De hervorming van het seksueel strafrecht: twee stappen vooruit, één achteruit
Op 17 maart 2022 keurde het parlement een hervorming van het seksueel strafrecht goed. De vrouwenbeweging vraagt al jaren meer aandacht voor het seksueel geweld en een daadkrachtiger beleid. #MeToo maakte wereldwijd grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar. Ook de mobilisaties in Elsene met #BalanceTonBar en de protesten op 8 maart dwongen de regering in actie te schieten. De nieuwe tekst is een vooruitgang, maar er is nog een hele weg af te leggen voor een maatschappij zonder seksueel geweld op vrouwen. Vandaag gaan we in gesprek met Maartje De Vries, voorzitster van Marianne, en Sofie Merckx, federaal fractievoorzitster van de PVDA.
Was een hervorming van het seksueel strafrecht nodig?
Sofie Merckx. Jazeker. Ons seksueel strafrecht dateert nog van 1867. Compleet verouderd dus. Neem bijvoorbeeld de “aanranding van de eerbaarheid”. De naam alleen al toont hoe gedateerd de wet is. Om iemand te veroordelen voor “aanranding van de eerbaarheid”, moet je aantonen dat er geweld of dwang bij komt kijken. Het feit dat het slachtoffer simpelweg niet instemde in de betastingen was op zich niet genoeg. Dit strafrecht is niet opgewassen tegen de realiteit van het seksueel geweld in onze samenleving.
Maartje De Vries. Vier op vijf vrouwen wordt ooit slachtoffer van seksueel geweld en één op zes is ooit verkracht. Voor LGBTQI+-personen of personen met een handicap liggen die cijfers zelfs nóg hoger. Dat is om van te duizelen. Daartegenover staan cijfers van een falend beleid. Het vertrouwen in het rechtsysteem is zo laag dat maar 4% van de slachtoffers aangifte doet. Dat is niet moeilijk als ze daar stuiten op onbegrip en op wetten die hen niet beschermen. Erger nog, van alle verkrachtingszaken wordt de helft geseponeerd, geklasseerd zonder gevolg. Dat bleek uit een vraag die onze fractie stelde aan de Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD).
Er wordt veel gesproken over ‘consent’, toestemming. Wat betekent dat precies?
Maartje De Vries. Toestemming betekent dat de betrokken partijen akkoord zijn met de seksuele handeling en dat is het enige criterium om te bepalen of een seksuele daad seksueel geweld is of niet. Kijk, te vaak wordt de schuld nog bij slachtoffers gelegd in een verkrachtingszaak. “Het meisje was uitdagend gekleed”, “als ze A zegt wil ze B zeggen” of “ze heeft niet nee gezegd”. Het zijn dingen die we vaak horen. Daar komt nu verandering in. Het strafrecht zet een belangrijke stap voorwaarts: de wet start met een definitie van toestemming als vertrekpunt. Seksuele daden zonder toestemming worden nu sowieso behandeld als seksueel geweld. Met de PVDA zijn wij daar zeer tevreden mee, want dat is ook de enige juiste manier om seksueel geweld te begrijpen. Als het niet ja is, is het nee!
Sofie Merckx. Aangezien toestemming de hoeksteen wordt van het seksueel strafrecht, moet de definitie goed zitten. Daarom hebben we er meermaals voor gepleit dat er moest worden opgenomen dat toestemming niet het gevolg kan zijn van dwang of psychisch geweld. We zijn blij dat dit uiteindelijk ook in de wet komt. Maar het kon beter. De regering had een voorbeeld kunnen nemen aan Spanje. Daar werd in 2020 de “enkel ja is ja”-wet aangenomen. Die wet kwam er onder druk van het feministische middenveld en heeft een mooie definitie van expliciete toestemming. Dat betekent dat je toestemming niet zomaar mag veronderstellen. Pas als iemand duidelijk aangeeft te willen deelnemen aan seksuele handelingen, heb je toestemming. We dienden een amendement in om dezelfde definitie te hanteren zodat het niet gewoon over toestemming gaat, maar over expliciete toestemming. Helaas hebben de meerderheidspartijen ons voorstel weggestemd.
Waar komt het idee vandaan om toestemming zo centraal te plaatsen?
Maartje De Vries. Al jaren pleiten feministische bewegingen over heel de wereld voor een betere bescherming van slachtoffers, een betere opvolging van daders en een aanpassing van de verouderde strafwetgevingen. Dat toestemming nu centraal komt te staan in het seksueel strafrecht, is aan niets anders te danken dan de aanhoudende mobilisaties van de vrouwenbeweging wereldwijd. En dat doen ze in moeilijke omstandigheden. Mondige vrouwen die opkomen voor hun rechten worden vaak het slachtoffer van intimidatie en geweld. Deze vrouwen verdienen alle eer en bakken respect voor hun moed en doorzettingsvermogen. Dit is hun overwinning.
Worden alle problemen weggewerkt door toestemming die centrale rol te geven?
Sofie Merckx. Helaas niet. We stellen vast dat ook na deze hervorming slachtoffers met een hoge bewijslast zullen worden geconfronteerd. Hoe bewijs je dat je niet instemde als er geen getuigen waren? Dat maakt het ook voor het gerechtelijk onderzoek moeilijk. Nochtans zijn er veel mogelijkheden om het onderzoek te verdiepen. Wij hebben meerdere constructieve voorstellen gedaan. Maar Vivaldi wou daar niet op ingaan.
