Emilie Claeys : textielarbeidster op de barricade voor vrouwenstemrecht
Ze was voorvechtster van het vrouwenstemrecht, wilde dat vrouwen zich zouden bevrijden uit het keurslijf van huishoudelijke taken en dat ze evenveel betaald zouden krijgen als mannen. Emilie Claeys, arbeidster in de textielindustrie, wijdde haar hele leven aan de emancipatie van de volksvrouw, zowel thuis als in de fabriek.
Artikel geschreven door Livia Lumia en gepubliceerd in het magazine Solidair.
Emilie Claeys werd op 8 mei 1855 geboren in Gent. Haar vader was cafébaas, haar moeder een thuiswerkende weefster. Emilie ging naar een katholieke school, maar na de vroegtijdige dood van haar vader moest ze haar studies stoppen. Ze was nog heel jong toen de last voor het gezin op haar schouders kwam. Samen met haar moeder moest ze eten op tafel brengen voor haar vier broers en zussen. In een textielfabriek kon ze aan de slag als spinster.
Daar maakte ze kennis met de zware werkomstandigheden van de arbeidsters: “In de fabriek werken we 12 tot 13 uur per dag. Vaak verrichten we hetzelfde werk als de mannen, maar toch krijgen we maar de helft van wat zij verdienen. Niet omdat we minder hard werken of minder goed werk leveren, maar omdat we vrouwen zijn.” (citaat website Roza vzw, n.v.d.r.)
Emilie wees erop hoe zwaar de huishoudelijke taken op vrouwen wegen: “’s Avonds werken we thuis nog eens twee tot drie uur. Dat maakt dat we in totaal 14 tot 16 uur per dag werken, de helft meer dan redelijk is om het werken vol te houden en gezond te blijven.”
In die tijd waren vrouwen zoals Claeys uitgesloten van de politiek, niet alleen omdat ze tot de arbeidersklasse behoorden, maar ook omdat ze vrouw waren. In de 19de eeuw was stemmen alleen weggelegd voor rijke mannen. 98% van de bevolking had geen stemrecht: mannen uit de arbeidersklasse, vrouwen en buitenlanders.
De BWP brengt hoop
In 1885 richtten 59 coöperaties de Belgische Werklieden Partij op (voorloper van PS en sp.a, n.v.d.r.). Bij de oprichters niet één vrouw. Emilie Claeys was inmiddels een alleenstaande moeder, die haar twee kinderen in haar eentje grootbracht. Haar levenservaring en haar temperament hadden haar veranderd en ze besliste haar strijd bij de BWP te voeren. Ze vond dat socialisme en feminisme hand in hand moesten gaan. In 1886 richtte ze de Socialistische Propagandaclub voor vrouwen op.
In 1891 werd ze als eerste vrouw opgenomen in het Bureau van de Algemene Raad van de BWP. Twee jaar later werd ze verkozen in de Landelijke Raad van de BWP en werd ze uitgever van de socialistische krant Vooruit. Daartoe gestimuleerd door Claeys, engageerde de partij zich op het congres van 2 en 3 april 1893 om met alle mogelijke middelen te strijden tegen de onderdrukking van de vrouw en voor algemeen stemrecht, zowel voor mannen als voor vrouwen. Dat verklaart waarom vrouwenstemrecht dat jaar deel uitmaakte van het verkiezingsprogramma van de BWP.
Oprichting van "De Vrouw" en polemiek
Datzelfde jaar richtte Claeys samen met Nellie Van Kol, een militante Nederlandse feministe die in België woonde, de Hollandsch-Vlaamsche Vrouwenbond op en gaven ze het maandblad De Vrouw uit. Het maandblad werd verdeeld in Nederland en België en formuleerde vakbondseisen en sociale eisen over het statuut van de vrouw, met extra aandacht voor de arbeidersvrouwen.
In hun blad stelden Claeys en Van Kol de werkomstandigheden aan de kaak, alsook de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Maar ze hadden ook aandacht voor de ongelijke verdeling van huishoudelijke taken binnen het huwelijk. De Vrouw gaf ook praktische tips over geboortebeperking en contraceptie.
In België plaatste de Katholieke Kerk het blad op de Index van verboden boeken. Eén artikel in het bijzonder veroorzaakte een golf van protest: Een ernstig woord, dat Emilie Claeys ondertekende met het pseudoniem “Lilian”. Waarschijnlijk het allereerste artikel over geboortebeperking dat in Vlaanderen verscheen. Het artikel werd ook als brochure uitgegeven, maar de politie nam de hele oplage in beslag. Tijdens de hele polemiek kreeg Claeys geen steun van de BWP.
Proces van emancipatie
De BWP bleef in die confrontatie op de vlakte. In de partijbladen klonk wel formele steun voor Emilie Claeys, maar die was zonder daadkracht en actie. Emilie kon begrijpen dat de hoge heren van kerk en kapitaal tegen het vrouwenstemrecht waren. Ze waren ook tegen het stemrecht voor mannen. En vrouwen… tja, die konden ten hoogste in de fabrieken van de hoge heren werken, en uiteraard aan een lager loon, maar voor de rest moesten die zich met de kinderen en het huishouden bezighouden. Emilie was ontgoocheld dat de BWP die oude en versleten opvattingen niet principieel bestreed. De liberale en katholieke partij wilden dat de BWP de eis van het vrouwenstemrecht opgaf. Dat was een voorwaarde om deel te nemen aan het politiek bestuur. De BWP deinsde daarvoor achteruit en liet haar principe vallen.
Maar dag na dag rijpten de geesten en werd de vrouwenbeweging sterker. Emilie Claeys was een van die vrouwen die een grote bijdrage leverden aan de strijd voor vrouwenrechten. Ze zette een proces van emancipatie in gang dat vele navolgsters zou kennen en uiteindelijk zou leiden tot de toekenning van het stemrecht aan vrouwen.
Socialist in het hart
Emilie Claeys bleef binnen haar partij tegen de stroom in varen. Maar in 1896 werd ze betrapt op overspel in het huis van haar geliefde, een getrouwde man. Het dagblad Het Volk gebruikte de zaak om Claeys moreel in diskrediet te brengen. Samen met haar werd ook de hele socialistische beweging geviseerd. De BWP zat met de affaire in de maag. Ze maakte zich zorgen om het imago van haar militanten en dwong Claeys ontslag te nemen.
In de kranten Le Peuple en Vooruit, waar ze intussen was weggegaan, deden de socialisten alsof ze verontwaardigd waren. Maar achter de façade was de BWP vooral opgelucht dat Emilie Claeys, de militante die “een tikkeltje te progressief” was, van het toneel verdwenen was.
In haar hart bleef Claeys socialiste en geëngageerd, maar buiten de schijnwerpers. Ze overleed op 16 februari 1943 in Gent.