Cultuursector weert zich in moeilijk tijden
De cultuursector is zwaar geraakt door de coronacrisis. In België werken ongeveer 80.000 acteurs, muzikanten, plastische en andere kunstenaars in de sector. Bijna 200.000 mensen indien we het technisch en ondersteunend personeel meerekenen. De sector schoot van bij het begin van de crisis snel in actie. Dit was nodig omdat politici geen aanstalten maakten om noodmaatregelen voor iedereen in de sector uit te werken.
Begin mei publiceerde de Nationale Bank cijfers over de impact van de coronacrisis. De omzet in de cultuursector kromp met gemiddeld 85%. Het zal dan ook niemand verbazen dat de cultuursector overal donker rood kleurt, financieel, maar ook letterlijk, zoals je op instagram onder de hashtag #RedAlert kan zien.
Creatieve en strijdbare sector
De sector bleef echter niet bij de pakken zitten. In een mum van tijd schakelden artiesten over naar een online aanpak zodat hun kunst – meestal gratis – beschikbaar bleef voor het grote publiek. Zo speelt de sector ook vandaag nog een belangrijke rol om deze moeilijk periode door te komen. Maar gratis werken brengt geen brood op de plank. Toen bleek dat 10.000 kunstenaars op geen enkele noodmaatregel een beroep konden doen, schoot de hele sector in actie. Onder deze druk stemde een meerderheid in het federaal parlement op 9 juli voor de tijdelijke uitbreiding van de werkloosheid naar de cultuursector. Dat was nodig want de ad hoc maatregelen voor de gesubsidieerde structuren, de kunstenaars met een statuut en de zelfstandige-kunstenaar-ondernemer zijn niet op maat van de vele cultuurwerkers die in precaire statuten actief zijn.
Tegelijkertijd maakte de cultuursector ook werk van het Covid Event Risk Model, een draaiboek voor het coronaveilig organiseren van evenementen. Hierdoor klaarde vanaf 1 juli de hemel een beetje op. Evenementen met een publiek van 100 aanwezigen (binnen) en 200 (buiten) werden mogelijk. Sindsdien kan je elke dag wel ergens een concertje of toneelstuk meepikken rekening houdend met de nodige sanitaire maatregelen. De verdere uitbreiding naar 200 en 400 aanwezigen kon uiteindelijk maar echt opstarten vanaf 1 september omdat het aantal besmettingen eind juli opnieuw snel toenam. Dat was een zware slag voor de sector die klaar was om meer mensen te ontvangen tijdens de geplande events. #SoundOfSilence, een oproep die de evenementensector wil verenigen, ging viraal en vraagt om perspectief. En ook onder de hashtag #StillAlive kwam de evenementensector digitaal in actie, nu zondag 6 september volgt er een mobilisatie in Brussel.
Zoektocht naar meer publiek en de nodige ondersteuning
Alle initiatieven ten spijt blijven de cultuurwerkers het moeilijk hebben. De steunmaatregelen die de overheid nam zijn ontoereikend en beperkt in de tijd, de meesten lopen eind dit jaar af. Het Overleg Kunstenorganisaties (oKo), De Federatie en Overleg Cultureel Erfgoed (OCE) zijn dan ook duidelijk: “Waar de cultuursector nu nood aan heeft is een duidelijk perspectief met zekerheid over de (financiële) langetermijnplanning en de engagementen voor de komende periode.” De grote onzekerheid blijft knagen en er is ook veel onbegrip over de strenge regels voor het aantal aanwezigen die bij evenementen zijn toegelaten. De sector voelt zich in de steek gelaten door de overheid. Dit wordt nog versterkt door de ontslagrondes die in de sector elkaar opvolgen. Ook bij de grote werkgevers laat de solidariteit met haar cultuurwerkers wel eens te wensen over.
De cultuursector legt een aantal voorstellen op tafel die gezien de huidige dalende cijfers van het aantal besmettingen stap voor stap kunnen toegepast worden.
Ten eerste moet er dringend werk gemaakt worden van een lange termijnvisie voor ondersteuning van de meest kwetsbare cultuurwerkers en kleine niet-gesubsidieerde en projectmatig gesubsidieerde spelers. De toegang tot tijdelijke werkloosheid tot het einde van het jaar en de beperkte premies zijn geen oplossing voor hen. De beschikbare middelen moeten op deze groep gericht worden en niet op de grote kapitaalkrachtige bedrijven zoals Studio100 (69 miljoen euro bruto winst in 2018) of Live Nation (3,5 miljard euro brutowinst in 2019).
Ten tweede is er de uitbreiding van het aantal toeschouwers op basis van de grootte van de speellocatie (binnen of buiten) in plaats van het vaste cijfer van 200 (binnen) en 400 (buiten). Indien dit standaard in het Covid Event Risk Model wordt opgenomen dan is het niet nodig om via een extra administratieve stap op lokaal vlak te passeren. Ook wordt willekeur vermeden. Natuurlijk moeten ook bij een uitbreiding van het aantal aanwezigen de basisregels gerespecteerd blijven zoals afstand houden, mondmaskers dragen, enkel zittende evenementen, vaste looplijnen, … . Ook moeten de regels voor het veilig kunnen werken door het personeel minutieus opgevolgd worden. De sector terug op gang trekken mag de algemene volksgezondheid natuurlijk niet in gevaar brengen want dan zitten we snel terug in het straatje van de lockdown. Dit stelt iedereen in de sector voor een grote verantwoordelijkheid. Ook het publiek speelt daarbij een rol. Zorg dragen voor elkaar is ook nodig tijdens voorstellingen natuurlijk.
Cultuur is deel van het leven
Ten derde is de beslissing om tot op heden geen “extra-muros” activiteiten toe te laten in het middelbaar onderwijs een harde noot om kraken voor veel kunstenaars. Voor velen onder hen zijn de inkomsten via schoolactiviteiten zeer belangrijk. De uitdaging ligt er dan ook in om deze activiteiten binnen de klasbubbels toch mogelijk te maken. En waarom geen cultuur naar de woon-zorgcentra brengen? We moeten absoluut vermijden dat onze ouderen die daar verblijven opnieuw vergeten worden.
Het water staat de cultuursector aan de lippen. We mogen hem niet laten verdrinken. Niet enkel voor de 200.000 werknemers, maar ook voor onze maatschappij als geheel. Cultuur maakt een wezenlijk deel uit van het leven en iedereen moet er toegang toe krijgen.