Historisch: 75.000 klimaatbetogers eisen kordaat en sociaal klimaatbeleid
Op zondag 2 december kwamen meer dan 75.000 mensen op straat in Brussel voor de grootste klimaatbetoging ooit in België. Van scoutsgroepen tot ‘grootouders van het klimaat’, van studenten tot vakbondsdelegaties, uit alle uithoeken van het land. Allen gaven ze een sterk en helder signaal voor radicale en structurele maatregelen, terwijl de regering geen enkele ambitie toont en de marktmaatregelen hun failliet hebben bewezen.
Het initiatief voor deze historische mars kwam van Climate Express en de Klimaatcoalitie. Ook elders in de wereld vonden grote klimaatmarsen plaats. Op hetzelfde moment dat de bevolking de buik vol heeft van onrechtvaardige taksen en de gebrekkige koopkracht, moet dit krachtig signaal voor radicale en structurele maatregelen de regeringen van Europa eindelijk aanzetten om werk te maken van een sociaal rechtvaardige ecologische transitie.
Uitstoot gestegen, koopkracht gedaald
De mars van zondag toonde duidelijk dat de Belgische bevolking een ernstig klimaatbeleid vraagt. Er kan niet meer gewacht en getalmd worden. Het beleid van kleine stapjes en “business as usual” is niet genoeg. Dat is de boodschap van tienduizenden burgers, klimaatactivisten, syndicalisten, jongeren, actoren uit het middenveld en progressieve organisaties. Een boodschap voor de Belgische regering, maar ook voor de Europese beleidsmakers en het geheel van de onderhandelaars van de klimaattop COP24 die vandaag van start gaat. Duizenden zelfgemaakte bordjes, slogans en kostuums getuigden van de creativiteit van deze diverse massa.
Ook de kwestie van sociale rechtvaardigheid kwam aan bod in de betoging. Zo droegen sommige manifestanten gele hesjes, verwijzend naar de protesten tegen de prijsstijgingen (en loondalingen) in Frankrijk en België. “Tijdens de huidige legislatuur is de uitstoot van broeikasgassen gestegen en de koopkracht gedaald. Het huidig beleid heeft geen enkele geloofwaardigheid op ecologisch of sociaal vlak”, reageert Peter Mertens, voorzitter van de PVDA. “De klimaatbetogers hebben een duidelijk signaal gegeven voor structurele maatregelen. Er moet nu werk worden gemaakt van een sociaal rechtvaardige klimaatpolitiek. Er kan geen sprake meer zijn van pseudo-ecologische taksen en belastingen die niet alleen sociaal onrechtvaardig zijn, maar ook nul effect hebben op ecologisch vlak.”
De klimaatstrijd is een klassenstrijd
Volgens het laatste rapport van de Verenigde Naties, waaruit ook blijkt dat de uitstoot terug is gestegen, moeten de inspanningen vijf keer hoger liggen dan vandaag. Om onder een opwarming van 1,5°C te blijven, zijn ingrijpende maatregelen nodig van ongeziene dimensie, in alle domeinen van de samenleving. De huidige Europese regeringen komen niet in de buurt van de nodige ambitie, zeker niet de Belgische. “De federale regering legt bezuinigingen op aan de NMBS, terwijl iedereen weet dat openbaar vervoer een belangrijk deel van de oplossing is” zegt Peter Mertens. “We hebben vier klimaatministers in dit land, maar géén energie- of milieubeleid. Hoe kunnen we een regering ernstig nemen die ons opzadelt met 800 miljoen euro extra accijnzen op brandstof zonder dat er daarvan een cent wordt geïnvesteerd in ecologische omschakeling?”
“De klimaatstrijd is ook een klassenstrijd”, gaat Peter Mertens verder. “De gevolgen van de klimaatverandering raken in de eerste plaats de armsten. Op wereldvlak is dit zeker het geval. De landen in het zuiden die de minste verantwoordelijkheid dragen voor de klimaatontregeling, krijgen als eerste te maken met de dodelijke uitwassen ervan. En bij ons wentelt de elite de kosten van hun ecologische nep-maatregelen af op de bevolking, terwijl steeds meer mensen moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Het klimaat is er niet mee gediend. De echte vervuilers, de grote multinationals, blijven buiten schot. De koolstoftaks die de regering na de verkiezingen wil invoeren, is in hetzelfde liberale bedje ziek. Om het klimaat te redden, moeten we de marktlogica achterwege laten en inzetten op ecologische planning voor een coherente en doortastende omschakeling naar een klimaatneutrale economie. Mét aandacht voor jobcreatie en sociale rechtvaardigheid”.