Hoe een Amerikaanse organisatie geneesmiddelen uit handen van Big Pharma haalt
Grote tekorten aan geneesmiddelen bij de apotheek hebben alles te maken met hoe de productie ervan georganiseerd is. In de VS zien we een voorbeeld van hoe die productie ook zonder winstbejag kan: de non-profitorganisatie Civica Rx.
Foto Belga
Het tekort aan geneesmiddelen is een probleem dat steeds erger wordt. De gevolgen voor de patiënt zijn niet te onderschatten. Recent was er bijvoorbeeld geen furadantine meer, het antibioticum dat gebruikt wordt voor de behandeling van een blaasontsteking. Ook verschillende pijnstillers, puffers, bloeddrukverlagers of zelfs medicatie voor epilepsie of alcoholverslaving waren de voorbije maanden plots niet meer te verkrijgen. Omdat farmabedrijven liever hun winst verhogen dan ervoor te zorgen dat ze tijdig produceren en leveren.
Het protectionisme van Vandenbroucke en Macron
Veel tekorten zijn het gevolg van een onderbreking van de productie- en distributieketen. Die is op twintig jaar tijd kwetsbaarder geworden. Veel farmabedrijven verhuisden hun productie naar India en China, waar ze in grote productiesites besparen op lonen en kwaliteitsnormen. Vandaag wordt minstens 66 procent van alle actieve bestanddelen voor onze geneesmiddelen in India en China geproduceerd. In 2000 was dat nog 31 procent.
Wanneer in één van die productiesites iets fout loopt, is de impact op een groot deel van de voorraad aan medicijnen in Europa enorm. Het maximaliseren van de winsten kreeg voor Big Pharma voorrang op het garanderen van voldoende medicijnen.
Minister Vandenbroucke kondigde in het voorjaar van 2023 aan dat hij hier iets aan wil doen. Hij schreef een sneuvelnota voor de Europese ministers van Gezondheid, een voorstel voor een Critical Medicines Act. Over het probleem van de productie schrijft hij: “Producenten moeten aangemoedigd worden.” En dat met overheidssteun en prijsafspraken, zo voegt hij eraan toe. Met subsidies dus, en het verhogen van de prijs voor medicijnen die we niet kunnen missen.
Het is een valse oplossing. Het probleem is volgens Vandenbroucke en zijn Europese collega’s dat productie in landen als China en India niet te vertrouwen is, omdat het niet onze geopolitieke bondgenoten zijn. Maar hun tekst vertelt niets over het fundamenteel probleem, namelijk dat de producerende farmabedrijven hun winsten boven onze gezondheid stellen. Integendeel, om terug meer productie naar Europa te krijgen, willen ze voor die multinationals zelfs met extra subsidies over de brug komen.
Een voorbeeld van die protectionistische visie zien we nu al in Frankrijk. In 2020 kondigde de Franse president Macron met veel bravoure aan dat hij de productie van paracetamol terug naar Frankrijk wilde halen. Daarvoor maakte hij 200 miljoen euro subsidies vrij, voornamelijk voor de Franse farmareus Sanofi. Nochtans is Sanofi in Frankrijk, na Total, het bedrijf dat het grootste bedrag aan dividenden uitkeert.
Big Pharma verdient al genoeg
Wij willen niet dat er nog meer publieke middelen, ons belastinggeld, naar farmaceutische multinationals vloeien. In ons land krijgt de sector nu al bijna 1 miljard aan fiscale voordelen, 872 miljoen in 2016 volgens berekeningen van Test-Aankoop.
Maar Big Pharma maakt winst genoeg. Met een netto winst van 13,8% is de farmaceutische industrie de meest winstgevende sector, de mediane winst in de rest van de economie bedraagt 7,7%. Het Federaal Planbureau beschreef hoe de prijzen van geneesmiddelen 45 tot 60% hoger liggen dan wat je op basis van de kosten zou verwachten.
Civica laat zien dat het anders kan
Als we botsen op de hiaten van het vrije marktmodel, dan moeten we het over een andere boeg durven gooien. In de VS vinden we een inspirerend voorbeeld. Geconfronteerd met het probleem van tekorten aan medicijnen namen zo’n 800 ziekenhuizen in 2018 het initiatief om de aankoop en de productie van hun medicijnen zelf in handen te nemen. Ze richtten daarvoor de non-profitorganisatie Civica RX op, om niet langer afhankelijk te zijn van farmareuzen zoals Pfizer of Roche.
De organisatie onderhandelt lange termijncontracten met zo’n 15 kleinere, generische producenten. Kleine fabrikanten die wel konden produceren maar geen zekerheid op afname hadden, boden Civica hun diensten aan. Door langlopende contracten te garanderen met een grote groep ziekenhuizen en apotheken, kan Civica met die bedrijven gunstige voorwaarden sluiten.
De prijzen zijn op 2,5 jaar tijd gemiddeld 30% gezakt. Civica doorbreekt het monopolie van Big Pharma, de prijs voor hun producten is gebaseerd op de productiekost. Voor het breed spectrum antibioticum daptomycine bijvoorbeeld moesten ziekenhuizen eerst 200 dollar per dosis betalen. Civica heeft kunnen onderhandelen dat ze het voor 64 dollar per dosis aan ziekenhuizen kunnen leveren. De prijs zakte uiteindelijk naar 25 dollar per dosis. Een stabiele, rechtvaardige prijs, zonder tekorten. Bovendien houdt Civica ook van elk geneesmiddel een noodvoorraad bij, goed voor drie tot zes maanden levering. In tegenstelling tot de meeste farmabedrijven die zoveel mogelijk just-in-time produceren en leveren.
Een eigen fabriek
Naast die lange termijncontracten met private bedrijven wil Civica ook de productie van bepaalde geneesmiddelen in handen nemen, met een eigen productiecapaciteit. Momenteel wordt in Petersburg (Virginia) een fabriek gebouwd. Een investering van 140 miljoen dollar voor naar verwachting 190 werknemers. Er zullen verschillende soorten insuline worden geproduceerd.
Momenteel is de prijs voor die insuline ongeveer 330 dollar voor een flesje of 510 dollar voor vijf pennen. Civica zal de insuline in 2024 verkopen aan een prijs die 90% lager ligt (30 dollar en 55 dollar respectievelijk). Een ware revolutie dus.
Ondertussen verkoopt Civica al meer dan 70 generische geneesmiddelen. Een voorbeeld van geneesmiddelenproductie volgens een ander model. Er komen geen banken of investeerders aan te pas die winst willen maken. De financiering gebeurt direct via de aankoopcontracten van de ziekenhuizen en voor een deel ook via fondsen van goeie doelen. Geen aandeelhouders, geen dividenden en geen aandelenopties. Er zijn ook geen echte eigenaars, maar eerder “stewards”. De bestuurders van de goede doelen zitten mee in het bestuur. De vraag is niet wat de hoogste prijs is die op de markt gevraagd kan worden, maar wat de laagste rechtvaardige prijs is waarmee de markt kan worden bevoorraad.
Vijf jaar na de start van Civica heeft het contracten met een derde van de Amerikaanse ziekenhuizen, meer dan 1400, goed voor ongeveer 16 miljoen patiënten. Civica bedient voor bepaalde geneesmiddelen ongeveer 10 tot 15% van de markt. Initiatieven als Civica is wat Europa nodig heeft. Ze zetten de gezondheid van onze patiënten op de eerste plaats en zorgen voor de creatie van nieuwe productiecapaciteit en extra tewerkstelling. Tijd dat minister Vandenbroucke en de Europese Commissie ook de publieke optie in ons farmamodel voor de toekomst opnemen.