Factcheck: de liberalen en de belastingen
“Wij betalen te veel belastingen,” beweren de liberalen. Het is oppassen geblazen wanneer de liberale vos de passie preekt. Want wie betaalt zich blauw, en wie niet? Een factcheck.
Bewering: “De belastingdruk is te hoog in België”
Georges-Louis Bouchez, de voorzitter van de Franstalige liberalen, beweert: “Vandaag is de totale belastingdruk te hoog.”1 Was het niet Deutsche Bank die in een prospectus aan potentiële investeerders enthousiast vertelde dat België “zowel een fiscale hel is als een fiscaal paradijs”? En Deutsche Bank verduidelijkte: “Een hel voor wie leeft van een inkomen uit arbeid, maar een paradijs inzake belasting op roerende goederen.”
Een alleenstaande met een brutoloon van 1.500 euro per maand betaalt al belastingen, maar mensen als Eric Wittouck, de rijkste Belg en grootaandeelhouder van Weight Watchers, ontsnappen volledig aan de fiscus. Hoe dat komt?
- Het vermogen van Wittouck, bijna 11 miljard euro,2 heeft nooit een belastingaangifte gehaald.
- Via zijn holding Artal heeft Wittouck aandelen gekocht in Blue Buffalo (diervoeders) en die dan weer verkocht met een meerwaarde van 820 miljoen dollar. Ook die meerwaarde is niet belast.
- Vorig jaar keerde deze holding Artal een dividend van 2 miljard euro uit. Dat bedrag is niet op Wittoucks bankrekening gestort, maar op de rekening van zijn persoonlijke vennootschap. Zo blijft ook dat geld buiten bereik van de fiscus.
Dat is precies wat de prospectus van Deutsche Bank enthousiast vertelde. De wereld van de arbeid antwoordt: er is een belasting op de grote fortuinen nodig. Een die de ultrarijken treft.
Georges-Louis Bouchez houdt vol: wij allemaal, rijk en arm, zitten in hetzelfde fiscale schuitje. Hij verwijst naar de Europese tabellen over de algemene belastingdruk. Met 43,6% van de geproduceerde rijkdom (het bbp) staat België daar na Denemarken en Frankrijk op de derde plaats.
Dat is hoog, maar niet ver van de gemiddelde belastingdruk in de EU. Die is 40,2%. In rijke lidstaten zoals België ligt het percentage hoger en dat is logisch. Want de belastingdruk geeft aan hoeveel middelen er voorhanden zijn om een stevige sociale zekerheid en goede openbare diensten te garanderen. De belastingdruk is een aanwijzing voor de ontwikkeling van een land.
Wat is dan het belastingprobleem? De fiscale ongelijkheid natuurlijk. Maar durf daar niet over te praten want dan begint Bouchez te fulmineren: “Men zegt dat kapitaal niet belast wordt in België. Dat is een absolute leugen. Wij behoren tot de drie OESO-landen die kapitaal het meest belasten.”4
Het kapitaal te zwaar belast? Laten we eens kijken.
Bewering: “Kapitaal wordt zwaar belast in België”
Bouchez haalt Europese tabellen van belasting op kapitaal boven waarop België op de derde plaats staat met 10,3% van het bbp. Wat betekent dat cijfer en wat is die tabel waard? Hoeveel belasting op kapitaal is er echt? De dichter Bertolt Brecht schreef het al: “Laat je niets aanpraten. / Kijk de rekening zelf na! / Wat je niet zelf weet, / Weet je niet.”
De 10,3% is de som van vier onderdelen. De eerste twee onderdelen, samen goed voor bijna 6%, slaan op de belasting op de winsten van bedrijven en zelfstandigen. Dat hoort normaal niet onder ‘belasting op kapitaal’. Het derde onderdeel, de kapitaalinkomsten van gezinnen, is goed voor amper 0,3%.
Blijft over: het vierde onderdeel, goed voor 4,1%. Het gaat hier over de belasting niet op de inkomsten uit kapitaal maar op het kapitaal zelf, zo staat het toch in de hoofding. Bij nader toezien is dit vierde onderdeel een allegaartje van wel dertig soorten belasting: gerechtskosten, belasting op affiches, verkeersbelasting betaald door bedrijven enzovoort. Van dit allegaartje wegen er drie zwaar door: de registratierechten, de onroerende voorheffing en de successierechten. Het zijn heffingen op het onroerend goed en dat is vooral “het kapitaal van de kleine man”. Bijna driekwart van de Belgische gezinnen is namelijk eigenaar van een woning.5
Wanneer het niet over dat onroerend goed gaat, maar over financieel bezit, is er van belasting opeens geen sprake meer. En net daar is de ongelijkheid ontiegelijk groot. Aan de ene kant heb je gewone huishoudens met een beetje spaargeld, aan de andere kant grote vermogens met bergen aandelen. Zo hebben de families Van Damme, de Spoelberch en de Mevius, de historische aandeelhoudersfamilies van AB InBev, 415 miljoen aandelen van de biergigant, die elk meer dan 50 euro waard zijn. Het fiscaal beleid vrijwaart die grote vermogens totaal.
Gerechtigheid verdwijnt waar het grootkapitaal verschijnt. Getuige de belastingaangifte van miljardairs als Eric Wittouck.
- Meerwaarden uit aandelen worden niet belast. Marck Coucke verkocht Omega Pharma met een marge van 1,45 miljard euro. Albert Frère verkocht RTL met een marge van 2,3 miljard euro. Zij betaalden daarop geen cent belastingen.
