Hervorming kunstenaarsstatuut: vooruitgang voor sociale bescherming, maar niets voor werkgelegenheid
Onder druk van de cultuurwerkers verbond de regering er zich toe het statuut van kunstenaars te hervormen. De meerderheidspartijen bereikten daarover zopas een akkoord. De hervorming zet stappen vooruit op het gebied van de sociale bescherming, maar ze is een gemiste kans om de kwaliteit van de werkgelegenheid te verbeteren in een sector die er nochtans grote behoefte aan heeft, zegt Brussels volksvertegenwoordiger Jan Busselen (PVDA).
De cultuurwerkers vragen al tientallen jaren een statuut die naam waardig. “Dankzij de recente acties van de cultuurwerkers lijkt er nu toch enige vooruitgang te zijn geboekt. Ik denk bijvoorbeeld aan het vergemakkelijken van de toegang tot het statuut, met name voor jongeren, en aan het verhogen van de werkloosheidsuitkeringen”, zegt Jan Busselen.
Toch blijven de kwaliteit van het werk en de lage lonen problematisch. De regering veegde die twee essentiële punten van tafel.
“De regering had de kans om de huidige logica om te keren en het cultuurwerk echt te valoriseren, maar er lijkt in niets voorzien te zijn, ondanks de mooie beloften. Zo had men het kader van de Kleine Vergoedingsregeling (KVR), een vergoedingsregeling die buiten elke vorm van sociale bescherming valt, moeten aanpakken”, betreurt Jan Busselen.
De vragen en de vrees blijven, omdat de definitieve teksten van de hervorming niet toegankelijk zijn. “Hoe zal de nieuwe Kunstwerkcommissie in de praktijk functioneren? Volgens welke criteria? Met welke beroepsmogelijkheden? En wie zal echt voor dat statuut in aanmerking komen? Welke beroepen? Hoe zit het met technici? Wij hebben op deze punten nog geen precieze antwoorden gekregen en de verklaringen van de verschillende ministers lopen uiteen”, zegt Jan Busselen.
“Hierover is dus verduidelijking nodig. Daarom roepen wij de regering op om nieuwe maatregelen te nemen om het cultuurwerk naar waarde te schatten. Dat is een onontbeerlijke voorwaarde om tot een waardig statuut te komen. Dat betekent dat de barema’s moeten worden nageleefd en dat onzekere contracten moeten worden bestreden, met name de KVR. Het betekent ook dat er een gratis openbaar sociaal bureau moet worden opgericht om oproepcontracten te beheren waar cultuurwerkers hun broek niet aan scheuren. De cultuursector moet grondig worden geherfinancierd, en dat is onmogelijk zonder de bijdragen van de grote spelers, waaronder de GAFAM (de internetgiganten Google, Amazon, Meta, Apple en Microsoft, n.v.d.r.). Zonder waardig werk kan er geen sprake zijn van een waardig statuut”, besluit Jan Busselen.