Europa zet de aanval in op onze pensioenen
In Frankrijk trekken werknemers ten strijde tegen de pensioenhervorming van Macron. In België moest de regering Michel afzien van haar planne voor een pensioen met punten. In Spanje betogen de "pensionistas" elke maandag voor menswaardige pensioenen. In Kroatië zijn de vakbonden erin geslaagd om de wettelijke pensioenleeftijd van 67 naar 65 jaar terug te brengen. De strijd voor het behoud van onze pensioenen woedt in veel Europese landen. Toeval?
Een raadseltje: weet u waar de aanvallen op de sociale zekerheidsstelsels in Europa - in het bijzonder de pensioensystemen - worden gecoördineerd? Antwoord: in de kantoren van de Europese Commissie. Deze instelling bestaat uit 28 commissarissen. Die zijn niet verkozen door de Europese burgers maar vormen wel de uitvoerende macht van de Europese Unie. De Commissie heeft grote invloed op ons dagelijks leven omdat zij het initiatief neemt voor alles wat met Europese wetgeving te maken heeft. Zo'n 70% van de wetten die in de nationale parlementen worden goedgekeurd, zijn niet meer dan een omzetting van regels die op Europees niveau zijn goedgekeurd. Maar de vraag blijft: waarom heeft de Europese Unie de aanval ingezet op onze pensioenen?
Het maatregelenpakket van de Commissie.
Na de financiële crisis van 2008 en de toenemende invloed van China is de Commissie naar een hogere versnelling gegaan en heeft ze een heel scala aan maatregelen doorgevoerd die een impact kunnen hebben op de pensioenen in Europa. Hoewel de pensioenstelsels tot de bevoegdheden van de lidstaten behoren, heeft de Europese Unie een sleutelrol gespeeld door hervormingen voor te stellen die toelaten de sociale uitgaven te verminderen, zo stelt het Europees Vakbondsinstituut vast. Denk daarbij aan het groei- en stabiliteitspact, of eerst het six-pack en dan het two-pack. Deze door de lidstaten goedgekeurde verdragen hebben de Europese Unie in staat gesteld om een bezuinigingsbeleid op te leggen dat naar een verlaging van de sociale uitgaven streeft.
Het besparingsbeleid van de Europese Unie streeft naar een verlaging van de sociale uitgaven
Het Europees semester is daar een concreet voorbeeld van. Dat zijn aanbevelingen die de Europese Commissie elk jaar in de maand mei aan de lidstaten doet. Deze aanbevelingen worden goedgekeurd tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in de maand juni. Daarin zetelen de 28 regeringsleiders. Deze aanbevelingen sommen de maatregelen op die de Commissie doet voor het stroomlijnen van het economisch beleid en het begrotingsbeleid van de lidstaten en van de regels en doelstellingen in de Europese Unie. Toevalligerwijze komen daarin regelmatig ook de pensioensystemen ter sprake.
Privatisering van de pensioenen
Na 2011 vond de Commissie het wenselijk om de "overbescherming" van werknemers met een contract van onbepaalde duur af te bouwen. Ze stelde voor om de pensioenleeftijd aan de levensverwachting te koppelen. Ze vroeg om de voorwaarden voor het brugpensioen te beperken en steunde het instellen van particuliere aanvullende pensioenen.
Zeven jaar later, op 25 mei 2018, kon de Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin), die bestaat uit de ministers van Economie en Financiën van alle lidstaten, beginnen jubelen. In het officiële communiqué laat Ecofin zien hoe de gecoördineerde hervormingen van de Commissie vruchten afgeworpen heeft:
"Ecofin:
- VERHEUGT zich dat in de meeste landen de recente pensioenhervormingen een positief effect gehad hebben, omdat zij de dynamiek van de overheidsuitgaven hebben beteugeld en hebben bijgedragen aan de stijging van de gemiddelde pensioenleeftijd.
- ONDERSTREEPT dat de lidstaten nog verdere stappen moeten ondernemen om de effectieve pensioenleeftijd omhoog te brengen, onder meer door vervroegde uittreding te voorkomen door actief ouder worden te bevorderen; sterkere prikkels te bieden om te blijven werken; en de houdbaarheid van het pensioenstelsel te verbeteren, bijvoorbeeld door de wettelijke pensioenleeftijd of de pensioenuitkeringen aan de levensverwachting te koppelen."
