De "minimumdienstverlening" in de gevangenissen tast het stakingsrecht nog meer aan
De regering doet niks om de problemen in de gevangenissen aan te pakken maar slaagt er wel in om de actiemiddelen en het protest van het gevangenispersoneel aan banden te leggen. Tegelijkertijd holt ze het stakingsrecht nog een beetje meer uit. Ecolo, Groen en cdH werken daar aan mee.
Op donderdag 14 maart heeft de regering een wet aangenomen over de “minimumdienstverlening” bij stakingen in de gevangenis. Dankzij die wet kan de provinciegouverneur cipiers opvorderen als er teveel stakers zijn. De regering (samen met Ecolo, Groen en cdH) gebruikt de levensomstandigheden in de gevangenissen als argument om die inperking van het stakingsrecht te rechtvaardigen. Van hypocrisie gesproken.
Advocaat Jan Buelens, specialist op het vlak van stakingsrecht, sloeg de nagel op de kop met volgende uitspraak: “De regering heeft enkel oog voor de rechten van de gevangenen als ze die kan gebruiken tegen het stakingsrecht.” Want inderdaad, voor de rest is de regering niet in die rechten geïnteresseerd. De cipiers en hun vakbondsvertegenwoordigers klagen er immers over dat de minimumdienstverlening in meerdere gevangenissen een permanente situatie is geworden. Zo groot is het gebrek aan middelen.
Het stakingsrecht in de gevangenissen inperken, is in feite een manier om de vrijheid in te perken van degenen die willen protesteren tegen de erbarmelijke omstandigheden in de gevangenissen.
Die inperking van het stakingsrecht past perfect in de strategie van de regering, die het stakingsrecht in zijn geheel wil uithollen. Om op die manier protest tegen te gaan.
De PVDA is van mening dat het stakingsrecht niet mag worden ingeperkt, integendeel, het moet beter beschermd worden. De PVDA vindt dat de problemen in de gevangenissen moeten worden aangepakt, niet de mensen die die omstandigheden aanklagen.
Lees ook: Mensen opvorderen heeft niets meer te maken met sociaal overleg