Farmabedrijf gijzelt ziekteverzekering en patiënten met 40 keer hogere prijs mucomedicijn dan reële productieprijs
Als het van farma-bedrijf Vertex Pharmaceuticals afhangt, moet onze ziekteverzekering 89 miljoen euro per jaar opleggen voor het levensreddende mucomedicijn Kaftrio.
39 miljoen euro daarvan verdwijnt rechtstreeks in de zakken van de aandeelhouders. Dat berekende de studiedienst van de PVDA. “Vertex vraagt bijna 200.000 euro per patiënt voor een behandeling tegen mucoviscidose, dat is 40 keer meer dan de reële productieprijs”, reageert Sofie Merckx, PVDA-fractieleidster en zelf huisarts. “Deze farma-producent maakt 97% brutowinst op nieuwe mucogeneesmiddelen, op kap van de patiënten. Er moet onmiddellijk paal en perk gesteld worden aan deze plundering van de sociale zekerheid. Patiënten verhuizen naar het buitenland omdat Kaftrio hier nog niet wordt terugbetaald. In plaats van zijn toevlucht te zoeken tot een terugbetaling via geheim contract, moet de minister van Volksgezondheid een dwanglicentie overwegen om dit mucomonopolie open te breken.”
Het prijskaartje van 194.000 euro mag dan wel duizelingwekkend zijn, de echte productiekosten blijken een flink stuk lager te liggen. Uit onderzoek van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten blijkt dat de reële productiekost rond de 5.300 euro per jaar ligt. “40 keer minder dus dan de prijs die Vertex vraagt. De verhouding tussen de productiekost en de vraagprijs is totaal disproportioneel”, legt Tim Joye, specialist gezondheidszorg van de PVDA studiedienst uit. “Bovendien werden het onderzoek en de ontwikkeling voor een groot stuk openbaar gefinancierd. De non-profit vereniging Cystic Fibrosis Foundation stelde 140 miljoen euro ter beschikking. Het straffe is niet alleen dat de productiekosten voor Vertex helemaal niet zo hoog liggen, maar dat ze dankzij het systeem van de patenten met hun boekhouding kunnen sjoemelen om nog meer winst te maken.”
De PVDA-gezondheidsspecialist verwijst daarmee naar het systeem van de ‘royalty's’: Vertex beloofde in ruil voor subsidies van de Cystic Fibrosis Foundation een vast bedrag per verkochte pil. “Die royalty's werden overgekocht door het Amerikaans investeringsfonds Royalty Pharma voor maar liefst 3,1 miljard euro. Zolang Kaftrio onder patent valt, rijven Royalty Pharma en Vertex de winsten binnen. En die zijn voor een tijdje verzekerd, aangezien de patentbescherming nog loopt tot 2037. Maar het wordt nog hallucinanter: Vertex brengt die royalty's in hun boekhouding in als.. productiekosten. Nederlands onderzoek concludeerde uit de jaarrekeningen van Vertex dat ze 97% brutowinst maken op de muco-medicijnen. Uit onze schattingen blijkt dat als het van Vertex afhangt, onze ziekteverzekering jaarlijks 89 miljoen euro moet ophoesten, waarvan amper 2,6 miljoen euro naar daadwerkelijke productie gaat en maar liefst 39 miljoen naar de aandeelhouders. 8 miljoen vloeit naar de kassa’s van Royalty Pharma.”
Sofie Merckx is niet te spreken over de gang van zaken. “Puur farmabanditisme is het. Vertex vraagt niet de prijs in verhouding tot de productiekost, maar gebaseerd op wat de maatschappij bereid is te betalen voor levensreddende muco-geneesmiddelen. Door het systeem van de patenten krijgt het farma-bedrijf het alleenrecht om te beslissen over de prijs”. De PVDA vraagt daarom aan minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke om dringend actie te ondernemen. “Dat kan door een dwanglicentie te overwegen”, stelt Sofie Merckx. “Daarmee kan men het monopolie van Vertex doorbreken en generieke producenten het recht geven Kaftrio te produceren. In Argentinië is er zo’n generieke variant beschikbaar voor slechts 5.090 euro per jaar. Ook dichter bij huis zien we dat een dwanglicentie kan werken: het Verenigd Koninkrijk dreigde na lang aanslepende onderhandelingen met een Crown use-licentie, waardoor Vertex de prijs liet zakken. In plaats van zijn toevlucht te zoeken tot geheime prijsafspraken moet minister Vandenbroucke komaf maken met dit soort patentmisbruik en een dwanglicentie overwegen. Dat is nodig om onze patiënten en de sociale zekerheid te beschermen tegen de winsthonger van deze multinational.”