Dood Jozef Chovanec door de politie in Charleroi: zaak moet tot op het bot worden uitgespit
“We zijn allemaal geschokt door de beelden van de dood van Jozef Chovanec”, zegt federaal volksvertegenwoordiger Gaby Colebunders (PVDA). “Ministers De Crem en minister Geens moeten uitleg komen geven over de gebeurtenissen in Charleroi tweeënhalf jaar geleden."
Het verloop van het onderzoek naar de dood van Jozef Chovanec roept heel wat vragen op. De weduwe en haar dochter moeten al tweeënhalf jaar raden wat er precies gebeurd is. Tot tweemaal toe vroeg zij om het onderzoek verder te zetten omdat er niet voldoende zaken opgehelderd waren. De aanvankelijk aangestelde wetsdokter ging er namelijk niet vanuit dat het politieoptreden tot de dood van de man had geleid, wat volgens een tegenexpert nu wel zo blijkt te zijn. Nu, tweeënhalf jaar verder, duiken er beelden op waarvan zelfs de federale politie officieel nog niet op de hoogte was.
De PVDA vraagt dat minister Geens het verloop van het onderzoek komt toelichten. Er zijn namelijk veel vragen die beantwoord moeten worden. Hoe verliep de samenwerking met de politie? Werd er met lokale oversten samengewerkt of was ook de politietop betrokken bij het onderzoek? Hoe komt het dat de bevindingen van de eerste wetsdokter en de tegenexpert zo uiteenlopend zijn? Hoe kan het dat de agente die een Hitlergroet nu pas uit het veld is gehaald? Waarom traden de lokale oversten niet eerder in en in welke mate waren de hoge functionarissen op de hoogte van de feiten? Wat was de rol van het comité P?
“Het is duidelijk dat er fouten zijn gemaakt en we moeten uitzoeken waar. Daarom vragen wij ook dat minister De Crem aanwezig is”, aldus Colebunders. Gisteren hebben wij de commissievoorzitters van de commissies justitie en binnenlandse zaken opgeroepen om de minister en het parlement vervroegd samen te roepen. Het is goed dat daar nu op ingegaan wordt.”
“Hier is duidelijk iets grondig misgelopen”, stelt Colebunders vast. “Ergens is cruciale informatie achtergehouden. Deze zaak moet tot op het bot uitgespit worden, maar we moeten ook het debat over de klachtenprocedure en informatiestroom binnen de politie openen. Zoals de Liga voor de Mensenrechten zegt, moet ook de rol van het comité P daarin onder de loep genomen worden.”
“Dit soort beelden mogen wij nooit normaal gaan vinden,” gaat Colebunders verder. “Een strikte deontologische code en transparantie voor de politie zijn een absolute noodzaak. Er zijn diegenen die onaanvaardbaar geweld pleegden, lachten en hun sympathie voor extreem-rechts toonden. Voor hen is geen plaats in de politie. Maar er zijn ook diegenen die er zijn in geslaagd om deze zaak twee jaar lang te verbergen.”
“Er moet dus niet enkel worden uitgeklaard wat er gebeurde. Ook de mechanismen die er voor zorgen dat zulke feiten niet aan het licht kwamen, moeten bloot gelegd worden. Het gebrek aan controle op en sancties tegen politiegeweld wordt regelmatig aangeklaagd door organisaties zoals de Liga voor Mensenrechten. Wie over de schreef gaat moet er uit. We hebben een andere politie nodig”, besluit Colebunders. “Een politie die ons beschermt en iedereen op dezelfde manier behandelt. Een politie waar geen plaats is voor racisme, seksisme, machtsmisbruik of buitensporig geweld.”