- Dividenden en intresten zijn onderworpen aan een bronbelasting van 30%. Grote vermogens kunnen daaraan ontsnappen door die financiële inkomsten in vennootschappen onder te brengen. Van de 66 miljard euro dividenden van Belgische vennootschappen in 2021 werd dan ook 52 miljard tegen het nultarief belast.
- België is een van de laatste Europese landen dat geen fortuinenbelasting heft. De regering heeft als afleidingsmaneuver de taks op de effectenrekeningen uitgevonden. Die ‘effectentaks’ is in feite een effectloze taks met een opbrengst van amper 410 miljoen euro in 2022. Nauwelijks 0,08% van het bbp.
De effectentaks raakt misschien een aantal rijken, maar de allerrijksten zeker niet. Want die plaatsen hun vermogen in grote aandelenpakketten in allerlei bedrijven, niet via effectenrekeningen. Ook zo de miljardairsfamilie Bertrand, die nul euro belasting op haar vermogen betaalt. We kennen dochter Alicia Bertrand als de liberale staatssecretaris voor begroting in de Vivaldi-regering.
Bewering: “De maatschappelijke gelijkheid in België is groot”
We lezen in een nota van de Franstalige liberalen: “Ons land is een van de meest egalitaire ter wereld.”6 Om dat te durven schrijven moet je een kunstgreep uithalen: je laat de grote fortuinen en de inkomsten uit die fortuinen buiten beschouwing en kijkt alleen naar de lonen, pensioenen en uitkeringen. Op dat vlak is de ongelijkheid in België namelijk relatief beperkt. Zo kan je het grootkapitaal dan uit de wind zetten.
Voor deze kunstgreep heb je de Gini-index nodig. Die meet de inkomensverdeling op een schaal tussen 0 en 1. Nul staat voor perfecte gelijkheid en 1 voor totale ongelijkheid. Hoe lager de Gini-index, hoe gelijker. Ons land heeft hier met 0,24 een vierde Europese plaats.7
Maar de Gini-index meet alleen de belastbare inkomsten. De fortuinen zijn niet belast en ook de winsten erop (dividenden, meerwaarden en intresten) ontsnappen aan de fiscus. Voor het meten van de ongelijkheid is de Gini-index dan ook niet geschikt.
De Franse econoom Thomas Piketty heeft aangetoond hoezeer de ongelijkheid vooral bij het vermogen (het kapitaal) tot uitdrukking komt. De Gentse econoom Arthur Apostel berekende die ongelijkheid voor België. Het rijkste 1% van ons land heeft bijna een kwart van alle rijkdom in handen, meer dan de onderste 74% van de Belgische bevolking samen.8 Gelijkheid zei u?
Bewering: “Het nettoloon verhogen, daarover gaat het”
De liberale vicepremier David Clarinval schrijft: “We hebben een nieuwe belastinghervorming nodig die het nettoloon van de werknemers verhoogt.”9
Financieminister Vincent Van Peteghem van de CD&V lijkt de liberalen op hun wenken te willen bedienen. Nochtans weten we uit ondervinding dat het beweerde wondermiddel “het nettoloon verhogen” alleen maar kwakzalverij is. Ook in deze kwestie is de fiscaliteit in het geding.
De werkgevers houden op het brutoloon van hun werknemers een bedrijfsvoorheffing in voor de fiscus. Sinds twintig jaar zijn de regeringen daarop vrijstellingen beginnen geven. De werkgevers houden dat geld voor zichzelf, ook al is het niet van hen, maar van hun personeel. Wat klein begon, is vandaag een miljardenberg geworden, in 2023 goed voor 4,64 miljard.
Op dat elan wil Clarinval nu doorgaan: het nettoloon verhogen zonder dat het brutoloon stijgt. Want dat verbiedt de loonwet, weet u wel.
Verhoogt het brutoloon, dan moet de werkgever die stijging financieren. Maar wat als alleen het nettoloon stijgt? Waar komt de stijging dan vandaan, als ze niet van de werkgever komt en ook niet uit de hemel valt? Blijft alleen over: de werknemer. Die geeft uit zijn ene jaszak wat hij uit zijn andere jaszak weer terugkrijgt: de belasting op het loon daalt wel, maar dat wordt gecompenseerd door een verhoging van de btw en accijnzen. Bij de taxshift van de regering-Michel zagen we dat al. Deze verbruiksbelastingen zijn zo unfair als wat. Ze treffen de lage en middeninkomens verhoudingsgewijs het meest. Ze zijn “19de-eeuws” vindt Thomas Piketty.
1 L'Écho, 23 februari 2022.
2 Volgens de schattingen van Ludwig Verduyn, https://derijkstebelgen.be/vermogende/familie-eric- wittouck.
4 RTBF, 28 september 2022.
5 Volgens de Nationale Bank van België, juni 2022 – https://www.nbb.be/nl/artikels/eerste-resultaten-van-de-vierde-ronde-van-de-enquete-naar-het-financiele-gedrag-van-de
6 La Libre Belgique datum
7 https://www.iweps.be/indicateur-statistique/coefficiënt-de-gini/
8ArthurApostel, Daniel W.O'Neill, "A one-off wealth tax for Belgium: Revenue potential, distributional impact, and environmental effects", in Ecological Economics, Deel 196, juni 2022.
9 https://www.david-clarinval.be/page/derniere-ligne-droite-avant-le-13-juin.html