“Commerciële woonzorgcentra investeren het minst in personeel”
Commerciële woonzorgcentra investeren minder in personeel dan openbare woonzorgcentra. Dat blijkt uit een schriftelijke vraag die Vlaams parlementslid Lise Vandecasteele (PVDA) stelde aan minister Beke. “Terwijl de dagprijs van de commerciële woonzorgcentra de hoogste is, wordt er het minst budget vrijgemaakt voor personeel. Grote commerciële spelers willen winst maken in de ouderenzorg en dat blijkt ten koste te gaan van de personeelsinzet.”
Het verschil tussen het aanwezig personeel en het door de overheid gesubsidieerde zorgpersoneel in een woonzorgcentra wordt het ‘bovennormpersoneel’ genoemd. Het bovennormpersoneel wordt dus betaald met eigen middelen en niet met subsidies vanuit de overheid. Uit een schriftelijke vraag die Lise Vandecasteele (PVDA) stelde aan minister van welzijn Wouter Beke (CD&V) blijkt dat openbare woonzorgcentra het meest investeren in bovennormpersoneel met 31.65% van het totaal. Dat is heel wat meer dan de commerciële woonzorgcentra die slechts 13.69% van het personeel zelf financieren. De vzw-woonzorgcentra tellen 18.17% bovennormpersoneel, maar we zien dat cijfer wel jaar na jaar stijgen, wat niet zo is bij de commerciële centra.
Uit een eerder schriftelijk vraag van Vandecasteele bleek reeds dat er in commerciële woonzorgcentra minder zorgpersoneel werkt dan in de openbare en vzw woonzorgcentra. Per honderd bewoners zetten commerciële centra 33 personeelsleden in, tegenover 39 in de vzw’s en 43 in de openbare woonzorgcentra. Nu blijkt ook dat ze het minst investeren met eigen middelen in personeel.
“Het is des te opmerkelijk omdat private woonzorgcentra korting krijgen op de RSZ-bijdrage voor het personeel, en personeel voor hen dus goedkoper is. De befaamde taks shift uit 2016 verlaagde de patronale RSZ-bijdrage voor de private sector naar 25% terwijl in de openbare sector het tarief van 32,4% behouden bleef.” zegt Vandecasteele. “Opnieuw blijkt dat het verlagen van loonkosten niet automatisch zorgt voor extra personeel op de vloer.”
“Bij de grote commerciële groepen moet er steeds meer wist gemaakt worden. De vrees was dat bespaard werd op personeel en dat blijkt nu ook uit deze cijfers.”, reageert Vandecasteele. “De gemiddelde factuur voor bewoners van een commercieel woonzorgcentrum ligt ook ruim 200 euro per maand hoger dan bij openbare woonzorgcentra. De bewoners krijgen er niet meer personeel voor in de plaats, en het personeel krijgt te maken met een hogere werkdruk.”
“Er is dringend nood aan financiële transparantie wat betreft de zorginstellingen, zeker nu steeds meer internationale groepen er actief in zijn. Bepaalde multinationals boeren erg goed via investeringen in woonzorgcentra”, gaat Vandecasteele verder. “Kijk naar de vastgoedbedrijven. Aedifica kon in oktober een interimdividend uitkeren van 75 miljoen euro aan de aandeelhouders en Cofinimmo keert 155 miljoen euro aan dividenden uit. Dat is geld dat wegvloeit uit de zorg.”
Tot slot vraagt Vandecasteele ook aandacht voor de arbeidsomstandigheden van het personeel in de commerciële woonzorgcentra. “Gezien er minder zorgpersoneel werkt per 100 bewoners ligt de werkdruk hoger in commerciële woonzorgcentra. Maar ook hebben ze minder verlofdagen. Waar je in de openbare sector recht hebt op 26 dagen, zijn er dat in de commerciële sector slechts 20”, besluit Vandecasteele.