De verontrustende verrechtsing in Vlaanderen
Het politieke klimaat in Vlaanderen schuift verontrustend snel naar rechts. Wat vroeger alleen door het Vlaams Blok gezegd werd, is nu vaak bon ton geworden. Universele mensenrechten worden in twijfel getrokken, het nationalisme komt opnieuw op de agenda, en maatschappelijke tegenkrachten worden aan banden gelegd. Het zijn assen van een sluipende fascisering en van een elitair maatschappijproject.
“Wie zijn ideeën wil verkopen, moet proberen zijn politiek taalgebruik op te leggen aan de tegenstander. Dat doe je niet door termen te hanteren die je onmiddellijk in het defensief duwen. Vliegen moet je vangen met honing en niet met azijn.” Dat is een citaat van de jonge Bart De Wever. Hij is daar ook in geslaagd. Alle tegenstanders en vele politieke opiniemakers gebruiken ondertussen de woordenschat van de N-VA. De Vlaams-nationalisten hebben op korte tijd een "culturele hegemonie" weten op te leggen aan Vlaanderen, en dat deden ze met honing, niet met azijn. Het gedachtegoed van De Wever is ondertussen incontournable geworden, net als dat van Trump in de Verenigde Staten, van Orban in Hongarije, van Bolsonaro in Brazilië en van Salvini in Italië. Ideeën die in de decennia na de Tweede Wereldoorlog ondenkbaar waren, zijn vandaag gemeengoed geworden. Veel van wat het Vlaams Blok in de zwarte jaren 1990 zei, wordt vandaag uitgedragen als grote waarheid. Het is alleen anders verpakt, met een nieuwe taal, en het wordt verkocht als zogenaamd "realistisch rechts".
Zonder grondrechten is de burger overgeleverd aan de willekeur van de overheid
Dat proces wordt met een duur woord ‘fascisering’ genoemd. Het komt uit de jaren twintig van de vorige eeuw, net voor de machtsovername van Hitler in 1933. Een proces van verrechtsing, van autoritaire maatregelen, van repressieve wetten en van racistische ideeën stoomde toen de Duitse staat klaar voor de machtsovername van Hitler. Zoals een kikker die langzaam opgewarmd wordt, maar waarvan niemand ziet dat het kookpunt bereikt werd. Het gaat dus om een dubbel proces. Een proces waarbij steeds meer democratische en sociale verworvenheden worden afgebroken enerzijds. En waarbij de publieke opinie stap voor stap wordt gewonnen voor een uiterst rechts ideeëngoed anderzijds. We bekijken dat proces op drie assen: (a) de aanval op de universele mensenrechten, (b) het nationalisme, (c) het uitschakelen van de maatschappelijke tegenkrachten.
Eerste as: de aanval tegen universele mensenrechten
Uit de barbarij van het nazisme en de Tweede Wereldoorlog, onder meer gestoeld op de racistische leer van de ongelijkheid van mensen, kwam de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (zie hier). “Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren”, zo luidt het eerste artikel. Alt-right wil die gelijkheid ondermijnen en mensen opnieuw indelen in verschillende categorieën met verschillende rechten.
Het gaat erom een angstbeeld te creëren, een zondebok onderaan de maatschappelijke ladder om alle gesjoemel, gefoefel en gefraudeer aan de top van de maatschappij buiten schot te laten
Toen Filip Dewinter in 2012 de Conventie van Genève over het recht op vluchten in vraag stelde, antwoordde Bart De Wever nog: “Dat zijn mensenrechten, mijnheer Dewinter. Ik vind dat echt stuitend dat je die in vraag stelt.” Ondertussen zijn Bart De Wever en de N-VA ook zelf opgeschoven naar het standpunt van Filip Dewinter.