We hoorden van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en van de Hoge Raad voor Justitie dat veel dossiers vastlopen omwille van een woord-tegen-woord-situatie. De verdediging van de dader haalt daarbij alles uit de kast om de verklaring van het slachtoffer in diskrediet te brengen. Bij het aanmaken van het dossier legt het slachtoffer vaak eerst een korte verklaring af en pas later een diepgaande verklaring. Door de tijd tussen de twee verklaringen en het trauma zijn de twee verklaringen soms niet helemaal gelijklopend. Die verschillen tussen de twee verklaringen gebruikt de dader soms om de verklaring van het slachtoffer in twijfel te trekken. Wij stelden daarom voor om het het recht op onmiddellijke juridische bijstand uit te breiden naar slachtoffers. De aanwezigheid van een advocaat bij het afleggen van een verklaring moet het slachtoffer beter beschermen. Vandaag hebben enkel verdachten dat recht. Spijtig genoeg werd ook dit voorstel weggestemd.
We deden ook een voorstel om het onderzoek naar de verdachte te verbeteren. In dit wetsontwerp van de regering staat dat de rechter mits een motivering kan vragen naar een psychologisch onderzoek van de verdachte. Dat is belangrijk, want seksueel geweld komt vaak niet uit het niets. Zo'n advies stelt ons in staat om het risico voor de samenleving in te schatten. Wij stelden daarom voor dit advies verplicht te maken bij elk dossier dat geopend wordt. Maar ook dit voorstel werd van tafel geveegd. De reden? Het zou te duur zijn. Maar ja, om geweld echt een halt toe te roepen, moet je natuurlijk de nodige middelen vrijmaken.
Welke rol heeft het strafrecht eigenlijk in de strijd tegen geweld op vrouwen?
Maartje De Vries. Het strafrecht, daar worden daders uiteindelijk mee veroordeeld. Maar we mogen niet vergeten dat het strafrecht en ook het gerechtelijk onderzoek altijd te laat komen. Iemand kan worden veroordeeld, maar op het eind van de rit blijft er een slachtoffer achter. Een slachtoffer dat altijd het trauma en de pijn met zich mee moet dragen. Met de PVDA kunnen we daarom geen vrede nemen met goed onderzoek en straffen alleen. We moeten alles op alles zetten om seksueel geweld te voorkomen.
Dat is geen makkelijke opdracht. Maar het belangt de hele samenleving aan. Seksueel geweld maakt namelijk deel uit van onze maatschappij. Het wordt nog veel te veel gebanaliseerd, geridiculiseerd en genormaliseerd. Zo heb je de uitspraken die Jeff Hoeyberghs in 2019 deed op een lezing van KVHV-Gent. Daar zei hij: "Vrouwen willen de privileges van mannelijke bescherming en geld, maar zij willen hun benen niet meer opendoen." Dergelijke uitspraken houden seksueel geweld in stand. Dat mogen we niet tolereren. Het is dan ook frappant dat N-VA en Vlaams Belang er als de kippen bij waren om Hoeyberghs te verdedigen wanneer hij voor zijn uitspraken werd veroordeeld.
Er moet worden ingezet op degelijke relationele en seksuele voorlichting voor kinderen. Wij moeten van jongs af aan leren over intimiteit, respectvolle relaties en toestemming. Daarnaast moet er natuurlijk ingezet worden op een brede sensibilisering bij de hele bevolking. Er wordt soms gesproken over de ‘grijze zone’. Zo was er onlangs veel commotie over de serie Twee Zomers. In die serie wordt een groepsverkrachting in beeld gebracht en volgens sommige mensen speelt dat zich in de grijze zone af. Maar Wim Van de Voorde van Hulplijn 1712 verklaarde heel duidelijk dat het niet gaat over een zogenaamd grijze zone, maar wel over pikzwart seksueel grensoverschrijdend gedrag. Door mensen goed te vormen omtrent het belang van toestemming, kan er licht schijnen op die grijze zone en kan er ongelooflijk veel leed worden voorkomen.
Tenslotte hebben we ook nood aan nultolerantie voor seksisme in de media, in reclame en in de publieke ruimte. Wat we nodig hebben, is een echte cultuuromslag. Ook dat zal geld en investeringen vragen.
Jullie komen wel vaak terug op die middelen?
Sofie Merckx. Uiteraard, daar komt het uiteindelijk steeds op neer hé. De Hoge Raad voor Justitie zei het ook tijdens de hoorzittingen in het parlement: “Als er niet voldoende geïnvesteerd wordt in mensen en middelen zal deze wet louter een symbool blijven”. Je kunt een goede wet hebben, maar als er geen middelen worden vrijgemaakt voor het beleid, dan blijven dat maar mooie woorden. In Spanje boekte men serieuze resultaten in de strijd tegen geweld op vrouwen. Men maakte er dan ook grote budgetten voor vrij. Dat is in België niet het geval. Helaas is dat steeds de grens waar Vivaldi op botst. Daarom is het belangrijk dat we doorgaan met de strijd tegen seksueel geweld op vrouwen. We moeten het op de politieke agenda blijven zetten.