Gele hesjes hard aangepakt: waar is ons recht om te protesteren?
“Nog nooit werden in Brussel zoveel betogers opgepakt”, zegt de woordvoerder van de Brusselse politie. Alles samen werden vorig weekend 450 gele hesjes opgepakt, vaak met buitensporig geweld. De regering probeert zo het protest tegen haar beleid in de kiem te smoren, stelt de PVDA.
Politiecommissaris: “Wel, dan gaat ge op uw muil krijgen”
Op zaterdag 8 december vormde zich in Brussel rond 12.00 u. een optocht van gele hesjes. De oproep om op straat te komen was pas een week daarvoor gelanceerd. De optocht verliep rustig, maar al snel werden de demonstranten tegengehouden. Een kordon van politieagenten in volle gevechtsuitrusting, begeleid door vier spuitwagens, honden en een cavalerieregiment, sloten alle deelnemers in, ook bejaarden, gehandicapten en minderjarigen. Ze werden urenlang vastgehouden in “een openluchtgevangenis”. Politiecommissaris Pierre Vandersmissen die verantwoordelijk is voor de ordehandhaving in de stad Brussel, stapte op de gele hesjes af en zei: “Jullie zijn allemaal bestuurlijk aangehouden. Haal jullie papieren boven.” Er ontstond tumult en sommige betogers werden bang. “Het is niet mijn beslissing. Ik heb dat bevel gekregen”, voegde hij er dan maar aan toe. Toen een demonstrant zijn verontwaardiging uitte, kreeg die van de commissaris te horen: “Wel, dan gaat ge op uw muil krijgen.”
“Vier uur lang heeft de politie met geweld tientallen mensen uit de groep gehaald om hen te ondervragen”, getuigt Daniel. “De anderen werden voor ze mochten vertrekken een voor een gefotografeerd en hun identiteit genoteerd. Manifestanten die zich daartegen verzetten, werden getrakteerd op pepperspray.”
Mensen in shock
PVDA-militant Charlie Le Paige was er ook bij: “Ik zag heel veel mensen die in shock waren. Er waren ook enkele politieagenten die zelf toegaven dat ze niet begrepen waarom ze die orders hadden gekregen.”
Rond 16.00 u. begon het plots hard te regenen. “Het kon hen niks schelen, we moesten nog meer dan een uur wachten voor we weg mochten. Eerst werden we allemaal gefouilleerd, gefotografeerd en geregistreerd”, gaat Daniel verder. De ultieme vernedering bovendien: wie naar huis wilde, moest eerst beloven dat hij in de toekomst braaf zou zijn. Net als strijders die hun wapens moeten overgeven, moesten de mensen die aanwezig waren hun gele hesje aan de voeten van de politieagenten leggen ... Een aantal arrestanten bleef aangehouden en werd meegenomen naar de kazerne van Etterbeek, waar ze in de paardenstallen van de cavalerie werden ondergebracht. Samengepakt, in de kou en de modder, mannen en vrouwen door elkaar, werden ze daar nog enkele uren “als vee” opgesloten. (Bekijk hier de beelden van de opsluiting)
Het sociaal verzet breken
De politietussenkomst was buiten elke proportie. De PVDA vindt dat zowel de regering, de minister van Binnenlandse Zaken als de burgemeester van de stad Brussel het een en ander uit te leggen hebben.
PVDA-woordvoerder Raoul Hedebouw: “Deze extreem repressieve regering is bereid zeer ver te gaan om de sociale beweging te breken. Ze aarzelt niet om geweld te gebruiken als er oproer dreigt en het sociaal verzet zich organiseert.” Raoul Hedebouw diende bij de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, Pieter De Crem, een interpellatieverzoek in de kamer in. Mathilde El Bakri, PVDA-fractieleidster in de Brusselse gemeenteraad, zal hetzelfde doen bij burgemeester Philippe Close.
Want zaterdag 8 december was een aanval op het recht om te betogen, met de bedoeling de beweging van de gele hesjes te breken en hen te intimideren zodat ze niet meer opnieuw op straat komen.
Wie durft nog de verantwoordelijkheid nemen voor een betoging?
De PVDA stelde meerdere ernstige schendingen van onze democratische rechten vast. In de eerste plaats het recht op betoging zelf. In een democratische samenleving is het recht op vreedzaam bijeenkomen een basisrecht. De gele hesjes krijgen het verwijt dat ze zonder toestemming op straat zijn gekomen. Dat argument gebruikte burgemeester Close om “nultolerantie” in te stellen.