Om dat concreet te maken, heeft de Commissie een voorkeur: het pensioen met punten. Dat systeem, dat in Duitsland al werd ingevoerd, maakt het pensioenbedrag afhankelijk van verschillende externe factoren, waaronder de levensverwachting. Als de levensverwachting stijgt, zal het pensioen lager zijn.
Voor de overheid heeft dit systeem het voordeel dat de pensioenbedragen dalen. Het volstaat te kijken naar wat er gebeurt in Europese landen die het al hebben ingevoerd. In Duitsland is het pensioen met punten in voege sinds het begin van de jaren 2000. Het resultaat is catastrofaal: een op twee gepensioneerden krijgt minder dan 800 euro per maand, 16,8% van hen leeft onder de armoedegrens, meer dan een miljoen gepensioneerden – vaak boven de 70 jaar – moet minijobs doen om te overleven. In Zweden, waar het pensioen met punten sinds 2001 brokken maakt, gaat het niet beter: 92% van de vrouwen en 72% van de mannen zouden een hoger pensioen gekregen hebben als het vroegere systeem behouden was. Zoals in Duitsland moeten ook in Zweden veel gepensioneerden ondanks hun gevorderde leeftijd blijven werken: 38% van de Zweden van 67 jaar en 25% ouder dan 69 moet een activiteit aanhouden om hun te lage pensioen bij te passen.
Maar dat volstaat niet. De Europese Commissie betreurt "dat slechts 27% van de Europeanen tussen 25 en 59 jaar aan pensioensparen doet”. De Europese Commissie erkent dat "de markt voor individuele pensioenen in Europa momenteel versnipperd is als gevolg van een lappendeken van regels dat de ontwikkeling van een markt op EU-niveau belemmert".
Marc Botenga: "De wens om de pensioenen op Europees vlak te privatiseren, is er wel degelijk"
"De wens om de pensioenen op Europees vlak te privatiseren, is er dus wel degelijk", stelt Europees PVDA-afgevaardigde Marc Botenga vast. "Enkele maanden geleden heeft het Parlement gestemd voor het inrichten van een Europees individueel pensioenspaarproduct (Pan-European personal pension product – PEPP – nvdr). In wezen gaat het erover dat de werknemerspensioenen worden overgeheveld naar particuliere pensioenverzekeringen. De Europese Unie is in essentie zelf een product, een project dat op marktwerking gericht is: zij wil altijd meer sectoren aan de markt, private multinationals en banken overlaten. Bezuinigingen zijn daarop gericht. Die zorgen ervoor dat het staatsoptreden beperkt blijft en verplicht staten om over te gaan tot privatiseringen. Net als eerder de energie, de post en de spoorwegen moeten de pensioenen geprivatiseerd worden."
Een Europese tegenaanval
De antisociale maatregelen die in al deze hervormingsplannen voor de pensioenstelsels van de Europese landen terug te vinden zijn, lijken heel erg op elkaar. Dat is ook logisch, want het is de Europese Commissie die deze plannen coördineert en haar aanbevelingen voor bezuinigingen in die zin oriënteert. Bijvoorbeeld om de winst van de "Europese kampioenen" te maximaliseren door ons langer voor minder pensioen te laten werken. Met als "collateral damage" dat een goudmijn als die van de aanvullende pensioenen overgelaten wordt aan particuliere pensioenfondsen.
Omdat de aanval vanuit Europa komt, moeten wij op dezelfde manier reageren. Daarom heeft de PVDA verschillende delegaties uitgestuurd om de Franse manifestanten en stakers te gaan steunen in Rijsel, Parijs, Valenciennes, Straatsburg, Douai ... De linkse partij zal dat blijven doen zolang de Franse werknemers in hun krachtmeting met Macron niet de bovenhand gehaald hebben. De PVDA nodigt de Belgische werknemers uit om een bijdrage te storten in de solidariteitskas van de vakbond CGT om de stakende werknemers te steunen. Want hun strijd is ook de onze. Elke overwinning in één bepaald land waardoor de pensioenen in een omslagstelsel worden beschermd, betekent een overwinning voor alle Europese werknemers. Elke zege is een waarschuwing aan het adres van het Europese establishment: hun onverteerbare hervormingen komen er niet. Meer dan ooit is solidariteit tussen Europese werknemers een noodzaak.