Mensenrechten zijn universeel: ze gelden voor iedereen. Maar voor iemand als Bart De Wever gelden ze alleen voor de burgers van zíjn natie. De voorzitter van de N-VA vindt de toegang tot de sociale zekerheid geen mensenrecht, maar een burgerrecht. Een mensenrecht is iets wat je onvervreemdbaar hebt van bij je geboorte. Niemand kan je die afnemen. Een burgerrecht moet je verwerven, en toegang tot de sociale zekerheid is een burgerrecht, zo zegt De Wever. Dat is een fundamentele aanval op de mensenrechten zoals die door de Verlichtingstraditie verstaan worden. Voor de radicale Verlichtingsdenkers worden we allen geboren met dezelfde, onvervreemdbare rechten; we zijn allen vrij en gelijk. Zonder grondrechten is de burger overgeleverd aan de willekeur van de overheid. Universalisme is in hun denken van onmetelijk belang: het zijn rechten van de mensen, van álle mensen. Daar wordt nu door De Wever & co een sterke ‘voorwaardelijkheid’ aan gekoppeld, en dat is een erg gevaarlijke piste.
Die voorwaardelijkheid wordt aangewakkerd door een politiek van angst. De angst dat het westen “overspoeld” zal worden door vluchtelingen, en dat het pact de “illegale migratie” zal doen toenemen. Dat is allemaal onwaar, dat is voldoende bewezen. Maar De Wever herhaalt dat vluchtelingen geen vluchtelingen zijn maar “gelukzoekers”, en dat ze “onze sociale zekerheid” zullen ondermijnen. Ongelooflijk, komende van een regeringspartij die bijna zes jaar lang de sociale zekerheid heeft ontmanteld. En bovendien is het niet waar. Het migratiepact verandert niets aan de huidige Belgische wetgeving over migratie. De waarheid doet er echter niet meer toe. Het gaat erom een angstbeeld te creëren, een zondebok onderaan de maatschappelijke ladder om alle gesjoemel, gefoefel en gefraudeer aan de top van de maatschappij buiten schot te laten. Vanuit angst voedt men het racisme, aangewakkerd door haatpolitici zoals Theo Francken en via sociale media vermenigvuldigd door fascisten zoals Dries Van Langenhove (Schild & Vrienden). Voor hen moet het racisme het ‘nieuwe normaal’ worden, en zo creëren zij opnieuw verschillende categorieën van mensen. Die dan een verschillende ‘toegang’ tot de mensenrechten hebben.
Tweede as: het nationalistische toegangsticket tot de Vlamingenclub
Door het organiseren van een maandenlange politieke crisis wil de N-VA ook opnieuw bewijzen dat België ‘onwerkbaar’ is. Je steekt zelf een stok in het wiel en dan foeter je dat je fiets niet meer rijdt. De komende maanden zal het nationalisme opnieuw op de agenda worden gezet, niet alleen tegen migranten maar ook tegen ‘de Walen’.
“VOKA is mijn baas”, zei De Wever. Hij bedoelt: VOKA is de baas van iedereen. En iedereen moet zich maar identificeren met die Vlaamse natie, en met die Vlaamse elite
De N-VA gaat volgens haar eigen statuten nog steeds voor een onafhankelijke Vlaamse natie. Die ‘Vlaamse natie’ is voor de N-VA een ‘objectief gegeven’ dat boven alle klassentegenstellingen staat en boven alle individuen. Er zijn niet langer tegenstellingen tussen steenrijke bankiers en lageloners, tussen belastingontwijkende multinationals en hardwerkende arbeiders, tussen rijk en arm. Neen, ze maken allemaal ‘organisch’ deel uit van de Vlaamse natie, die uiteraard wel geleid wordt door de ‘elite’. “VOKA is mijn baas”, zei De Wever op een onbewaakt moment. Hij bedoelt: VOKA is de baas van iedereen. En iedereen moet zich maar identificeren met die Vlaamse natie, en met die Vlaamse elite. Ondertussen aast de N-VA ook op het departement onderwijs en wil Theo Francken Vlaams minister van Onderwijs worden, om komaf te maken met het gelijkheidsdenken en om een nieuwe elitaire onderwijsvisie ingang te doen vinden.
