Elke patiënt heeft recht om op zijn eigen tempo te genezen
Minister De Block volhardt in de boosheid: nu wil ze met ‘wetenschappelijk onderzoek’ vastleggen hoe lang je met een aandoening als een burn-out thuis mag blijven. Niet alleen medisch fout maar ook geen oplossing voor het hoge aantal langdurig zieken.
‘Minister De Block wil richtlijn over duur arbeidsongeschiktheid voor acht aandoeningen’, zo stond er te lezen in Het Laatste Nieuws. De minister stelt vast dat artsen voor aandoeningen als borstkanker, burn-out of lagerugpijn erg uiteenlopende revalidatietermijnen voorschrijven en daarom wil ze hier richtlijnen voor laten opstellen. Dat is niet alleen medisch onaanvaardbaar – iedere patiënt moet de tijd krijgen om op zijn eigen tempo te genezen – haar initiatief illustreert nog maar eens hoe asociaal haar beleid en dat van deze regering wel is: eerst maken ze door hun maatregelen alsmaar meer mensen ziek en vervolgens dwingen ze langdurig zieken om snel weer aan het werk te gaan.
Dé vraag: waarom plots 400.000 langdurig zieken?
Nog nooit waren er zoveel langdurig zieke werknemers in ons land. Met 400.000 zijn ze ondertussen. Securex wijst in een rapport over het absenteïsme in 2017 twee hoofdoorzaken aan voor het langdurig ziekteverzuim: er zijn als maar meer 55-plussers aan het werk en de mentale en fysieke gezondheid van de werknemers gaat achteruit. Mensen zijn na een lange loopbaan gewoon op maar moeten door de verhoging van de pensioenleeftijd en de afschaffing van de landingsbanen verder werken. De werkdruk stijgt alsmaar, werk wordt alsmaar minder werkbaar en er gaat alsmaar minder aandacht naar een werkbare fysieke belasting. Flexi-jobs worden meer en meer de norm. Er wordt van werknemers verwacht dat ze te allen tijde beschikbaar zijn en zich hyperflexibel opstellen. Werk en gezinsleven combineren wordt voor steeds meer mensen een onmogelijke opgave. Het aantal burn-outs, ook bij jonge mensen, swingt de pan uit.
De Block wijst langdurig zieken en artsen met de vinger
De voorbije jaren heeft de overheid geen enkele inspanning geleverd om deze oorzaken aan te pakken. Wel wijst ze met een beschuldigende vinger richting zieke werknemers. Alsof zij verantwoordelijk zijn voor hun ziekte, en niet het ziekmakende werk. Zij worden gedwongen om snel in een re-integratietraject te stappen, op straffe van het verlies van een deel van hun uitkering. Koste wat het kost snel weer aan de slag, dat is de mantra van De Block. De nieuwe maatregel past dan ook in dat plaatje: vaste termijnen ziekteverlet per aandoening vastleggen en wie langer nodig heeft om te herstellen als profiteur bestempelen en bestraffen.
Ook artsen, wier primaire taak het is om patiënten te begeleiden bij hun herstel, worden met deze maatregel aangevallen. Zij riskeren op de vingers te worden getikt als ze “mensen te snel en te lang thuis laten blijven”. De redenering dat ‘wetenschappelijk onderzoek’ kan bepalen hoe lang een patiënt per ziektebeeld ziek kan (en mag) zijn, is nochtans kortzichtig en getuigt van een achterhaalde, enge visie op gezondheid en functioneren.
Een tarief voor alle langdurig zieken? Absurd
Zowel de artsenopleiding als de wetenschappelijke literatuur leggen al jaren de nadruk op het biopsychosociale model, dat oog heeft voor de interactie tussen medische, psychosociale en maatschappelijke factoren. Een optimale zorg voor patiënten vereist dat er met al die factoren rekening wordt gehouden. Geen twee patiënten zijn hetzelfde. Ieder leeft in zijn eigen context en zal dus ook een ander genezingsproces ervaren.
Een voorbeeld. Charlotte en An raadplegen beiden hun arts voor een burn-out. Charlotte is 39 en heeft een partner die haar steunt. Op haar werk zijn ze bereid aanpassingen aan te brengen om de werkdruk te verminderen. Charlotte gaat een jaar later weer aan de slag. An is 60 en al drie jaar thuis. Ze is alleenstaand en zorgt voor haar dementerende moeder die in een rusthuis verblijft. Op het werk vinden ze dat An overdrijft en dat ze haar job gewoon opnieuw moet kunnen doen zoals voorheen. “Aangepast werk bestaat hier niet”, vertellen ze haar.
