COP26: Greenwashfestival van het Noorden
De COP26 in Glasgow zal het klimaat niet redden. Voor de landen in het Zuiden en de bevolking wereldwijd is het een flop, voor de fossiele industrie en het groene kapitalisme een succes. Ondertussen wordt beschuldigend naar India en China gewezen om zo de eigen verantwoordelijkheid te ontwijken. De enige manier om het klimaat te redden, is een brede beweging uitbouwen die heel de bevolking meeneemt en solidair is met het Zuiden.
“De COP26 is gedaan. Hier is een korte samenvatting: bla bla bla”, zo tweette Greta Thunberg na afloop van de klimaattop. Haar verontwaardiging is terecht. Waar het klimaatakkoord van Parijs nog sprak van het beperken van de mondiale opwarming tot “liefst 1,5°C en ver onder 2°C” tegen het einde van deze eeuw, wil dat van Glasgow zich verrassend genoeg houden aan de fameuze 1,5°C, maar om dat te bereiken is er geen enkele serieuze vooruitgang geboekt.
Business as usual
Eén van de hoofdpunten op deze klimaattop was de “Nationally Determined Contributions” (NDC’s), de nationale klimaatplannen die samen moeten zorgen voor een wereldwijde opwarming van maximum 1,5°C. Daarvoor moet de mondiale uitstoot zakken met 45% tegen 2030 en klimaatneutraliteit bereikt worden in 2050. Enkel India en Brazilië beloofden hun ambitie aan te scherpen, maar geen enkel land legde strengere doelstellingen vast in hun klimaatplannen. Met de huidige plannen gaan we volgens het Europees Milieuagentschap (EEA) zelfs naar een verhoging van de uitstoot met 10% tegen 2030. Dat kan ons brengen naar een opwarming van 2,4°C tegen het einde van deze eeuw.
Deze business as usual is er gekomen onder druk van de fossiele brandstofindustrie. Die was met 503 lobbyisten de grootste delegatie, groter dan die van eender welk land op de klimaattop. Hun delegatie was zelfs groter dan de acht landen die het hardst getroffen worden door de klimaatverandering samen. Ook de sponsors van de COP26 staan niet bepaald bekend om een goede klimaatreputatie: meubelgigant IKEA, autobedrijven Land Rover en Jaguar, energiemultinational NationalGrid, voedingsbedrijf Unilever, technologiereuzen Microsoft en Google, en ga zo maar door. In dat opzicht zijn de echte winnaars van de COP26 de vervuilende multinationals die verantwoordelijk zijn voor de klimaatopwarming.
Het Zuiden is de grote verliezer
Een ander uiterst noodzakelijk punt waar geen vooruitgang op is geboekt, is de steun voor landen uit het Zuiden en de compensatie voor de schade die ze nu al ondervinden door de klimaatverandering. In het klimaatakkoord van Kopenhagen uit 2009 werd beslist dat ontwikkelingslanden tegen 2020 100 miljard dollar per jaar moesten krijgen van de rijke westerse industrielanden. Dat is nodig om ze te helpen gigantische investeringen te doen in groene technologie. De landen uit het Zuiden willen dat die financiering verhoogd wordt naar 1.300 miljard dollar per jaar vanaf 2025. Een bescheiden bedrag, als je weet dat er elk jaar 5,7 triljard dollar aan subsidies naar de fossiele industrie vloeit.
Lees verder onder de foto
Vandaag wordt slechts 79 miljard dollar per jaar financiële steun gegeven. Het grootste deel daarvan zijn geen donaties of kwijtgescholden schulden maar leningen die moeten worden terugbetaald. Bij die financiering komt voorlopig niks bij en de discussie om vanaf 2025 extra te geven, wordt uitgesteld naar de klimaattop van volgend jaar. Daarnaast komt er ook geen fonds om de zogenaamde loss and damage te compenseren. Dat is de schade door klimaatrampen die het Zuiden vandaag al heel hard treffen: droogtes, mislukte oogsten, orkanen en overstromingen. De westerse landen vrezen dat zo de poort wordt opengezet voor schadeclaims door landen uit het Zuiden. Ahmadou Sebory Touré, vertegenwoordiger van opkomende landen en ontwikkelingslanden, vat het als volgt samen: “Er is slechte wil langs de kant van de ontwikkelde landen, die kwetsbare landen vragen om steeds meer te doen, maar zonder de befaamde 100 miljard op tafel te leggen.”
De schuld van de ontwikkelingslanden?
