'Een nieuwe abortuswet? Een noodzakelijke stap vooruit dankzij volgehouden strijd'
België staat op het punt een grote stap te zetten in het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Dat zeggen Maartje De Vries, voorzitter van PVDA-vrouwenbeweging Marianne en Sofie Merckx, huisarts bij Geneeskunde voor het Volk en parlementslid voor PVDA, in een opinie op Knack.be. 'We moeten af van de patriarchale ideologie die vrouwen hardnekkig in de rol van moeder blijft duwen.'
Maartje De Vries en Sofie Merckx
We staan voor een momentum. Kiest het parlement binnenkort voor een depenalisering van abortus? Op dit moment tekent zich daarvoor een meerderheid af. Meerdere partijen, waaronder PVDA, dienden een progressief wetsvoorstel in. Ze werken nu samen aan een gemeenschappelijk voorstel dat abortus niet alleen moet depenaliseren, maar dat ook de wettelijke termijn uitbreidt naar achttien weken. Met dit voorstel zou België een enorme en noodzakelijke stap vooruit zetten in het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Een stap die we enkel kunnen nemen dankzij de volgehouden strijd van de feministische en pro-keuzebeweging die steeds is blijven strijden voor het keuzerecht van vrouwen.
Fundamenteel en noodzakelijk recht
Ongewenste zwangerschappen zijn van alle tijden, zwangerschapsonderbrekingen zijn dat ook. Het recht op een veilige en wettelijke abortus is daarom een fundamenteel recht van vrouwen. Want als er geen legale weg is, dient de illegale weg zich aan. Die biedt niet de nodige medische ondersteuning en is vaak levensgevaarlijk. Jaarlijks sterven meer dan 22.000 vrouwen wereldwijd door een onveilige abortus. Nog eens zeven miljoen houden er blijvende letsels aan over.
Het recht op abortus gaat enerzijds over fysieke veiligheid, anderzijds gaat het over het recht van vrouwen om te beschikken over haar eigen lichaam. Haar recht om een keuze te kunnen maken of ze (nog) een kind wil of niet. De heersende patriarchale ideologie waarmee onze samenleving doorspekt is - en die versterkt met de opkomst van extreemrechts - ontkent dat recht en gruwt van een depenalisering. Deze patriarchale ideologie blijft vrouwen hardnekkig in de rol van moeder duwen en ziet het als een ernstige misstap als iemand die rol niet kan of wil opnemen.
Zo stelt Dries Van Langenhove in een van zijn tweets dat hij het wel goed vindt dat abortus kan, maar dat het promoten ervan heeft geleid tot lichtzinnig en overmatig gebruik, in die mate dat het beschouwd wordt als anticonceptie. Marijke Dillen van het Vlaams Belang zwaaide onlangs in De Zevende Dag met een minipoppetje waarmee ze wou aantonen wat een vrouw die op latere termijn een abortus ondergaat, wel op haar geweten heeft. Dat zijn zware morele stigma's die volledig kaderen in het patriarchale discours dat vrouwen op 'hun taken' wijst. Een discours dat los staat van de realiteit van vele vrouwen die om duizend-en-één mogelijke reden ongewenst zwanger worden.
Een goed wettelijk en medisch kader is nodig zodat de keuze van de vrouw mogelijk wordt, los van elke moralisering en patriarchale druk. In België kan een vrouw een zwangerschap laten afbreken tot op de twaalfde week van de zwangerschap. Toch blijven straffen behouden voor vrouwen en artsen die buiten de lijntjes van de wettelijke bepalingen kleuren. De huidige wet beantwoordt niet aan de noden van het terrein, noch aan de realiteit van veel vrouwen. Zo zien we dat jaarlijks vijfhonderd vrouwen naar het buitenland gaan voor een abortus na twaalf weken. Deze vrouwen ondernemen een eenzame trip die handenvol geld kost. Er is geen nazorg en opvang voorzien. Wat ze doen, is illegaal. Daarom neemt het gemeenschappelijk wetsvoorstel een uitbreiding van de wettelijke termijn aan. Als we de termijn optrekken naar achttien weken dan kunnen deze vrouwen in België geholpen worden. Er zou hun een pak stress, verdriet, financiële belasting gespaard blijven en ze kunnen op de nodige nazorg rekenen.
Vaak spreken tegenstanders de vrees uit dat een verlenging van de termijn of een echte depenalisering de deur zal open zetten voor een wildgroei aan abortussen. In De Zevende Dag verwoordde Carine Vrancken (Luna vereniging van abortuscentra) het zo: 'Niemand is zich zo bewust van de duur van een zwangerschap dan een ongewenst zwangere vrouw.' Niemand zal langer zwanger blijven rondlopen dan noodzakelijk. Volgens Vrancken wordt tachtig procent van de abortussen uitgevoerd rond de zevende week van de zwangerschap en heeft België met 19.000 abortussen een van de laagste cijfers ter wereld. Een stormloop zal er niet komen, en besliste vrouwen gaan ook niet langer wachten. Depenalisering en het optrekken van de termijn zorgen vooral voor de nodige ruimte voor het maken van een eigen keuze, zeker voor die vrouwen die in een moeilijke situatie zitten zodat ook zij kunnen rekenen op goede medische zorgen en nazorg zonder dat ze illegaal naar het buitenland moeten of angst moeten hebben voor een straf.
