een gunstige economische context stelde de regeringen in staat te investeren in de sociale sector, terwijl een groot deel van de economische elites zich toch kon blijven verrijken.
Zakenwereld gooit zich in strijd tegen links
Met de financiële crisis van 2008 en de daling van de grondstoffenprijzen wordt dat een stuk ingewikkelder. Om hun sociaal beleid te kunnen voortzetten, moeten progressieve regeringen raken aan de privileges van de grote elites. De zakenwereld pikt dat niet en trekt sindsdien zeer militant ten strijde, vastbesloten om het staatsmonopolie terug te winnen. Rechts en het bedrijfsleven verenigen zich rond één doel: elk alternatief voor links de pas afsnijden. Dit begint met het ontslag van Dilma Rousseff en gaat verder met de gerechtelijke vervolging van Lula. Met een anti-PT-mediacampagne probeert rechts in Brazilië elke mogelijkheid uit te sluiten dat de PT opnieuw het presidentschap verovert. Peilingen tonen dat Lula de presidentsverkiezingen zou hebben gewonnen als hij kandidaat voor de PT was geweest, maar hij geraakt verwikkeld in vijf rechtszaken die het Openbaar Ministerie tegen hem aanspant. In geen enkele daarvan kunnen de autoriteiten een misdaad bewijzen, maar het Hooggerechtshof veroordeelt Lula toch tot 12 jaar gevangenisstraf in één van deze zaken, waarin hij ervan wordt beschuldigd een appartement als steekpenning te hebben ontvangen. Er is geen bewijs maar het Hof overtreedt ook het principe dat iedereen onschuldig is tot zijn schuld is bewezen.
Het doel is duidelijk om hem uit te sluiten van de verkiezingsstrijd, want uit alle peilingen blijkt dat hij de favoriet was. Geen mens beweert dat de PT in de 12 jaar dat ze de president leverde, een perfect parcours heeft afgelegd, maar iedereen is het er wel over eens dat Lula de verkiezingen zou hebben gewonnen als hij de kans had gekregen eraan deel te nemen. Dat geeft hoop: er bestaat onder het volk, bij de sociale organisaties en de vakbonden een basis voor verzet tegen het neoliberalisme, tegen rechts, het militarisme en fascisme, dat hoop geeft op de opbouw van een grote tegenmacht.
Bolsonaro, de kandidaat van de agrobusiness
In een combinatie van sociaal conservatisme en politieke marketing gooit de 63-jarige extreemrechtse kandidaat zich op sociale netwerken, waardoor hij een groot aantal jonge kiezers heeft kunnen winnen. Op Facebook heeft hij al snel 4,5 miljoen volgers (4.719.576) en een paar weken later zelfs 7,5 miljoen, van wie 32% tussen de 18 en 24 jaar oud.
Bolsonaro wordt president vanaf 1 januari 2019 tot 2023. Linkse activisten en activisten beloofde hij al ballingschap of gevangenis. Zijn overwinning betekent duidelijk een terugkeer van de zakenwereld naar de macht. Bolsonaro staat zeer dicht bij de Braziliaanse agro-industrie lobby, die zwaar weegt in de economie omdat hij de exportsector van landbouwgrondstoffen in handen heeft, in het bijzonder van vlees en soja. Die zijn een heikel punt in de ontbossing van het Amazonegebied ten voordele van privébelangen. Bolsonaro was hun woordvoerder. Hij is van plan om alle obstakels voor de exploitatie van het Amazonegebied uit de weg te ruimen om het te gebruiken voor de sojateelt en voor de productie van vlees. Hij belooft ook om de fel bevochten milieuwetten van de laatste jaren in Brazilië terug te draaien. Hij stelt ook voor om het ministerie van Milieu af te schaffen en op te nemen in het ministerie van Landbouw, dat de belangen van de landbouwsector vertegenwoordigt. Hij heeft al aangekondigd dat hij Brazilië uit het Klimaatakkoord zal halen, naar het voorbeeld van Donald Trump.
Basis voor volksverzet bestaat al
In deze totaal ongelijke politieke strijd is het resultaat voor Haddad (Arbeiderspartij van Brazilië PT) met 31.342.005 stemmen ongetwijfeld belangrijk voor de toekomstige strijd. De leider van de Beweging van Landloze Boeren (MST), Joao Pedro Stedile, zei al dat de PT en andere linkse organisaties de volksbewegingen moeten versterken en de mensen moeten organiseren en mobiliseren tegen de toekomstige regering van Jair Bolsonaro.
Als de nieuwe regering haar neoliberale agenda in praktijk brengt, zal er volgens Stedile een sociale chaos ontstaan die de volksbewegingen in staat stelt in de tegenaanval te gaan en massamobilisaties te hervatten. De boerenleider waarschuwde dat linkse politieke en sociale organisaties voor de uitdaging staan om in heel Brazilië volkscomités te organiseren en een nieuw debat te lanceren over een nieuw allesomvattend plan voor een egalitaire en rechtvaardige samenleving.