De westerse landen willen nu vooral de schuld voor de klimaatopwarming afschuiven op groeilanden als India en China. Behoorlijk hypocriet, als je weet dat 92% van de historische uitstoot sinds 1850 uit Noordelijke landen komt. Ook vandaag is de ton CO2-uitstoot per inwoner in het westen veel groter. Zo is die van de VS meer dan 15 ton CO2 per inwoner, tegenover 7,4 ton per inwoner in China of net geen 2 ton per inwoner in India. Ten slotte zijn veel van de broeikasgasemissies die in het Zuiden worden uitgestoten het gevolg van goedkope productie voor de westerse markt. “De westerse landen outsourcen hun vervuiling en zeggen dan dat wij minder moeten uitstoten”, zei de Indiase historicus, journalist en directeur van het Tricontinental Insitute of Social Research Vijay Prashad tijdens een conferentie voor de 200 jongeren die met Comac naar Glasgow gingen.
Het leidt vooral af van het falende klimaatbeleid van de westerse landen. Daags na de klimaattop zei Amerikaans president Joe Biden dat hij “geen andere keuze” heeft dan nieuwe olie- en gasvelden in de Golf van Mexico goed te keuren. Ook de Britse regering, gastheer van de klimaattop, zal in het westen van Shetland nieuwe olievelden toelaten. Frankrijk zal dan weer een nieuw gasproject in Lorraine goedkeuren. Ook onze eigen regering wil 3,5 miljard subsidies toewijzen aan energiemultinationals om gascentrales bij te bouwen. Het is ook onder druk van de rijke landen dat de slottekst van Glasgow niet spreekt over de complete afbouw van subsidies voor fossiele brandstoffen maar over het “verminderen” van “inefficiënte subsidies” met uitzonderingen voor “specifieke nationale omstandigheden”. Zo kunnen heel wat fossiele projecten gewoon verder worden gesubsidieerd.
“Door het verhaal te verdraaien en India en China de schuld te geven, verbergen de VS het feit dat er geen nieuwe verplichtingen zijn inzake klimaatfinanciering of verlies en schade - de twee prioritaire gebieden voor ontwikkelingslanden”, zegt de Canadese klimaatactiviste en journaliste Naomi Klein. De Franse econoom Maxime Combes vat het als volgt samen: “Zonder zelfs te spreken over het gebrek aan financiering voor de landen van het Zuiden of over de invoering van gas in de ‘Europese groene taxonomie’, zijn er misschien een paar kleine zaken die hier moeten worden geregeld voor men de hele wereld de les spelt over het klimaat.”
Het heilige groene kapitalisme
Over één ding zijn de landen het wel eens geraakt: de oprichting van twee koolstofmarkten vanaf 2023, één voor landen en één voor bedrijven. Het principe achter koolstofmarkten is dat je meer mag uitstoten dan toegelaten door uitstootrechten bij te kopen. Multinationals en regeringen mogen ook op andere manieren compenseren, door bijvoorbeeld bomen bij te planten of te speculeren op dure onderontwikkelde technologieën, zoals het opslaan van koolstof (carbon capture and storage of CCS).
In Europa bestaat zo’n koolstofmarkt al: het zogenaamde Europese emissiehandelssysteem (ETS). In België vallen zo’n 243 bedrijven, die samen 40% van de CO2 in ons land uitstoten, onder dat systeem. Hun uitstoot daalt niet sinds 2011. Dat terwijl ze tussen 2021 en 2025 7,3 miljard euro aan gratis emissierechten zullen krijgen. Het toont aan hoe het groene kapitalisme met haar marktoplossingen niet in staat is echt iets te doen aan de klimaatopwarming maar wel een nieuwe lucratieve business voor bedrijven creëert.
Lees verder onder de foto
Koolstofmarkten zijn een rem op de klimaattransitie, want in plaats van verplicht te worden broeikasgassen uit te faseren, kunnen multinationals meer blijven vervuilen dan noodzakelijk. Geen wonder dat 103 van de lobbyisten van de fossiele industrie aanwezig op de COP tot de International Emissions Trading Association (IETA) behoorden, een internationale organisatie die pleit voor een wereldwijd emissiehandelssysteem. Om een echte uitfasering van fossiele brandstoffen te verwezenlijken, moeten we de multinationals uitstootnormen opleggen die hen verplichten minder te vervuilen door hun productieproces aan te passen. "Waar het Akkoord van Parijs de mogelijkheid open liet voor niet-marktgebaseerde internationale samenwerkingsmechanismen, hebben de staten uiteindelijk gekozen voor gevaarlijke en oneerlijke koolstofmarkten", besluit Maxime Combes (L’Humanité, 15 november).
