Federaal parlement bespreekt PVDA-wetsvoorstel om Covid-19 als beroepsziekte te erkennen
De Commissie sociale zaken van de Kamer buigt zich vandaag, dinsdag 5 mei, over het wetsvoorstel van de PVDA om corona als beroepsziekte te erkennen. “De urgentie is groot, zeker nu gisteren heel wat bedrijven opnieuw van start gingen. Het is niet meer dan normaal dat als werknemers op het werk een besmetting oplopen, dit ook als beroepsziekte erkend wordt”, stelt PVDA-volksvertegenwoordiger Steven De Vuyst.
Ook de vakbonden vragen deze erkenning als beroepsziekte en het ABVV lanceerde ook een online petitie. De linkse partij hoopt vandaag ook in de commissie een meerderheid achter haar wetsvoorstel te krijgen. “Met de heropstart van heel wat bedrijven is vandaag een groot deel van de bevolking opnieuw aan de slag. Want we moeten niet vergeten dat in de sectoren van de voeding, het vervoer of de veiligheid en een hele reeks niet-essentiële productieketens heel wat werknemers gewoon zijn moeten blijven doorwerken. Vaak met een groot risico op besmetting. Dat bewijzen de cijfers en dat risico zal alleen maar toenemen nu de regering de verplichte "social distance" van 1,5 meter heeft afgeschaft”, aldus Steven De Vuyst.
De erkenning als beroepsziekte maakt een groot verschil voor de getroffen werknemer. “Zij hebben dan recht op terugbetaling van 100% van de medische en hospitalisatiekosten. Nu moeten zieke werknemers zélf voor de kosten opdraaien die niet gedekt zijn door de ziekteverzekering. En dat kan hoog oplopen. De erkenning als beroepsziekte heeft ook tot gevolg dat werknemers recht hebben op een uitkering van 90% van het laatst verdiende loon. Ook dat betekent een flinke slok op de borrel: in de gewone ziekteverzekering valt men na een maand al terug op 65% van het loon. Bij samenwonenden is dat zelfs maar 40%”, licht De Vuyst toe.
Vandaag wordt een besmetting met het coronavirus gelukkig al erkend als beroepsziekte voor personeel uit de gezondheidszorg. “Ambulanciers, ziekenhuispersoneel en de werknemers van bijvoorbeeld woonzorgcentra waar een uitbraak van het virus is vastgesteld, komen in aanmerking. Met ons wetsvoorstel vragen we om dat uit te breiden naar álle sectoren waar men tijdens de epidemie moet blijven werken en daarbij fysiek contact heeft met collega’s of derden”, besluit De Vuyst.