Baarmoederhalskanker: de PVDA vraagt onmiddellijke financiering van HPV-tests en het herfederaliseren van preventie
Oud-schepen in Borgerhout Stephanie Van Houtven (Vooruit) zal sterven aan baarmoederhalskanker. PVDA-fractieleidster en huisarts Sofie Merckx reageert geschokt: “Ze is amper 39 jaar. Haar ziekte was perfect te vermijden als er HPV-tests gebruikt waren, zoals beslist werd in 2019. Maar de vier bevoegde ministers bereiken al drie jaar lang geen akkoord over wie de kosten gaat dragen. De federale overheid moet onmiddellijk ingrijpen om de HPV-tests te financieren. Ze zou ook volledig bevoegd moeten worden voor de preventie van ziektes.”
Baarmoederhalskanker is de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen in België. Wetenschappelijk gezien is er geen debat meer mogelijk: HPV-tests werken beter. Omdat een test om de vijf jaar genoeg zal zijn, in plaats van een om de drie jaar met het huidige systeem, is deze nieuwe aanpak ook goedkoper voor de sociale zekerheid. “Daarom was het logisch om in 2019 te beslissen om HPV-tests ook in België te gebruiken, zoals Nederland al doet sinds 2016. Maar dit was zonder rekening te houden met het kafkaiaanse Belgische politieke systeem: iedereen bevoegd, niemand verantwoordelijk”, legt Sofie Merckx uit.
Een eenvoudige beslissing om testen terug te betalen sleept al jaren voor niks aan. “Stephanie Van Houtven en veel andere vrouwen betalen deze absurditeit met hun leven. Het moet nú stoppen. De snelste manier is dat de federale overheid ingrijpt en zelf de terugbetaling van de HPV-tests financiert”, vraagt de fractieleidster.
Dit is een eerste oplossing om nú in te grijpen. Maar niet alleen de financiering is een probleem. “Er ontbreekt ook een goede aanpak om een maximum aantal vrouwen op controle te krijgen en om de vaccinatiecampagne bij minderjarigen uit te rollen. Wat het beste werkt, moet overal in het land worden toegepast”, vindt de fractieleidster.
Sofie Merckx besluit: “Er is een structurele oplossing nodig zodat wetenschappelijke evidenties sneller worden ingevoerd in ons gezondheidsbeleid. En dat is: één federale minister bevoegd én verantwoordelijk voor preventie.”