Niets is echter minder waar. “Zelfs in gevallen waarin er geen tijd was om toestemming te vragen, hebben de politiediensten en de autoriteiten de plicht om een demonstratie te tolereren, zelfs als daar geen toestemming is voor verleend, op voorwaarde dat ze vreedzaam verloopt”, legt Mathieu Beys uit. Hij is jurist en auteur van het boek “Quels droits face à la police?” (Welke rechten heb ik ten overstaan van de politie?).
Beys verduidelijkt: “Het recht op vreedzaam manifesteren is een basisrecht. Het mag niet gebeuren dat die toestemmingsprocedure uitmondt in een totale ontkenning van dat recht.” De voorwaarden echter die de stad Brussel vandaag oplegt om te mogen manifesteren, zijn zodanig geworden dat ze elke spontane samenkomst van burgers onmogelijk maakt. We herinneren er trouwens aan dat bij een vorige aanvraag tot demonstratie een geel hesje de verplichting opgelegd kreeg om zelf per 50 manifestanten één persoon voor ordehandhaving te voorzien. Daarbij kreeg hij de verantwoordelijkheid doorgeschoven voor eventuele incidenten die zich tijdens de manifestatie zouden voordoen.
Afschrikking en intimidatie
Die tendens om de verantwoordelijkheid voor incidenten door te schuiven naar de organisatoren van een manifestatie liggen ook aan de basis van de grote verontwaardiging over de veroordeling van Bruno Verlaeckt, de voorzitter van ABVV Antwerpen, op 29 juni 2018. Hij werd veroordeeld wegens “kwaadwillige belemmering van het verkeer” tijdens een stakingsactie. Hij werd niet veroordeeld als individuele dader, maar als organisator van de stakingsactie.
“Tot dusver was er nooit een vakbondsafgevaardigde of een organisator van een manifestatie veroordeeld geweest voor daden die tijdens die manifestatie waren gepleegd. En dat is normaal. Want dat houdt in dat de organisator verantwoordelijk zou zijn voor de acties van iedereen die aan die manifestatie deelneemt. Genoeg om iedereen te ontmoedigen ooit nog een manifestatie of evenement te organiseren. Door Bruno Verlaeckt te veroordelen heeft de rechtbank dus niet het individu veroordeeld, maar de organisator en daarmee ook de organisatie waar hij voor staat. Door de organisator te veroordelen, worden meer algemeen alle organisatoren van eventuele acties in dit land in het vizier genomen. En in die zin heeft dit vonnis een uitwerking op alle democraten. En niet alleen op de vakbondsmensen”, schreven we destijds.
Buitensporig geweld
De rol van de overheid is niet om mensen schrik aan te jagen, maar ervoor te zorgen dat het recht op manifesteren gerespecteerd wordt en erover te waken dat tijdens de manifestatie de openbare orde bewaard blijft. Tijdens de manifestatie van de gele hesjes zagen we echter met eigen ogen hoe in de straten van Brussel buitengewoon hardhandig werd opgetreden.
Ten eerste door het systematisch fouilleren van de deelnemers en de preventieve aanhoudingen, die totaal onwettig zijn. Gebaseerd op het simpele feit van het dragen van een geel hesje, zonder dat er ook maar de minste feiten werden gepleegd waardoor het vermoeden zou kunnen rijzen dat de openbare orde in gevaar was.
Het feit dat een of andere manifestant gewelddadig is, geeft de politie niet het recht om iedereen aan te vallen, buitensporig geweld te gebruiken, aanhoudingen te verrichten, systematisch de identiteitsgegevens van alle deelnemers te noteren en ze daarna nog vele uren vast te houden in vernederende omstandigheden (in de kou en de modder van stallen).
Het is duidelijk dat de politie orders had gekregen om hardhandig op te treden. Ze heeft zonder rechtsgeldige rechtvaardiging en zonder onderscheid gehandeld, waarbij alles erop gericht was de aanwezige gele hesjes te intimideren en hen ervan te weerhouden dat ze opnieuw op straat zouden komen.
De beweging van de gele hesjes mag dan begonnen zijn als een sociale protestbeweging, vandaag is ze uitgegroeid tot een beweging die de inperking van onze democratische rechten aanvecht …