Strijd van onderuit
De bestaande wet in België is niet uit de lucht komen vallen. Die is het resultaat van een volgehouden strijd van de feministische en pro-keuzebeweging. Het is dat verzet dat ook vandaag aan de basis ligt van de wetsvoorstellen in de Kamer.
Abortus is nog niet zo lang wettelijk mogelijk in België. Pas op 9 april 1990 keurde het parlement een eerste wet goed. Die kwam er na decennialange strijd. Een strijd die helemaal losbarstte in de tweede helft van de twintigste eeuw. Met de protesten voor de vrijlating van de arts Willy Peers. Op 18 januari 1973 werd de gynaecoloog opgepakt omdat hij clandestien abortussen uitvoerde. Op deze arrestatie volgde een enorme protestgolf met manifestaties in heel het land. Onder druk van die enorme protestbeweging moest dokter Peers worden vrijgelaten.
In de jaren 80 waren er nog een pak abortusprocessen tegen artsen en verplegend personeel voor het uitvoeren van illegale zwangerschapsonderbrekingen. Op 10 april 1980 ging de Gentse abortuskliniek 'Kollektief Anticonceptie' open. Het Kollektief voerde strijd voor het recht op abortus. Lucie Van Crombrugge was een van de bekendste boegbeelden. Zij maakte haar levenswerk van de strijd voor keuzerecht voor vrouwen en voor een echte depenalisering van abortus. In 2014 ontving zee samen met Willy Peers een eredoctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel voor haar rol in de strijd voor abortus.
Deze volgehouden strijd vanop het terrein leidde tot een eerste wet waarmee abortus onder bepaalde voorwaarden kan. Maar abortus bleef in het strafrecht staan. Deze wet bleef doorspekt van moralisering, culpabilisering en stigmatisering. Vorig jaar haalden de regeringspartijen onder druk van de pro-keuzebeweging en een gemeenschappelijk progressief wetsvoorstel van verschillende partijen abortus in zeven haasten uit het strafrecht. Toch bleven alle andere beperkingen behouden, waardoor dit slechts een flauw afkooksel is van een echte depenalisering.
Een tegenbeweging tegen de wet van 1990 liet niet lang op zich wachten. De pro-life-beweging, een zeer conservatieve katholieke beweging met veel steun vanuit extreemrechtse kringen, zette de aanval op het abortusrecht in. In 2010, exact twintig jaar na de abortuswetgeving in België, was er in ons land de eerste mars voor het leven. Tweeduizend mensen namen deel in Brussel. In 2011 waren ze met drieduizend. Niet alleen in België, maar wereldwijd proberen ze het recht op abortus te laten verbieden of zoveel mogelijk in te perken. In hun tactieken zijn ze driest. Ze houden manifestaties en gebruiken daarbij heel choquerend beeldmateriaal. Ze vatten post aan abortusklinieken om vrouwen te intimideren. Ze doen aan lobbywerk en zetten zo druk op het beleid.
Een van de eerste beleidsdaden van de Amerikaanse president Trump was de internationale steun voor ngo's die aan gezinsplanning en abortus deden, droogleggen. Dit jaar zijn er al in zestien Amerikaanse staten wetsvoorstellen ingediend om het recht op abortus aan banden te leggen. De impact van extreemrechts is voelbaar. Ook in andere landen, zoals bijvoorbeeld Polen, waar de overheid al jaren verwoede pogingen onderneemt om de wetgeving te verstrengen. Steeds stoten ze op zeer hevig protest van de Poolse vrouwen. Ook Bolsonaro zit in Brazilië op dezelfde ramkoers tegen alles wat vrouwenrechten betreft.
Nergens lieten vrouwen dit zomaar passeren en overal kwamen ze massaal op straat. Samen met de strijd tegen geweld tegen vrouwen is dit een zeer mobiliserend thema voor vrouwen over de hele wereld dat een boost geeft aan een nieuwe feministische golf. In verschillende Europese landen zijn er zo ook nieuwe belangrijke overwinningen afgedwongen. Vorig jaar nog slaagden de Ierse vrouwen erin om het achtste amendement van de grondwet te laten intrekken. Dat amendement stelde het leven van een foetus op dezelfde hoogte als het leven van een vrouw. Door dit amendement in te trekken, maakt de overheid abortus mogelijk. Iets wat tot dan toe verboden was in Ierland. Ook Noord-Ierland keurde recent een uitbreiding van de abortuswetgeving goed.
Het verzet van vrouwen doorbreekt barrières. Daarom is het belangrijk dat we blijven mobiliseren voor het recht op abortus, maar ook voor andere vrouwenrechten. Daarom zijn afspraken zoals de nationale betoging tegen geweld tegen vrouwen op 24 november en de internationale strijddag voor vrouwenrechten op 8 maart zeer belangrijk om onze stem te laten horen. Als we in de nabije toekomst een echte depenalisering bekomen en de wettelijke termijn kunnen uitbreiden dan is dat dankzij de decennialange mobilisatie van onderuit. We kunnen een enorme en belangrijke stap vooruit zetten in het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen in België. Tevens zal het een stimulans en steun zijn voor vrouwen wereldwijd om op te komen voor hun rechten.