Geen Belgisch akkoord
Als klap op de vuurpijl slaagden onze vier ministers van klimaat er niet in om tot één akkoord te komen om in Glasgow te verdedigen. Enkele dagen voor Vlaams minister voor Klimaat Zuhal Demir (N-VA) naar de klimaattop moest vertrekken, was ze zelfs nog met vakantie in Marbella. België zakte zo naar plaats 49 op de Climate Change Performance Index, ver onder landen als China en India en naast landen als Slovenië, Tsjechië en Polen.
De versnippering van bevoegdheden in België zorgt er voor dat we keer op keer geen klimaatakkoord kunnen presenteren. Zo wordt de stilstand georganiseerd en het status quo bevestigd. In plaats van vier ministers zouden we er beter één hebben. De opwarming van de aarde stopt immers niet aan de taalgrens.
De strijd voor het klimaat stopt niet bij de COP
De COP26 was een flop voor de bevolking van de planeet, maar een greenwashfestival voor de vervuilende multinationals en het rijke Noorden. De strijd tegen de klimaatverandering stopt echter niet aan bij COP. “Het echte werk begint buiten deze zalen. We zullen nooit opgeven”, zei Greta Thunberg na de klimaattop via Twitter. “Het wordt hoog tijd dat een orkaan van burgers de onderhandelingstafel omver werpt en de staten, internationale instellingen en multinationals verplicht zich te onderwerpen aan de urgentie van de klimaatverandering”, schrijft Maxime Combes (L’Humanité, 15 november).
Om heel de bevolking mee te krijgen in de strijd voor het klimaat, moeten we ons afzetten tegen het klimaatelitisme en strijden voor sociale en collectieve oplossingen. Dat wil zeggen: geen ecotaksen zoals rekeningrijden en koolstoftaksen, geen verplichte dure renovaties die de factuur en de verantwoordelijkheid doorschuiven naar de individuele burger. Ze duwen de mensen in de handen van het klimaatscepticisme van extreemrechts en laten de echte verantwoordelijken buiten schot.
Er moeten bindende uitstootnormen komen voor vervuilende multinationals, die hen verplichten elk jaar hun productieproces aan te passen om hun uitstoot te doen dalen. De overheid moet investeren in isolatie en beter en gratis openbaar vervoer. De productie van onze energie moet in democratische en publieke handen komen, zodat we zelf een plan kunnen opstellen om fossiele brandstoffen te vervangen door zonne- en windenergie en energie-opslag via waterstof.
Zo’n klimaatbeweging moet ook solidair zijn met het Zuiden en ingaan tegen het beschuldigen van ontwikkelingslanden. “Kinderen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika maken zich geen zorgen over hun toekomst, ze maken zich zorgen over hun heden”, zei Vijay Prashad. “Bezorgd zijn over de toekomst is een westerse, burgerlijke middenklasseslogan.” We kunnen nooit verwachten dat het Zuiden zich inzet om klimaatneutraal te worden als 2,7 miljard mensen geen eten hebben. De strijd voor klimaatrechtvaardigheid is ook een strijd tegen het imperialisme van het westen. Er moet een echte klimaatfinanciering komen, waarbij schulden worden kwijtgescholden en groene technologie wordt gedeeld.
We zien vandaag al hoe in de klimaatbeweging het goede voorbeeld getoond wordt. In Glasgow ontmoetten we met Comac de vuilnisophalers van vakbond GMB. Zij strijden voor een hoger loon en meer investeringen in hun dienst. “Als je om het milieu geeft, moet je investeren in openbare diensten”, zegt de leider van de beweging, Chris Mitchell. Elke klimaatmars tijdens de klimaattop waren zij aanwezig om de klimaatbeweging te steunen. In Nederland dwong de vakbond van staalgigant TataSteel dan weer af dat hun fabriek klimaatneutraal groen staal zal produceren. De betoging van 100.000 mensen in Glasgow tijdens de klimaattop werd getrokken door de inheemse bevolking uit Zuiderse landen. Greta Thunberg noemde de COP26 zelfs een “wereldwijd greenwashfestival”. De bewustwording dat de klimaatbeweging de brede bevolking moet meekrijgen en de bevolking uit het Zuiden moet steunen, dat vormt een echte bedreiging voor de vervuilende multinationals en westerse landen.
Met Comac leggen we ons alvast niet neer bij het resultaat van deze klimaattop. Wij waren met 200 jongeren in Glasgow tijdens de conferentie om onze stem te laten horen. Ook na de klimaattop zullen we blijven mobiliseren om te strijden voor een sociale klimaatrevolutie.