“Beke leert niet uit fouten”, zegt PVDA na hoorzitting experten in coronacommissie
In de coronacommissie van het Vlaams parlement kwamen vandaag Marc Van Ranst, Erika Vlieghe en Herman Goossens aan het woord. Met een duidelijke boodschap, zegt Lise Vandecasteele, parlementslid van de PVDA. “Ten eerste: de onderfinanciering van de ouderenzorg en de preventieve gezondheidszorg maakte dat we niet klaar waren voor deze pandemie. Maar toen het virus er eenmaal was, is er veel te weinig daadkracht getoond om testen uit te voeren, contacten te traceren en goede richtlijnen voor het schaarse beschermingsmateriaal uit te vaardigen. Maar vooral: we zijn niet klaar voor een tweede golf, zeker omdat de contact tracing twee maand na de opstart nog steeds niet degelijk werkt. Beke leert maar niet uit zijn fouten.”
De PVDA trekt drie conclusies uit de hoorzitting van de coronacommissie met Marc Van Ranst, Erika Vlieghe en Herman Goossens.
1. Decennia onderinvesteringen eisen hun tol
De experten, en zeker Marc Van Ranst, waren bijzonder kritisch over de jarenlange onderfinanciering van zowel de ouderenzorg als preventieve gezondheidszorg. “We hebben onze ouderenzorg uitbesteed”, zei Van Ranst. “Dat is een verdienmodel geworden en dat is absurd. Dat heeft geleid tot minder personeel.” “Er was inderdaad te weinig zorgpersoneel en opleiding in de woonzorgcentra”, zegt Lise Vandecasteele, Vlaams parlementslid voor de PVDA. “Dat heeft een grote impact gehad op de aanpak van deze crisis.”
Maar ook in preventieve gezondheidszorg werd de laatste decennia veel te weinig geïnvesteerd, ook in vergelijking met de buurlanden. “Daardoor moest de contact tracing in het begin van de epidemie al snel opgegeven worden”, zegt Vandecasteele. “Ook de testcapaciteit was daardoor veel te laag om tijdens een epidemie kordaat op te kunnen treden.”
2. Gebrek aan daadkracht
Maar ook tijdens de crisis had er meer kunnen gebeuren volgens de experten. En dat was op dat moment al duidelijk. “In plaats van het personeel in de woonzorgcentra omwille van de schaarste af te raden om mondmaskers te dragen, waren er flexibelere richtlijnen nodig”, zegt Vandecasteele. “Vlieghe wees er op dat de WHO op die manier werkt en Artsen Zonder Grenzen vaardigde in volle crisis zelfs dat soort richtlijnen uit. Beter een stoffen mondmasker, dan geen mondmasker, maar die goede raad werd jammer genoeg niet gegeven.”
Ook het opzetten van mobiele testteams was volgens de experten perfect mogelijk geweest en de dienst contact tracing had perfect versterkt kunnen worden in het begin van de epidemie. “Nog maar eens toonde het beleid van Beke zich traag en star”, zucht Vandecasteele. “Er was weinig creativiteit en daadkracht om oplossingen aan te reiken.”
3. Niet klaar voor tweede golf
Tot op vandaag laat Beke steken vallen, bleek uit de getuigenissen. “Contact tracing staat nog steeds niet op punt”, zegt Vandecasteele. “Hoe is dat mogelijk, twee volle maanden na de opstart? De tracers moeten veel beter opgeleid en opgevolgd worden door gezondheidsinspecteurs, zoals Marc Van Ranst aanhaalde. Dat is onze beste garantie om een tweede lockdown te vermijden. Maar opnieuw blijft het wachten op maatregelen van minister Beke. Hij leert maar niet uit zijn fouten. Zo gaan we er niet geraken.”
4. Eenheid van commando
De drie experten wezen tenslotte ook op de noodzaak om de versnippering van bevoegdheden aan te pakken. ‘Er is niet één structuur of minister voor verantwoordelijk”, zei Vlieghe. “Eenheid van commando is écht écht een probleem, en een grote bezorgdheid.” Gevraagd naar zijn mening over een verdere regionalisering van de zorg antwoordde Van Ranst laconiek: “Dat is aan de politiek om te bepalen. Maar negen ministers - straks misschien tien - dat werkt niet. Straks kunnen ze voetballen.”
Opvallend: toen op 25 maart werd aangeboden om de aanpak in de woonzorgcentra op federaal niveau te coördineren, weigerden Vlaanderen en de andere regio’s om daar op in te gaan. “Dat is onze bevoegdheid.” Op dat moment was het wekenlang onmogelijk geweest om een goed beeld te krijgen van wat er zich in de woonzorgcentra afspeelde. “Een persoonlijke frustratie”, zei Vlieghe daarover. Voor de PVDA is het duidelijk dat een eenheid van commando best op federaal niveau gebeurt in plaats van in de verschillende regio’s, om slagkrachtig op te kunnen treden.