“Helft werknemers boven de 55 jaar kan niet tot pensioenleeftijd doorwerken”
De helft van de werknemers boven de 55 jaar vreest dat hun gezondheid het niet toelaat om tot hun pensioenleeftijd door te werken, laat staan tot hun 67ste. Dat is een van de meest opvallende vaststellingen uit de nieuwe studie van de huisartsenpraktijken van Geneeskunde voor het Volk (GVHV).
“Onze studie is een wake-upcall voor de regering en werkgevers die mensen steeds langer willen doen werken. Oudere werknemers houden het nu al niet uit. Zes op de tien respondenten vinden het werk fysiek te belastend, maar liefst zeven op tien geeft aan dat de mentale werkdruk te hoog ligt. Veel oudere werknemers zijn gewoon ‘op’, uitgeperst als citroenen”, aldus Sofie Merckx, woordvoerster van GVHV en PVDA-volksvertegenwoordigster.
Ook met de hervormingsplannen van minister Lalieux blijft het probleem bestaan. Zij stelt voor dat iemand die minstens 42 jaar gewerkt heeft op 60 jaar op vervroegd pensioen kan gaan. "De realiteit is dat weinig werknemers op hun 60ste al een loopbaan van 42 jaar hebben. De minister draagt ook geen enkele oplossing aan voor de zware beroepen. Een verpleegster die op haar 22ste afstudeert, zal nog altijd tot haar 64ste moeten werken. Een huishoudhulp of zorgkundige die twee of drie jaar niet werkt om voor de kinderen of een familielid te zorgen, zelfs tot zijn of haar 67ste. Dat is onhaalbaar", aldus Sofie Merckx. De PVDA lanceerde eerder deze maand haar campagne ‘Op 67 jaar is elk beroep te zwaar’, waarmee de linkse partij het recht op rust en vrijheid na een lange loopbaan opeist.
Geneeskunde voor het Volk brengt haar studie uit aan de vooravond van de werkgelegenheidsconferentie die de federale regering dit jaar organiseert over het eindeloopbaandebat. “De regering wil de mensen langer doen werken, maar dat is gewoon niet doenbaar. Wij zien ze elke dag in onze praktijk: de kapotgewerkte ruggen, de moegescande polsen, de tennisellebogen ... Daar komt de laatste jaren nog eens een epidemie van burn-outs en stress bovenop. Onze nieuwe studie toont het nu ook zwart op wit: heel wat werknemers zijn op hun 60ste opgewerkt. Dat is ook in lijn met de enorme toename van het aantal oudere werknemers die langdurig ziek zijn sinds de maatregelen om de pensioenleeftijd te verhogen en het systeem van brugpensioen af te bouwen. Een aantal patiënten getuigen dat ze nu al korte of langere periodes van ziekteverlof nodig hebben om het werk te kunnen volhouden. Maatregelen om oudere werknemers koste wat het kost op de arbeidsmarkt te activeren, zullen alleen maar tot een verdere toename van het aantal langdurig zieken leiden”, aldus Sofie Merckx, zelf ook huisarts bij GVHV in Marcinelle.
De belangrijkste vaststellingen van de studie:
1. De helft van de respondenten tussen 55 en 65 jaar geeft aan dat hun gezondheid het niet zal toelaten tot de pensioenleeftijd door te werken.
2. Zes op de tien respondenten tussen 55 en 65 jaar die nog aan de slag zijn, vinden het werk fysiek sterk tot heel sterk belastend, zeven op de tien vinden het werk sterk tot heel sterk belastend op mentaal vlak.
3. Werknemers die recht hebben op bestaande voorzieningen zoals een landingsbaan of andere bestaande maatregelen die aanpassingen aan de werkinhoud of werktijden mogelijk maken, geven aan dat ze het zonder deze maatregelen nooit zouden volhouden tot de pensioenleeftijd.
4. Aangepast werk is vaak nodig aan het einde van de carrière, maar niet altijd beschikbaar. Sommige werknemers getuigen dat ze druk ondervinden van hun werkgever: “ofwel pas je je aan het werk aan, ofwel trek je maar je conclusies”.
5. Het gevolg is dat de werkzaamheidsgraad duidelijk afneemt vanaf 60 jaar. Van de 55- tot 60-jarigen is nog zes op de tien van de respondenten aan het werk, bij de 60- tot 65-jarigen neemt dat af tot vier op de tien.
