De crisis in de kinderopvang is niet om mee te lachen
Een wereldvreemd parlement en een vrouwonvriendelijke regering, Lise Vandecasteele zag het allebei in het debat over de Septemberverklaring. Ze schreef dit opiniestuk voor De Standaard.
door Lise Vandecasteele
“Collega Vandecasteele, ik weet niet of u beseft dat er meestal twee ouders zijn en ook zoiets als een vader?” Parlementsvoorzitter Liesbeth Homans (N-VA) reageerde afgelopen zaterdag laconiek toen ik in het parlement aankaartte dat het beleid van de Vlaamse regering vrouwen weer aan de haard dwingt (DS 2 oktober). De hele Vlaamse meerderheid, van de N-VA over de CD&V tot de Open VLD, lachte en applaudisseerde lang en luid.
Het is pijnlijk om te zien hoe ministers en parlementsleden zelfs na de dramatische gebeurtenissen en de pakkende getuigenissen uit de kinderopvang nog luid kunnen lachen met de problemen in de sector. De wereldvreemdheid van de joelende parlementsleden was niet te harden.
Na het debat werd ik overspoeld door berichten. 'Ik vervang momenteel een lerares die bevallen is en voor haar kind geen plaats vond bij de kinderopvang', reageerde Meral. 'Niet iedereen verdient zoveel geld dat een van de partners thuis kan blijven om op de kinderen te letten', stuurde Vera.
Inderdaad, met het loon van parlementsleden is het gemakkelijk te zeggen dat een van de ouders thuis zal blijven. Werkende mensen komen - zeker vandaag - al niet rond als ze met twee gaan werken.
Hardnekkige rolverdeling
Feit is dat door het tekort aan en de uitval van personeel hoe langer hoe meer kinderdagverblijven de deuren sluiten of de openingsuren aanpassen. De crisis is groot, de hele sector en de ouders trekken al maanden aan de alarmbel. Mensen kunnen niet zomaar even de keuze maken om thuis te blijven. En heeft niet iedereen het recht op betaalde arbeid? De moeders maar ook de vaders, beste mevrouw Homans? In plaats van stevig te investeren in de kinderopvang, kiest deze regering om onderaan de Europese rangschikking te blijven bengelen als het op financiering per opvangplaats aankomt. Als er geen plaats is, moeten de ouders thuis maar voor de kinderen zorgen.
Dan zullen het vooral de kinderen en de moeders zijn die daarvoor de rekening betalen. Kinderen hebben recht op kwaliteitsvolle opvang. Als er voldoende begeleidsters zijn voor de zorg en de pedagogische omkadering, dan zijn de positieve effecten ervan nog te zien tot de middelbare-schoolleeftijd. Als crèches sluiten, dan zijn het meestal moeders die thuisblijven voor de kinderen. Verpleegkundigen, zorgkundigen, leerkrachten, kassiersters, die niet kunnen gaan werken.
Dat weglachen is de realiteit ontkennen van de hardnekkige rolverdeling. Van de lagere verloning van vrouwelijke sectoren, waardoor vrouwen vaak als eerste stoppen met werken. Zij werken vaker deeltijds dan mannen. En de reden daarvoor is, in tegenstelling tot bij mannen, vooral om te zorgen voor kinderen of familieleden. Vrouwen staan nog steeds meer dan mannen in voor de huishoudelijke taken en de zorg en opvoeding van de kinderen. De impact daarvan op de financiële situatie van vrouwen is navenant: de vele uren onbetaalde zorgarbeid leiden tot een inkomenskloof.
Negen is te veel
Het vrouwonvriendelijke beleid van de Vlaamse regering gaat niet enkel over moeders thuis houden, maar ook over de vrouwen die werken in de kinderopvang. De verwachtingen en de werkdruk voor de kinderbegeleidsters zijn torenhoog, maar die worden er niet naar betaald en evenmin voor erkend. Dat zal met het huidige budget van de Vlaamse regering voorlopig niet veranderen. De lonen gaan er niet gevoelig mee kunnen stijgen, en de kindnorm gaat er niet mee verbeteren. 'Negen is te veel' is nochtans de centrale eis van het protest. In Vlaanderen moet één kinderbegeleidster zorgen voor acht tot negen kinderen, een van de hoogste aantallen in Europa.
Parlementsleden lachen de crisis in de kinderopvang weg met een maatschappijbeeld dat mijlenver van de realiteit staat. Vrouwen en kinderen gaan er vooral voor opdraaien, maar evengoed de vaders en de hele samenleving. Het gelach is totaal ongepast.