Geen geld voor openbare diensten, maar Europa geeft wel honderden miljoenen aan wapenindustrie
Om de productie van munitie op te voeren, gaat de Europese Unie voor honderden miljoenen subsidies geven aan wapenbedrijven. “Terwijl openbare diensten over het hele continent ondergefinancierd zijn, geeft Europa massa’s overheidsgeld aan zeer winstgevende multinationals”, zegt ons Europees parlementslid Marc Botenga.
Marc Botenga
Een geldmachine voor de wapenindustrie. Daar komt de nieuwe Europese ASAP-richtlijn op neer. ASAP staat voor Act to Support Ammunition Production, maar ook voor ‘as soon as possible’.
Op korte termijn, wil de Europese Commissie de Europese munitievoorraden aanvullen, en de militaire steun aan Oekraïne opvoeren. Het programma richt zich onder meer op 155 mm-granaten. Voor het plan wordt 500 miljoen euro uitgetrokken. Dat geld moet grofweg de helft van de voorziene munitieproductie subsidiëren. Aanvankelijk zullen vijftien bedrijven in elf landen hiervan profiteren. België hoort daar niet bij.
Fondsen die ingezet zouden moeten worden voor onderzoek, gezondheid en klimaatinfrastructuur zullen rechtstreeks wapenproductie financieren. Het is de wereld op zijn kop!
Het nieuwe programma gaat de verkeerde richting uit: “Onze openbare diensten zijn over het hele continent ondergefinancierd, maar de Europese Unie geeft opnieuw honderden miljoenen overheidsgeld weg aan nochtans extreem winstgevende multinationals”, oordeelt Marc Botenga, onze volksvertegenwoordiger in het Europese parlement. Hij voerde mee de onderhandelingen voor de linkse fractie. “Dit programma wordt een bancontactmachine met overheidsgeld ten dienste van de aandeelhouders van de militaire industrie”, vertelt hij.
Het programma maakt ook de weg vrij om het Europese Herstelfonds te gebruiken ten voordele van de creatie van een ‘oorlogseconomie’. “Fondsen die ingezet zouden moeten worden voor onderzoek, gezondheid en klimaatinfrastructuur zullen rechtstreeks wapenproductie financieren. Het is de wereld op zijn kop”, klaagt Marc aan.
Arbeidstijdenrichtlijn de prullenmand in?
De Europese Commissie wilde dat het ASAP-programma ook expliciet afwijkingen van de Arbeidstijdenrichtlijn toe zou staan. Deze richtlijn beperkt de werkweek tot 48 uur, of zes werkdagen van acht uur. Ten behoeve van de oorlogseconomie zou ASAP de deur openzetten voor 60-urige werkweken.
Het voorstel stuitte op veel verzet bij de vakbonden, maar kwam er bij de stemming in het Europees Parlement gewoon door.
Tijdens de onderhandelingen slaagde Marc er wel in de paragraaf te doen schrappen: “Dankzij de druk van de vakbonden, konden we een meerderheid creëren om dit voorstel te schrappen. Dat is belangrijk. Maar de Commissie wil toekomstige overtredingen van de arbeidstijdenrichtlijn door de vingers zien. Onaanvaardbaar. Werknemers in deze sector doen gevaarlijk werk dat precisie en concentratie vereist.”
In plaats van lukraak miljoenen euro’s te blijven uitgeven aan munitie, roepen we de Europese Unie op om de weg van diplomatieke onderhandelingen.
Marc zet ook vraagtekens bij de wettelijkheid van het programma. Artikel 41, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie verbiedt dat “uitgaven die voortvloeien uit operaties die gevolgen hebben op militair of defensiegebied” ten laste komen van de EU-begroting. Door deze wet te beschrijven als een industrieel project, probeert de Commissie opzettelijk de Europese verdragen te omzeilen.
Wij vragen een ander beleid. “Belast de overwinsten die de wapenindustrie heeft geboekt sinds het begin van de oorlog in Oekraïne. In plaats van lukraak miljoenen euro’s te blijven uitgeven aan munitie, roepen we de Europese Unie op om de weg van diplomatieke onderhandelingen te bewandelen om snel een staakt-het-vuren in Oekraïne te bereiken”, besluit Marc.