We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Het pensioenverzet, een zaak van de jongeren

De pensioenen liggen al jaren onder vuur. We beleven de ene aanval na de andere. En nu wil Arizona ons nóg langer laten werken voor nóg minder pensioen. Geert Noels, de vermogensbeheerder, verdedigt die plannen. Hij schrijft dat de betogers op straat komen ‘voor het behoud van stelsels die hen benadelen’.

donderdag 30 januari 2025

Kim De Witte

opiniestuk van Kim De Witte
volksvertegenwoordiger PVDA
pensioenspecialist

Het ‘ieder voor zich’ van Noels

Is het pensioenstelsel echt een stelsel dat jongeren benadeelt? Het omslagstelsel houdt in dat de pensioenen van het niet-actieve deel van de bevolking betaald worden door de bijdragen van het actieve deel. ‘De pensioenen worden steeds verdedigd als uitgesteld loon, wat altijd al een kromme redenering was’, vindt Noels. 

Waarom die redenering krom zou zijn, zegt hij niet. Dat kan alleen vanuit een ‘ieder voor zich’-logica. Als je op Wikipedia ‘repartitie’ intikt, krijg je een duidelijk antwoord: ‘Het omslagstelsel houdt een zeer grote mate van solidariteit in, (…) het is een verworvenheid van de klassenstrijd’. Daar willen grote vermogensbeheerders van af. Hoe dan? Als de wettelijke pensioenen afnemen, zal iedereen meer spaargeld aan bank- en verzekeringsmaatschappijen geven, die daar dan mee kunnen speculeren.

Het fiasco van die weg heeft zich de laatste decennia meermaals bewezen. We kunnen het Duitse voorbeeld erbij nemen. Dat land volgt al 20 jaar de weg die Noels voorschrijft: dalende wettelijke pensioenen, zodat ieder via privé-sparen voor zichzelf moet zorgen. Het resultaat? Nog maar enige weken geleden moest de Duitse regering de pensioencijfers vrijgeven. Meer dan een miljoen gepensioneerden met 45 gewerkte jaren achter zich, hebben er minder dan 1.200 euro per maand. Meer dan de helft van de gepensioneerden heeft er zelfs minder dan 1.000 euro per maand. De Altersarmut zal er verscherpen: maar liefst 16 miljoen Duitse gepensioneerden dreigen erin terecht te komen. 

De hold-up op onze pensioeninkomsten 

‘De huidige vergrijzingsgolf is lang geleden al voorspeld en werd lang onderschat’, schrijft Noels. Het is een echo van wat er in de formateursnota staat. 

Maar wat zeggen de feiten? België spendeert 11,2 procent van zijn jaarlijkse welvaart, het bbp, aan de pensioenen. Dat is ver onder het gemiddelde in West-Europa. Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing stijgen de pensioenkosten in ons land naar 13,7 procent van ons bbp tegen 2070. Dat is nog altijd minder dan wat landen als Oostenrijk en Frankrijk vandaag al uitgeven. Onbetaalbaar? Hoe doen die landen dat dan?

Niet zozeer de uitgaven, wel de dalende inkomsten ondermijnen ons stelsel van pensioenen en sociale zekerheid. Zij worden betaald met sociale bijdragen op onze lonen. De opeenvolgende regeringen hebben de werkgeversbijdragen gestaag afgebouwd. Het Planbureau berekende dat de afbouw is opgelopen tot 16 miljard euro per jaar, en in 2029 zal ze oplopen tot 18 miljard. Dat is een gigantische hold-up, goed voor bijna drie procent van ons bbp of méér dan de verwachte stijging van de pensioenkosten tegen 2070. 

De ambtenaren als zondebok 

Het vizier van Noels is vooral gericht op de ambtenaren: ‘Het pensioen van statutaire ambtenaren ligt gemiddeld meer dan twee keer zo hoog als bij werknemers en zelfstandigen.’ 

Dat is scheefgetrokken info, want het gaat hier over brutobedragen en over gemiddelden. Als je de nettobedragen vergelijkt, dan kom je meteen aan heel andere cijfers. Het gemiddeld ambtenarenpensioen bedraagt 2.358 euro netto. Daar zitten ook de veel te hoge pensioenen van ministers, parlementairen, gouverneurs en andere topfunctionarissen bij. 

De meeste ambtenaren krijg netto tussen 2.000 en 2.200 euro pensioen. Dat is niet te hoog. De pensioenen van de werknemers zijn te laag. Gemiddeld krijgt een werknemer in ons land een pensioen van 1.467 euro netto. Probeer daar maar eens mee rond te komen. De netto vervangingsratio, dat is het pensioen in verhouding tot het laatste loon, ligt hier lager dan het OESO-gemiddelde en zelfs lager dan in Mexico.

Men spreekt over de ‘harmonisering’ van pensioenstelsels, maar in feite gaat het over een afbraak van het enige stelsel dat fatsoenlijke pensioenen oplevert. De jongeren op de pensioenbetogingen hebben de inzet dan ook perfect begrepen: behouden zij het recht op rust en vrijheid aan het einde van hun loopbaan met een zekere levensstandaard? Of onderwerpen we alles aan de competitiviteit, de omzet en de winst van aandeelhouders en grote vermogensbeheerders?