Geweld tegen vrouwen | Elk slachtoffer is er een te veel
Op 25 november, de internationale dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen, organiseert het platform Mirabal in Brussel een nationale feministische manifestatie. Daarmee vraagt het een sterkere inzet van het beleid in de strijd tegen dit geweld. De PVDA en haar vrouwenbeweging Marianne roepen op om massaal aanwezig te zijn.
De veelheid en diversiteit van de getuigenissen tonen aan dat geweld tegen vrouwen dieper in onze samenleving geworteld zit dan we denken
Het voorbije jaar kwam geweld tegen vrouwen regelmatig in het nieuws. Denk maar aan de vele #metoo-getuigenissen, onder meer tegen bekende namen als Bart De Pauw en Jan Fabre. In al die verhalen legden vrouwen hun ziel bloot om een bestaande cultuur een halt toe te roepen en de komende generaties te beschermen. De veelheid en diversiteit van de getuigenissen tonen aan dat geweld tegen vrouwen een probleem is dat vele vormen aanneemt en dieper in onze samenleving geworteld zit dan we denken.
De werkgroep vrouwen van de PVDA organiseerde rond dit thema een ronde tafel om meer inzicht te krijgen en haar analyse verder uit te diepen. Acht experten deelden hun expertise over intrafamiliaal geweld, geweld op de werkvloer en bij vrouwen in migratie. De ronde tafel bevestigde nogmaals het belang om dit probleem actief bij de wortels aan te pakken. Het is belangrijk om een collectief signaal te geven. De acties van de Spaanse vrouwen strekken tot voorbeeld. Bij elk incident protesteren zij massaal. De nationale feministische manifestatie in Brussel moet ook zo’n signaal worden.
Honderdvijftig paar schoenen
In augustus stalde de Limburgse vzw Trampolien, die hulp biedt aan slachtoffers van intrafamiliaal geweld, honderdvijftig paar schoenen uit. Die staan symbool voor het aantal vrouwen dat jaarlijks bezwijkt als gevolg van intrafamiliaal geweld. Jaarlijks sterven daarbij ook 97 kinderen.
Voor het beleid is de preventie en de aanpak van intrafamiliaal geweld geen prioriteit. In plaats van te snijden in de werkingsmiddelen van hulporganisaties, opvangtehuizen en andere hulpverlening, moet er net meer geïnvesteerd worden. Er zijn dringend meer plaatsen nodig in vluchthuizen waar ook vrouwen met kinderen of vrouwen zonder papieren terecht kunnen. Dat is nu vaak niet het geval. Elke provincie zou minstens één multidisciplinair traumacentrum voor intrafamiliaal geweld moeten hebben. Het sociaal weefsel van een wijk, waarin bijvoorbeeld de wijkagent een rol speelt, is belangrijk als preventieve factor om problemen op te sporen voor er zich familiedrama’s voordoen.
Een veilige werkvloer
Kunstgoeroe Jan Fabre liep tegen de lamp toen zijn (ex-)medewerksters een boekje open deden over zijn psychologische terreur en fysiek grensoverschrijdend gedrag. Een studie van de Ugent toont aan dat maar liefst een op de vier medewerkers in de cultuursector ten prooi valt aan ongewenst fysiek gedrag.
Het blijft niet beperkt tot deze sector. Veel minder gemediatiseerd maar even choquerend is de ervaring van poetshulpen. ACV-Voeding en Diensten deed er onderzoek naar. Liefst een op de drie poetshulpen getuigde van seksueel geweld.
Geweld op de werkvloer blijkt dagelijkse kost te zijn op heel wat plaatsen. De kwetsbaarheid van vrouwen vergroot wanneer ze werken voor lage lonen en met precaire contracten. Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het welzijn en de veiligheid van hun werknemers, ook op fysiek en seksueel vlak. In de nasleep van de zaak-Fabre riepen de vakbonden op om de discussie over veiligheid van vrouwen op de werkvloer mee te nemen in de onderhandelingen tussen de sociale partners. Ze pleiten voor een #metoo-cao. Dat is een goede zaak. Alleen met een structurele aanpak kan er vooruitgang komen.
Een bijzonder kwetsbare groep is die van vrouwen zonder een duurzaam verblijfsstatuut. De angst om hun verblijfsvergunning te verliezen of om als persoon zonder papieren betrapt te worden, belemmert de weg naar de hulpverlening. Ook de hulpverleners zijn vaak aan handen en voeten gebonden. Daarom is er een betere bescherming nodig voor deze vrouwen. Ook de toegang tot de hulpverlening moet beter. Zo zijn bijvoorbeeld vluchthuizen voor deze vrouwen niet altijd toegankelijk.
Geweld bannen is een politieke keuze
“Onze westerse samenleving is superieur omdat mannen en vrouwen gelijk zijn”, dat horen we politici vaak zeggen. Niets is minder waar. Geweld tegen vrouwen komt voor bij alle lagen van de bevolking en op alle terreinen van de samenleving. Het zit er structureel in verweven.
De samenleving heeft nood aan een bewuste en structurele aanpak. Te starten bij preventie en mentaliteitsverandering. We kampen met een hardnekkige patriarchale cultuur, die mannen en vrouwen in een verstikkende rol duwt, waaruit ongezonde verwachtingspatronen voortvloeien. Om die om te buigen naar gezonde onderlinge verhoudingen is meer relationele en seksuele opvoeding nodig vanaf jonge leeftijd.
Ook op de werkvloer moet er aandacht zijn voor de omgangsvormen tussen vrouwen en mannen. In de media mag er geen plaats zijn voor seksistische beeldvorming en reclame die de stereotiepe ideeën versterken.
Van het beleid gaat weinig initiatief uit om geweld tegen vrouwen aan te pakken. Nochtans heeft de overheid zich daartoe geëngageerd door het Verdrag van Istanbul te ratificeren. De betoging van 25 november wijst hierop en eist een echt engagement. We moeten streven naar een veilige samenleving waarin gelijkheid tussen vrouwen en mannen een realiteit is. Want elk slachtoffer van geweld is er een te veel.
De manifestatie vindt plaats in Brussel, Poelaertplein, op zondag 25 november van 13.30 u. tot 16.00 u. Facebook
Dit artikel komt uit het magazine Solidair van november-december 2018. Abonnement.