“Gezondheidscrisis mag geen excuus zijn om werknemers flexibeler in te zetten!”
Op uitdrukkelijk verzoek van de werkgevers is de Vivaldi-regering van plan om in de bedrijven nieuwe flexibiliteitsmaatregelen op te leggen om de omikronvariant aan te pakken. Zo worden bruggepensioneerden en mensen met tijdskrediet aangemoedigd om weer aan het werk te gaan. De PVDA is erin geslaagd de goedkeuring van de nieuwe maatregelen te vertragen.
“Noodmaatregelen”, zo wordt gezegd, maar twee jaar na het begin van de crisis lijken de maatregelen zich te herhalen. Dit soort beleid holt het arbeidsrecht uit. De PVDA roept dan ook op om ermee te stoppen. Deze week slaagde de partij er alvast in om de stemming over deze nieuwe maatregelen uit te stellen. Tot grote ergernis van de werkgevers, die op de sociale media hun ongenoegen lieten blijken.
Het is stilaan een gewoonte geworden in het federale parlement sinds het begin van de gezondheidscrisis: de regering diende opnieuw een spoedwet in om meer flexibiliteit op te leggen aan de werkende bevolking. Jobstudenten mogen meer uren werken, mensen die met vervroegd pensioen of met thematisch verlof zijn, worden aangemoedigd weer aan het werk te gaan en tijdelijk werklozen zullen van de ene naar de andere werkgever kunnen worden “overgeplaatst”. Dat zijn enkele van de geplande aanvallen op de werkende mensen en hun sociale verworvenheden.
Deze maatregelen zijn niet specifiek gericht op de meest getroffen ondernemingen of sectoren. Nee, het gaat om alle sectoren, ongeacht de realiteit op het terrein en de behoeften van de werknemers. De maatregelen komen tegemoet aan de wens van de werkgevers om flexibiliteit op te leggen waar dat winstgevend is, zonder dat de gevolgen van de crisis dat rechtvaardigen. Het zal geen verbazing wekken dat geen enkele vakbond groen licht heeft gegeven om deze veralgemeende maatregelen uit te voeren.
De regering zegt dat ze het sociaal overleg respecteert. Toch stellen we eens te meer vast dat wanneer de standpunten van de vakbonden ingaan tegen de eisen van de werkgevers, de regering de zijde van de werkgevers kiest. Dat was al zo toen ze de lonen blokkeerde, en dat is het vandaag met deze maatregelen nog altijd.
Vivaldi ziet de woede van de werkende bevolking en van de PVDA, en verschuilt zich erachter dat deze flexibiliteit op vrijwillige basis wordt ingevoerd. Maar we weten hoe machtsverhoudingen in bedrijven werken. Er wordt ons ook verteld dat deze maatregelen tijdelijk zijn. We horen dit argument al twee jaar. De werkgevers slagen er echter, met een gewillige regering, nog altijd in hun agenda op te leggen. Deze methode staat bekend als de schokstrategie. Ze beoogt een crisismoment aan te grijpen om de sociale rechten en verworvenheden uit te hollen, het liberale beleid te bestendigen en ons sociaal model af te breken.
Op 2 februari verzette PVDA-volksvertegenwoordiger Gaby Colebunders zich tegen maatregelen om bruggepensioneerden, mensen met tijdskrediet en andere door werk en ultraflexibiliteit uitgeputte werknemers weer aan het werk te zetten. Hij slaagde erin de stemming met een week uit te stellen, waardoor de inwerkingtreding van de wet werd uitgesteld. Hij riep ook op tot structurele maatregelen om de problemen van personeelstekorten en overbelasting van het werk aan te pakken. Problemen die door de pandemie onder de aandacht zijn gebracht, maar ook al eerder bestonden.
De werkgevers waren in hun wiek geschoten en uitten hun ongenoegen op de sociale media. Danny Van Assche, topman van Unizo, ging zelfs zo ver om op Twitter onze actie een “schande” te noemen.
Hieruit blijkt dat de werkgevers, hand in hand met de regering (maar eigenlijk ook met alle andere partijen van de politieke klasse), met de PVDA als oppositiepartij niet zo maar kunnen doen wat en wanneer ze willen, aldus Gaby Colebunders. We gaven een sterk teken.
De PVDA-volksvertegenwoordiger stelt dat er voor deze gezondheidscrisis en de problemen inzake werkgelegenheid andere antwoorden zijn dan ultraflexibiliteit: “Meer personeel aan de slag in kritieke sectoren (zorg, onderwijs enz.), de lonen verhogen om bepaalde beroepen aantrekkelijker te maken, de arbeidsvoorwaarden verbeteren en een gemakkelijkere toegang tot regelingen om werk en privéleven beter te kunnen combineren en de slijtage en de zware beroepen het hoofd te bieden.... daaraan moeten we voorrang geven.”
“Alleen door positieve en echt bevorderende maatregelen voor de werknemers kunnen de tekorten worden aangepakt en de kwaliteit van de werkgelegenheid worden verbeterd”, besluit Gaby Colebunders. “En dit ongeacht of men zich in volle crisis bevindt zoals vandaag.”