Geneeskunde à la De Block is geen goede geneeskunde
Alleen kijken naar het ziektebeeld - zoals De Block niet enkel met deze nieuwe richtlijnen doet, maar ook met de al bestaande maatregelen rond re-integratie – is geen goede geneeskunde. Artsen behandelen een patiënt, een mens van vlees en bloed, en geen ziektebeelden. Goede geneeskunde betekent de patiënt centraal stellen. Mag dat nog?
Het idee dat we aan de hand van richtlijnen voor iedere patiënt de ziekteduur kunnen en moeten uniformiseren is absurd en onrealistisch. Het legt nog maar eens alle druk en verantwoordelijkheid bij de zieke werknemer. Genezen moet binnen een vooropgestelde periode. Lukt dat niet, dan is dat de schuld van de zieke werknemer die niet genoeg moeite doet en niet wil gaan werken. Nochtans, mensen die te ziek zijn om snel weer aan de slag te gaan, toch onder druk zetten heeft een averechts effect en zorgt er juist voor dat zij hervallen en zieker worden. “Ik sukkel al jaren met mijn rug”, vertelt Luc die bouwvakker is. “De eerste keer dat ik daarmee ziek viel, heb ik bij de dokter een spuit laten zetten zodat ik snel opnieuw aan de slag kon. Twee maanden later lag ik opnieuw uit. Toen duurde het meer dan een jaar voor ik weer kon gaan werken.” Sarah, een alleenstaande moeder die in een winkel werkt, vertelt hoe ze na een maagoperatie veel te snel opnieuw ging werken uit angst voor ontslag: “Ik moest wel, want de baas kon me ontslaan en ik sta alleen met de zorg van mijn zoon. Ik kon nog niet goed mee op het werk en dat zorgde voor wrijvingen. Ik zit nu al maanden thuis met psychische problemen. Mijn baas dreigt met ontslag.”
Waar is verantwoordelijkheid werkgever?
Nooit krijgen werkgevers enige verantwoordelijkheid in zo’n verhalen. Men gooit met richtlijnen voor re-integratie en over de duur van arbeidsongeschiktheid. En zelfs met sancties voor werknemers die “niet willen meewerken”. Maar waar blijven de richtlijnen voor aangepast werk? Waar blijven de richtlijnen voor het aanbieden van gezond en werkbaar werk? Waar blijven de sancties voor werkgevers die niet willen meewerken?
De redenering dat werknemers schuldig zijn aan hun ziekte is gewoon pervers. Het is aan de werkgever om ervoor te zorgen dat de werknemer in goede gezondheid aan de slag kan en in goede gezondheid zijn job kan verlaten. Wordt een werknemer toch ziek, dan is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om een aangepaste job aan te bieden op maat van de capaciteiten van de werknemer.
Voor holistische aanpak-op-maat ...
Een succesvolle werkhervatting moet kaderen in een holistische aanpak-op-maat die er voor elke patiënt anders uitziet. Hierbij staat de werknemer centraal. Het werk hervatten is een beslissing die de werknemer altijd zelf moet maken, in samenspraak met een multidisciplinair team dat hem hierbij begeleidt en wanneer de werknemer er klaar voor is. De werkgever heeft de taak en de plicht om de werkhervatting te faciliteren door – naargelang de noden van de werknemer – de werkpost, tijdelijk of definitief, aan te passen.
In het hele verhaal rond langdurig zieken gaat men altijd voorbij aan wat eigenlijk de essentie van de zaak is: de aanpak van de oorzaken van langdurige ziekte. De asociale beleidsmaatregelen van deze regering en de onstilbare winsthonger gaan ten koste van de gezondheid van werknemers. Zij zitten gevangen in een loopbaan die steeds langer en steeds zwaarder wordt, fysiek én mentaal. Ruimte om op adem te komen is er nog nauwelijks. Het wordt hoe langer hoe meer ‘leven om te werken’.
... en voor werkbaar werk
Voor de PVDA is er een duidelijke fundamentele koerswijziging nodig. We moeten werk maken van écht werkbaar werk – waarbij ook de balans tussen werk en vrije tijd gerespecteerd wordt – en van een vrijwillige re-integratie op maat van de zieke werknemer, waar de werkgever zijn verantwoordelijkheid in opneemt.