De Europese Unie wil opnieuw de besparingstoer opgaan
Suspendues pendant la période Covid-19, Commission et gouvernements européens s’accordent pour remettre en place les règles budgétaires européennes. Quelques réformes pourraient même faire empirer les règles existantes. C’est inacceptable : ce serait un désastre social et environnemental.
Het crisisbeheer is mislukt
In maart 2020 moest de Europese Unie de besparingen stoppen. Er was een enorme behoefte aan investeringen om de economische crisis het hoofd te bieden. Daarom werden de Europese begrotingsregels en het befaamde Stabiliteitspact opgeschort. Dat was onvermijdelijk. De PVDA strijdt al jaren voor de afschaffing van deze regels. "Onrealistisch", "populistisch", antwoordden de traditionele partijen. De snelle opschorting van de regels laat zien dat het loslaten van besparingsregels in werkelijkheid niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk is.
Laten we duidelijk zijn: de Europese Commissie is niet van koers veranderd. De opschorting van de begrotingsregels was zeker niet in de eerste plaats bedoeld om de openbare diensten of de socialezekerheidsstelsels te versterken, maar om grote Europese bedrijven te overspoelen met staatssteun. Hoewel er een beperkt pakket Europese leningen werd samengesteld, konden rijkere landen zoals Duitsland meer geld bieden aan hun multinationals dan zwakkere landen. Dit heeft de ongelijkheid binnen Europa vergroot.
Hoewel ze gedwongen werd om tijdelijk de besparingen terug te draaien, is de Commissie niet van gedacht veranderd. Ze laat niet los. Geschenken aan bedrijven in de vorm van staatssteun zullen door iemand moeten worden betaald, aldus de Commissie. Een terugkeer naar bezuinigingen zou wel eens gebruikt kunnen worden om deze kosten op de een of andere manier op de werkende klasse af te wentelen.
Een hervorming die alles erger maakt?
Eind 2022 komt de Commissie met een voorstel om de begrotingsregels te hervormen. Ze presenteert de hervorming als een vereenvoudiging, de basiscriteria worden niet gewijzigd. De verschillende landen zullen bepaalde bezuinigingen kunnen uitstellen in ruil voor liberale hervormingen. Zo had de Commissie in 2019 vijftien landen aanbevolen hun pensioenstelsels te hervormen. Elf van deze landen hadden dat in 2022 nog niet gedaan. Het verzet in Frankrijk tegen de asociale hervormingen van Macron is daar niet vreemd aan. De nieuwe regels moeten ertoe bijdragen dat dergelijke hervormingen sneller worden doorgevoerd.
De Commissie probeert haar pakket te verkopen door te zeggen dat de sancties bij niet-naleving lichter zullen zijn. In werkelijkheid zal het vooral gaan om gemakkelijker uitvoerbare sancties. In het Europees Parlement hebben alle traditionele partijen dit voorstel trouwens toegejuicht. Midden maart stemden zelfs de Europarlementariërs van Vooruit en Groen voor een tekst en klopten zich daarbij op de borst omdat de Commissie de noodzaak van "een bredere reeks sancties" erkent. De Raad, waarin de regeringen, ook de Belgische, vertegenwoordigd zijn, heeft de hoofdpunten van het Commissievoorstel bekrachtigd.
Het Federaal Planbureau berekende dat voor België de besparingen met de nieuwe regels nog strenger zouden worden dan voordien. De begrotingsinspanning moet van 3,5 miljard per jaar (0,6% van het bbp) tot 5,8 miljard per jaar (1% van het bbp) gedurende vier jaar.
De besparingsdwangbuis openbreken
De Europese doelstellingen zijn arbitrair. Niemand verdedigt een eindeloze schuldenopbouw, maar het is absurd dat een staat niet tijdelijk wat meer kan investeren in zijn infrastructuur of in een sociaal noodplan. Een groot industrieel land als Japan heeft al jaren een overheidsschuld die ruim boven de 200% van haar bbp ligt.
De Europese regels worden in feite vooral gebruikt om openbare diensten kapot te maken en steeds meer sectoren te vermarkten. We hebben massale overheidsinvesteringen nodig, voor de klimaattransitie, voor onze gezondheidszorg enz. Daarvoor hebben we geen terugkeer naar besparingsregels nodig, maar een breuk ermee. Openbare diensten, pensioenen en lonen zijn geen probleem. Integendeel, zij maken deel uit van de oplossing voor een sociale uitweg uit de crisis.
Staatssteun moet gaan naar overheidsbedrijven die actief zijn in de kernsectoren van onze economie. Als we investeren in openbare diensten kunnen we kwaliteitsbanen garanderen en ervoor zorgen dat de klimaattransitie niet alleen effectief maar ook sociaal is. Dit is de enige manier om sociaal en klimaatherstel te garanderen. Er zijn ook sterkere solidariteitsmechanismen nodig, met een Europees toekomstfonds, om te voorkomen dat de ongelijkheid in Europa toeneemt.
Ten slotte moeten we niet alleen naar de uitgaven kijken, maar ook naar de inkomsten. Waar wachten we op om een echte miljonairstaks in te voeren? Waarom richt de EU zich niet op het bestrijden van belastingparadijzen binnen en buiten de EU? Een effectief minimumbelastingtarief voor grote multinationals in de Europese Unie kan een begin zijn om dit probleem te helpen oplossen, als het tenminste niet wordt ondermijnd door fiscale achterpoortjes. Met een Europese belasting op financiële transacties of een belasting op grote digitale multinationals als Google of Apple kunnen we de grote speculanten en financiers laten bijdragen.
Het Europese begrotingskeurslijf
De Europese begrotingsregels zijn gebaseerd op twee cijfers: De overheidsschuld van een lidstaat mag niet hoger liggen dan 60% van het bbp en het begrotingstekort mag niet meer dan 3% van het bbp bedragen. Op basis van deze regels zet de Europese Unie de staten onder druk om hun openbare diensten te privatiseren. Het Europees Semester is het instrument waarmee de Europese Unie de begrotingen en de uitgaven van de lidstaten controleert. Zo heeft de Europese Commissie de lidstaten de afgelopen jaren 63 keer geadviseerd om te besparen op gezondheidszorg. Bij niet-naleving kan je sancties en boetes verwachten.