'Geen nieuwe doofpot': PVDA wil alle partijen vertegenwoordigd in PFOS-onderzoekscommissie
Maandag 21 juni beslist het Uitgebreid Bureau van het Vlaams parlement over de samenstelling van de PFOS-onderzoekscommissie. Hét hete hangijzer: zal er ook voor de PVDA een plaats voorzien worden, of niet? “Wij roepen op om van de onderzoekscommissie geen nieuwe doofpot te maken”, zegt Jos D’Haese, fractievoorzitter van de PVDA in het Vlaams parlement. “Alle partijen moeten hier zonder uitzondering aan kunnen meewerken, ook de linkse oppositiepartij die op geen enkele manier bij het PFOS-schandaal betrokken is. De mensen hebben recht op de waarheid.”
Afgelopen woensdag stemde het Vlaams parlement unaniem in met de oprichting van een onderzoekscommissie naar het PFOS-schandaal. Wie wist wat wanneer? En waarom werd er geen actie ondernomen? Dat zijn de vragen die centraal zullen staan. Maandag 21 juli buigt het Uitgebreid Bureau van het parlement, waar naast de voorzitter, ondervoorzitters en secretarissen van het parlement ook de fractievoorzitters van de meeste partijen deel van uitmaken, zich over de samenstelling van die commissie.
Hét hete hangijzer op de vergadering maandag wordt de vraag of de PVDA deel zal uitmaken van de onderzoekscommissie. Anders kan de linkse partij op geen enkele manier tussenkomen tijdens de werkzaamheden ervan. Meerderheidspartijen N-VA, CD&V en Open VLD lijken niet geneigd om de PVDA een plaats te geven en verwijzen daarvoor naar het reglement. Volgens de evenredige vertegenwoordiging heeft de PVDA immers geen plaats in een onderzoekscommissie met de gebruikelijke 15 leden.
“Het is een evidentie dat de PVDA recht heeft op een plaats in de onderzoekscommissie”, zegt PVDA-fractievoorzitter Jos D’Haese. “Deze commissie moet eindelijk duidelijkheid brengen over hoe de PFOS-vervuiling zo lang onder de radar is kunnen blijven. De PVDA is als linkse oppositiepartij op geen enkele manier betrokken bij dit schandaal. Op ons initiatief komt er trouwens morgen al een extra gemeenteraad over PFOS in Antwerpen. De deelname van de PVDA aan de onderzoekscommissie zou een echte meerwaarde betekenen.”
Volgens D’Haese is het eenvoudig om ook voor de PVDA een plaats te voorzien in de onderzoekscommissie. “Met een kleine aanpassing aan het reglement kan men het mogelijk maken dat partijen zonder een effectief lid wel een toegevoegd lid kunnen aanduiden. Dat is in de kamer, waar er al veel meer onderzoekscommissies zijn opgericht, al vaker gebeurd. De PVDA maakte daar tijdens de vorige legislatuur op die manier trouwens deel uit van de onderzoekscommissie naar de Panamapapers. Het is heel duidelijk: dit is geen technische, maar een politieke kwestie. Willen de meerderheidspartijen een pottenkijker als de PVDA uitsluiten of spelen ze open kaart? Wij roepen op om van deze onderzoekscommissie geen nieuwe doofpot maken. De mensen hebben recht op de waarheid.”