Volgens Bart De Wever heb je ‘objectieve groepskenmerken’. Het feit dat iemand door geboorte Vlaming is bijvoorbeeld, of dat hij of zij Nederlands spreekt. Maar voor hem is ‘de subjectieve beleving’ het belangrijkste. Vlamingen en nieuwkomers moeten niet alleen Nederlands spreken, maar vooral ‘zichzelf verbeelden als Vlaming’ en ‘de morele orde van de gemeenschap’ onderschrijven. Het onderscheid met het Vlaams Belang bestaat erin dat volgens de N-VA buitenstaanders wel lid kunnen worden van de grote Vlamingenclub, maar alleen als ze de ‘morele orde’ van kapitalistisch Vlaanderen volledig omarmen. Zo verkoopt de N-VA haar nationalisme als ‘humanitair en civiel’, in tegenstelling tot het ‘etnische en racistische’ nationalisme van het Vlaams Belang. Maar in werkelijkheid is het onderscheid miniem.
Dat merk je vandaag het beste in het uiterst nationalistische Hongarije van Viktor Orbán, de politieke vriend van Theo Francken (N-VA) en het grote idool van de fascist Dries Van Langenhove (Schild & Vrienden). Orbán smeedde zijn regime op ‘de organische Hongaarse volksgemeenschap’, net zoals de Vlaams-nationalisten dat doen. Maar op het einde van de dag wordt duidelijk dat de Hongaarse werknemers alleen maar mogen dansen naar de pijpen van de grote Hongaarse en Duitse patroons. Op hun vraag werd de zogenaamde ‘slavenwet’ ingevoerd die 400 extra overuren per arbeider mogelijk maakt. Patroons hebben drie jaar lang de tijd om die uit te betalen, of wellicht niet uit te betalen. Het protest tegen die slavenwet groeit. En het protest slaat meteen ook alle illusies over een ‘organische volksgemeenschap zonder klassentegenstellingen’ aan diggelen.
Derde as: het uitschakelen van maatschappelijke tegenkrachten
Strijdbare en kritische vakbonden zijn altijd een doorn in het oog van het Vlaams-nationalisme geweest
In een extreemrechts regime worden maatschappelijke tegenkrachten verboden of aan banden gelegd. Niets mag de droom van een ‘organische volksgemeenschap’ in de weg staan, en al zeker geen kritische georganiseerde stemmen. De grote boeman voor het internationale Alt-right is mei 68. Tijdens de democratiseringsgolf van mei 1968 en de jaren 1970 werden nieuwe initiatieven van onderuit geboren. Buurtcomités, geneeskundige collectieven, wetswinkels, jeugdhuizen, culturele fronten, vrouwenorganisaties, vredesbewegingen, antiracistische organisaties, milieubewegingen en actiecomités waren bronnen van democratische creativiteit. Van onderuit is een divers en breed middenveld ontstaan dat een wezenlijk en noodzakelijk deel uitmaakt van de democratie. Het zijn die emancipatiebewegingen die vandaag onder vuur liggen. Het ene decreet na het andere volgt elkaar op om ze in te kapselen in het systeem, en om alle autonome en kritische aspecten weg te slijpen. Voor de N-VA moet het middenveld ingeschakeld worden in ‘de Vlaamse cultuurschepping’. Middenveldorganisaties moeten ambassadeurs worden van de ‘Vlaamse gemeenschapsvorming’ en wie dat niet doet wordt de laan uitgestuurd. Denk maar aan het ontslag van Vlaamse diversiteitsambtenaar Alona Lyubayeva, omdat ze zich te kritisch had opgesteld tegen het beleid van minister van Gelijke Kansen Liesbeth Homans (N-VA).
