Er zijn nog zekerheden: de grootste vermogens betalen nog altijd het minst belastingen
Het is al langer een traditie. De studiedienst van de PVDA bracht een top 50 uit van bedrijven die het meest voordeel halen uit de spitstechnologie van ons belastingstelsel. Spoiler alert: de rijksten betalen nog altijd hun deel niet ...
“De rijkste Belgen halen het meeste voordeel uit lage vennootschapsbelastingen”, zo luidt de titel van de negende editie van PVDA’s top 50 van fiscale kortingen en top 1000 van meest winstgevende bedrijven. En ter herinnering: de cijfers die auteur Marco Van Hees van de PVDA-studiedienst bezigt, komen niet van de vakbonden of van de PVDA zelf, maar van de Nationale Bank.
“De 50 Belgische bedrijven die kampioen zijn in het ontwijken van belastingen betalen een gemiddeld belastingtarief van 2,6%. De 1000 meest winstgevende bedrijven in België betalen een gemiddeld belastingtarief van 12,6%. De hervorming van de vennootschapsbelasting is nog niet van toepassing op de winsten van 2017, het onderwerp van deze studie, maar we kunnen nu al vaststellen dat de impact ervan zeer klein zou zijn geweest”, zo vat Marco Van Hees de belangrijkste conclusies van zijn onderzoek samen. De gemiddeld 2,6% belastingen die de 50 meest profiterende bedrijven betalen, ligt mijlenver van 33,99%, wat de normale aanslagvoet voor de vennootschapsbelasting is. De kleine zelfstandigen betalen die 33,99% wel ...
“De rijkste Belgische families ontlopen ons belastingsysteem”
Wat het meest opvalt in de top 50 is de aanwezigheid van bedrijven die in handen zijn van de rijkste Belgische families. Marco Van Hees: “Deze rijke families betalen geen vermogensbelasting. Ze zijn bovendien vrijgesteld van de nieuwe effectentaks omdat hun financiële activa niet via een effectenrekening worden aangehouden. En ze vergroten hun vermogen nog via holdings die nauwelijks belastingen betalen. In plaats van met hun enorme vermogens een bijdrage aan de samenleving te leveren, ontlopen ze ons belastingsysteem.”
We nemen even een kijkje over welke families het gaat.
Bovenaan het lijstje: de familie Boël via haar holding Sofina. Van Sofina is bekend dat ze al sinds … 1905 (de oorlogsjaren uitgezonderd) ononderbroken jaarlijks dividenden uitkeert en dat een voormalig eerste minister, Guy Verhofstadt, in de raad van bestuur zetelt. De families Boël, Solvay en Janssen zijn het symbool bij uitstek van de vertegenwoordigers van het oude, Belgische (Franstalige) kapitalisme, families die hun rijkdom in de 19de eeuw hebben vergaard en ook vandaag nog steeds aan de top staan. Volgens het klassement op de site derijkstebelgen.be staat de familie Janssen op de 9de plaats van rijkste Belgen, met een vermogen van 3,1 miljard euro, de familie Boël op de 15de plaats, met 1,5 miljard euro. Deze families controleren vijf vennootschappen van de top 50.
Ook de families die biergigant AB InBev bezitten, mogen mee profiteren van de gulheid van de regering. “De historische aandeelhouders van de grootste brouwerij ter wereld nemen het volledige podium van de rijkste Belgen voor hun rekening. Net als de families Boël-Solvay-Janssen zijn ook zij door huwelijken verbonden met een aantal families van de hoge adel en de rijke bourgeoisie, twee categorieën die vaak met elkaar verweven zijn”, aldus Marco Van Hees.
Daarna volgen de aandeelhouders van KBC (Vlerick, Bosteels, Bostoen ...), de familie (Albert) Frère, de families van de afstammelingen van Delhaize, de families Lhoist, Berghmans, Huts, d’Ieteren ...
Opmerkelijk is ook de mooie plek die de families Bertrand-Ackermans-van Haaren innemen. De beursgenoteerde holding Ackermans & van Haaren is in handen van Luc Bertrand. Zijn dochter, Alexia Bertrand, die ook in de raad van bestuur zit, is trouwens kabinetschef van vicepremier Didier Reynders (MR). Marco Van Hees: “We kunnen ervan uitgaan dat Alexia Bertrand tijdens de regeringsonderhandelingen over de effectentaks in alle talen heeft gezwegen over het belasten van financiële activa die niet via een effectenrekening worden aangehouden, zoals dat bij haar familie het geval is.”
“Er is geen geld!” O nee?
Mochten de bedrijven van de top 50 het normale belastingtarief betaald hebben, dan zou de Belgische schatkist 5,19 miljard euro rijker zijn. Met dat geld zouden we flink kunnen investeren, maar de regering laat het moedwillig liggen. Dat bedrag loopt zelfs op tot 9,8 miljard als we de fiscale kortingen van de top 1000 van meest winstgevende bedrijven bekijken (zij betalen 12,6% belastingen). En dat allemaal terwijl de regering-Michel herhaalt dat we langer moeten werken voor minder pensioen, dat we openbare diensten moeten privatiseren, dat leerkrachten die met pensioen gaan niet mogen worden vervangen ... allemaal omdat “er geen geld is”. Het is dus helemaal een kwestie van politieke keuzes. En we willen er ook op wijzen dat we hier niet pleiten voor het invoeren van een nieuwe belasting, maar dat we eenvoudigweg willen dat de bestaande correct geïnd wordt.
Kortom, als we deze top 50 bekijken, moeten we andermaal betreuren dat ons land een belastingparadijs is voor de rijken, maar een fiscale hel voor de werkende bevolking. De cijfers van de Nationale Bank tonen dat duidelijk aan.