“Onze studie toont aan hoezeer maatregelen als vervroegd pensioen, brugpensioen en aangepast werk aan het einde van de loopbaan voor veel mensen een absolute noodzaak zijn. En dat de voorwaarden om er gebruik van te kunnen maken, versoepeld moeten worden”, aldus Sofie Merckx. GVHV en PVDA komen op voor een rechtvaardig pensioensysteem, met recht op rust en vrijheid in de herfst van ons leven en een menswaardig inkomen.
Vijf hoekstenen voor een rechtvaardig pensioen:
- De wettelijke pensioenleeftijd terug naar 65 jaar.
- Het vervroegd pensioen vanaf 60 jaar, na een loopbaan van 35 jaar.
- Landingsbanen vanaf 55 jaar, zonder verlies van pensioenrechten.
- Een volwaardig brugpensioen vanaf 58 jaar in zware beroepen, zonder verplichting om zich beschikbaar te houden op de arbeidsmarkt.
- Optrekken van het wettelijk pensioen naar 75 procent van het gemiddeld loon en van het minimumpensioen naar 1.500 euro netto na 40 gewerkte jaren.
Getuigenissen
Christine is 57 jaar en werkt al 25 jaar als verpleegkundige in rusthuizen. “Nog nooit was het werk zo intensief. De werkdruk is de laatste jaren alleen maar gestegen. Collega’s die uitvallen worden niet vervangen. We werken altijd op minimumbezetting. Sinds kort zijn we met 2 verantwoordelijk om 24 bewoners eten te geven, medicatie te geven en klaar te maken om de nacht door te brengen. Dit alles tussen 17 en 19 u. ’s Nachts ben je alleen verantwoordelijk voor een verdieping van 48 bewoners. Elke avond hoop ik dat er niets “tussen komt”. Dat er geen bewoner ziek wordt of valt. Want dan gaat alle aandacht en tijd naar die patiënt die dringend hulp nodig heeft. Zeker ’s nachts, want dan sta je er vaak letterlijk alleen voor. Ik heb schrik om fouten te maken, bijvoorbeeld bij de verdeling van de medicatie. Ik twijfel echt of ik het zo kan volhouden. Het is fysiek werk, ik weet niet of mijn rug het volhoudt. Vaak heb ik al wat gemakkelijker rugpijn, of pijn in de schouders, Ik loop wel vaker naar de osteopaat. Maar beter zou zijn dat ik langzaam kon ‘uitbollen’.”
René, 56 jaar, werkt al 12 jaar in een poetsdienst dat als extern bedrijf kantoren en sanitair van een grote fabriek kuist. Hij moet nog 4 jaar werken om dan op z’n 60ste op pensioen te mogen gaan. Maar hij vreest dat hij het niet tot dan kan volhouden. Hij krijgt meer en meer last van rugpijn of pijn in de gewrichten in de elleboog of pols. Slijtage, noemt hij het. Als gevolg van de dingen die hij moet verzetten om te kunnen poetsen, het wringen van de dweilen, het sjouwen met zware emmers. Het weekend dient bij hem echt om fysiek te recupereren. Hij wil van job veranderen, maar vreest dat het moeilijk wordt met zijn leeftijd en zonder diploma.
Ibrahim* is 56 jaar en is na een jarenlange carrière in de horeca, de schoonmaak en de bouw nu al een jaar arbeidsongeschikt. De laatste jaren werkte hij in de haven van Antwerpen. Dat waren de zwaarste jaren. In zijn vorige jobs hielden de pijnstillers hem nog staande. Maar de lange dagen en het zware werk met de drilboor en het industrieel stralen eisten hun tol. Het grootste deel van de werkdag moest hij op z’n knieën onder buizen kruipen. Hij kreeg rug- en nekklachten, zijn knieën raakten versleten, hij had last van pijnlijke ellebogen. Het werk was niet langer haalbaar en hij vreest dat de klachten alleen maar zullen toenemen met het ouder worden. Hij is nu een jaar arbeidsongeschikt. In de bouw is er voor hem geen aangepast werk mogelijk.
(*pseudoniem)
Voor dit onderzoek contacteerden de elf groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk (5 in Vlaanderen, 4 in Wallonië, 2 in het Brussels Gewest) alle mensen tussen 55 en 65 jaar die ingeschreven zijn bij de forfaitaire huisartsenpraktijken. In totaal namen 952 mensen deel (responsgraad van 34%). 447 onder hen zijn nog aan de slag en beantwoordden de gestandaardiseerde vragenlijst waarin gepeild werd naar de werkbelasting en hun werkvermogen.