Extreemrechts heeft altijd al een bloedhekel gehad aan emancipatiebewegingen die opkomen voor gelijkheid. Het anticommunisme is historisch een ruggengraat geweest van alle extreemrechtse bewegingen, van Hitler in Duitsland tot Pinochet in Chili. Dat is vandaag niet anders, luister maar naar het discours van de extreemrechtse Braziliaanse president Jair Bolsonaro die Brazilië wil ‘veilig maken tegen het communisme’. Met diezelfde hetze valt de N-VA de PVDA aan, als ‘restafval van de geschiedenis’ en openen extreemrechtse knokploegen als Schild & Vrienden de jacht op studentenorganisaties als Comac. Dat was te zien in de ontluisterende Pano-reportage. Marxisten, mei 68’ers en gelijkheidsstrijders, ze moeten er allemaal aan banden worden gelegd voor de grote Vlaamse ‘volksgemeenschap’.
Dat geldt ook voor de vakbonden. Strijdbare en kritische vakbonden zijn altijd een doorn in het oog van het Vlaams-nationalisme geweest. ‘Staken schaadt, werken baat’ was lang de slogan van het Vlaams Blok. Bij de N-VA is dat niet anders. Maar zij gaat ergens een stap verder en wil ook af van de vakbondsrol in het sociaal overleg. De maatregel om mensen tot hun 67ste te laten werken, de indexsprong, de afbraak van de sociale zekerheid, de jacht op de langdurig zieken, het zijn allemaal maatregelen die deze regering mét N-VA heeft doorgevoerd zonder echt sociaal overleg. Door de strot van de vakbonden geduwd, zeg maar. De N-VA heeft een heel ander vakbondsmodel voor ogen. Zij willen corporatistische vakbonden die zich bezighouden met de productiviteit van de werknemers en steeds ‘het belang van het bedrijf’ (lees: de aandeelhouders) voor ogen hebben. Het is niet toevallig dan Ben Weyts spreekt van akkoorden afsluiten met “bedrijfsbonden”.
De N-VA in de slipstream van Steve Bannon
Met haar online campagne tegen het Migratiepact plaatste de N-VA zich op de positie van internationaal extreemrechts inzake migratie. Het is echt geen toeval of geen ‘communicatieblunder’ dat de N-VA het beeldmateriaal van Duitse extreemrechtse campagnes gebruikte. Weinig mensen weten dat de strijd tegen het Migratiepact begonnen is met de Amerikaanse president Donald Trump. Trump verliet de onderhandelingen al in 2017. “Het tart elke logica om zich in te beelden dat migratie zonder internationale discussie kan geregeld worden”, reageerde de woordvoerder van de Verenigde Naties toen. Maar extreemrechts trok zich daar niets van aan. Voor hen was het zaak om zélf koste wat het kost een migratiecrisis op te kloppen, los van alle feiten en oplossingen.
Het was de voormalige campagneleider van Donald Trump, de multimiljonair Steve Bannon, die extreemrechts in een nieuw jasje stak. ‘Alt-right’, zo noemt hij het. Bannon is vandaag bezig om extreemrechts in Europa te organiseren en hij wil het Migratiepact gebruiken om in heel Europa campagne te voeren. Met toestemming van Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) mocht het Vlaams Belang op 8 december een meeting organiseren in het Vlaams Parlement. Daarop waren Steve Bannon en de Franse extreemrechtse Marine Le Pen uitgenodigd. Bannon streeft naar eigen zeggen naar een “een rechtse populistische opstand op het hele continent, te beginnen met de verkiezingen voor het Europees Parlement volgend voorjaar”. Bannon hoopt dat extreemrechts in 2019 een derde van de zetels in het Europees Parlement binnenhaalt, en dat is niet eens onmogelijk. Het is vooral opmerkelijk dat ook de N-VA olie op hetzelfde vuur gooit, en zich in de slipstream van de Bannon-campagne tegen het Migratiepact begeeft.
Dit artikel komt uit het magazine Solidair van januari-februari 2019. Abonnement.