Gevechtsvliegtuigen | Aan welke kant van de geschiedenis willen we staan?
In april brak in het parlement en in de media een storm los over de F-16’s van de Belgische luchtmacht. Gelekte mails tussen legertop, minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en Lockheed Martin lieten uitschijnen dat onze F-16’s langer meekunnen dan gezegd. De beslissing is ondertussen uitgesteld tot oktober. De kernvraag blijft of we de 34 gevechtsvliegtuigen die de regering wil aankopen nodig hebben. Een gesprek met vredesactiviste Isabelle Vanbrabant.
Wat gaan die vliegende gevaartes ons nu eigenlijk kosten?
Isabelle Vanbrabant. 15 miljard euro, dat is wat deze aankoop ons zal kosten. De regering heeft er 3,6 miljard euro voor begroot. Onvoldoende. De prijsofferte voor 34 F-35’s bedraagt namelijk 5,4 miljard. Het Europees model, de Typhoon, bevindt zich in dezelfde prijsklasse. Als we daar de onderhoudskosten, pilotenopleidingen en technische samenwerking bijtellen, bedraagt de totale kost van de vervanging 15 tot 20 miljard euro. Dat wordt gespreid over de volgende 39 jaar, de regering schuift een deel van de factuur door naar onze kinderen en kleinkinderen. Het ziet ernaar uit dat onze regering een voorkeur heeft voor het Amerikaans model F-35 van Lockheed Martin. Dat is het enige model dat zonder aanpassingen kernbommen kan vervoeren.
Kernwapens om de bevolking te beschermen?
Isabelle Vanbrabant. In een periode waarin er geen middelen zijn voor onze pensioenen, gezondheidszorg, onderwijs, de aanpak van klimaatverandering ... beslist onze regering miljarden te investeren in gevechtsvliegtuigen die kernbommen kunnen dragen. Dat laatste werd in 2015 door minister van Buitenlandse Zaken Reynders als vereiste naar voren geschoven. Terwijl 122 landen streven naar een kernwapenvrije wereld, liggen op de militaire basis van Kleine Brogel Amerikaanse B61-bommen. Die zullen de komende jaren gemoderniseerd worden om ze “meer inzetbaar” te maken. Aan welke kant van de geschiedenis wil onze regering staan?
Van de 54 F-16’s die de Belgische luchtmacht nu heeft, zijn er maximaal vier nodig voor de verdediging van het Belgische luchtruim. Op vraag van de NAVO moet België in staat zijn om 48 F-16’s te leveren voor NAVO-operaties. Na de vervanging van de toestellen gaat dat over 30 van de 34 toestellen. De Belgische gevechtsvliegtuigen worden dus bijna uitsluitend gebruikt voor NAVO-operaties en voor de deelname aan “ad hoc” militaire coalities.
Die interventies worden toch altijd voorgesteld als belangrijk voor onze veiligheid?
Isabelle Vanbrabant. De militaire interventies uit het verleden waren op dat vlak geen succes. Ze brachten niet meer maar minder veiligheid. In Afghanistan blijft de oorlog voortduren ondanks een massale militaire aanwezigheid van de NAVO sinds 2003. Irak blijft uiterst instabiel en de situatie op het vlak van de mensenrechten is er penibel na een jarenlange westerse interventie. Libië is sinds de NAVO-interventie van 2011 een blinde vlek op de kaart waar zelfs geen functionerende staat meer bestaat. Als het over Syrië gaat, erkennen internationale experten dat de westerse interventie het conflict nodeloos aangewakkerd en gerekt heeft.
Westerse interventies drijven spanningen op en bieden geen enkele hoop aan de lokale bevolking. Landen werden kapot gemaakt en overgeleverd aan geweld. Ze werden voedingsbodems voor terrorisme en IS. Westerse bommen zijn geen oplossing, maar deel van het probleem. Om terreur aan te pakken, zouden we beter stoppen met onze militaire interventies en met onze wapenexport naar landen die terreurgroepen financieren.
Wie wint uiteindelijk in dit verhaal?
Isabelle Vanbrabant. Van de 2% van het bbp die we als NAVO-lidstaat moeten investeren in defensie, moet 20% naar investeringen in materiaal gaan. Als we de lijst bekijken van de grootste bedrijven in de wapenindustrie, zien we dat Europa met drie bedrijven in de top tien staat: BAE Systems (UK), Airbus (Frankrijk) en Finmeccania (Italië). De andere zeven zijn Amerikaanse bedrijven, waaronder Boeing en Lockheed Martin.
In 2017 werd wereldwijd 1.739 miljard dollar gespendeerd aan militaire uitgaven. Met slechts 13% van dat bedrag kunnen we armoede en honger de wereld uit helpen.
De banden tussen ons ministerie van Defensie en het bedrijf Lockheed Martin zijn onmiskenbaar. Simon Put, voormalig adjunct-ka-bi-netschef van Defensie, ruilde eind 2017 zijn post in voor een job als consultant bij Lockheed -Martin.
De Amerikaanse minister van Defensie Mattis schreef in januari dit jaar aan minister Vandeput dat “een stel F-35’s ons alvast goed op weg zou helpen richting 2%”. De Amerikaanse ambassadeur bij de NAVO Kay Bailey liet zich op een receptie eind mei aan de VRT ontvallen dat de Belgische overheid best snel werk maakt van de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen.
Wat als onze regering nu eens zou investeren in een actief vredesbeleid?
Isabelle Vanbrabant. De NAVO is een militaire organisatie, die elk probleem militair wil oplossen. Zelfs voor klimaatverandering en energietekort gaat ze op zoek naar een militair antwoord. Onze regering zou beter werk maken van een actief vredesbeleid, in plaats van ons belastinggeld in te zetten voor een oorlogspolitiek. Een actief vredesbeleid begint met het respecteren van de soevereiniteit van staten. Het houdt ook in dat we ons terugtrekken uit de NAVO en een humaan vluchtelingenbeleid voeren.
Lees ook: “Op het oorlogspad van Trump hebben we niets te winnen”