“Antwerp Pride moet voor het stadsbestuur meer zijn dan een marketingcampagne”
Deze week werd bekend dat een op de vier LGBTQIA+-personen te maken krijgt met fysiek geweld. Een op de drie heeft door hun geaardheid of genderidentiteit minder kansen in de samenleving. De helft voelt zich onveilig om in het openbaar zichzelf te zijn. We zijn er nog lang niet, Ben Van Duppen, woordvoerder van Mix, het LGBT+ netwerk van PVDA.
door Ben Van Duppen, woordvoerder Mix
(werkgroep LGBT+ van PVDA)
De Antwerp Pride bestaat 15 jaar en blikt vooruit: hoe maken we van Antwerpen de komende 15 jaar een Queertopia? Een stad waar iedereen zichzelf kan zijn dus. Dat wil zeggen: een plek waar je rechten gegarandeerd zijn, ongeacht wie je bent, op wie je valt of in welk gezin je geboren bent. En wat dat betreft, zijn we in Antwerpen nog heel ver van dit ideaal. We hebben de Pride nodig om dat te kunnen veranderen, maar ook een stadsbestuur dat meer doet dan enkel marketingcampagnes opzetten.
Ze voelen zich twee keer zo vaak ongelukkig. Een kwart kreeg al te maken met fysiek geweld. Een derde zegt omwille van hun geaardheid of genderidentiteit beperkt zijn in hun kansen in de samenleving. De helft voelt zich niet veilig genoeg om te tonen wie ze zijn in het openbaar. De resultaten van de enquête over het welbevinden van LGBTQIA+ personen die HLN en VTM Nieuws gisteren publiceerden komen hard binnen, maar eigenlijk zijn ze niet onverwacht. Het is anno 2022 nog steeds niet evident om geen cisgender hetero te zijn.
Antwerp Pride moet voor het stadsbestuur meer zijn dan een marketingcampagne
We zijn er duidelijk nog lang niet, maar dankzij de Pride is er de laatste decennia wel al heel wat veranderd. De traditie voor een jaarlijks terugkerende manifestatie begon trouwens in Antwerpen. Maar de Roze Zaterdagen van toen werden door het stadsbestuur gemarginaliseerd. De queerpioniers lieten zich gelukkig niet doen en kwamen terug op straat, vanaf 1996 zelfs ieder jaar. Jaar per jaar realiseren we als gemeenschap een steeds grotere maatschappelijke acceptatie. Diegene die dachten dat we geen impact kunnen hebben en dat alles altijd zal blijven zoals het is, krijgen iedere keer meer en meer ongelijk. Dat is hoopgevend.
Zelfs het stadsbestuur is ondertussen van positie veranderd. De Pride wordt niet meer gemarginaliseerd, maar ze lijkt ze helemaal omarmd te hebben. Zij het als “city-marketing event”. De diensten communicatie en toerisme draaien overuren deze dagen. Het is een mooi visitekaartje om internationaal mee te dingen naar de tienduizenden roze toeristen die komen feesten. Daarvoor tuigt ze graag het centrum in regenboogkleuren. Prachtige kleuren als je het mij vraagt, maar het contrast met wat het bestuur in de praktijk doet is tekenend. Want onder de regenboogvlag schuilt bitter weinig beleid.
Toen de stad Antwerpen haar regenboogcampagne in 2019 lanceerde, mochten haar eigen medewerkers er niet aan deelnemen. Zelfs de regenboogpinnetjes die de baliemedewerkers uitdelen mogen ze zelf niet opspelden. En aan die houding is nog steeds amper iets veranderd. Het blijft bij communicatiecampagnes. Verder rekent ze op hardwerkende vrijwilligers om de rest te doen. Maar de budgetten voor de ondersteuning van LGBTQIA+ organisaties zijn al jaren niet gestegen. Het Roze Huis in Antwerpen krijgt budget om vijftig mensen met vragen vooruit te helpen. Per jaar. Voor een stad van meer dan een 500.000 inwoners is dat zelfs geen druppel op een hete plaat.
De grote regenboogcampagne verhult dat het voor heel veel jongeren absoluut niet evident is om thuis, bij vrienden en bij familie uit de kast te komen
Met communicatiecampagnes alleen maken we Queertopia niet waar. Een stad waar iedereen uit de LGBTQIA+ gemeenschap zichzelf kan zijn, is ook een stad waar komaf wordt gemaakt met armoede en het OCMW een humaan en inclusief beleid voert. Een stad waar wonen betaalbaar gemaakt wordt, in plaats van één waar alles wordt verkocht aan grote bouwpromotoren. Een stad waar actief tegen racisme en alle vormen van discriminatie wordt opgetreden, in de maatschappij en bij politie. En zo kan ik natuurlijk nog een tijdje doorgaan. Het vraagt een compleet ander beleid, waar de mensen centraal staan en niet de winst. Maar ook zonder die fundamentele ommezwaai zijn er heel wat zaken die de stad vandaag al kan realiseren.
Antwerpen heeft recht op een Open Space waar jongeren terecht kunnen
En zo moeilijk hoeft dat niet te zijn. Dat tonen vele voorbeelden aan uit het buitenland. Want de grote regenboogcampagne verhult dat het voor heel veel jongeren absoluut niet evident is om thuis, bij vrienden en bij familie uit de kast te komen. Voor veel jongeren daar niets aan het veranderen. Het ontbreekt hen vaak aan een ondersteunend of informerend netwerk. Er zijn tal van verhalen over jonge mensen die plots alleen komen te staan omdat ze door ouders, vrienden of zorgverstrekkers niet begrepen worden. De gemeenschap is gelukkig solidair en helpt. Maar de angst dat je plots in de diepte valt eens je uit de kast komt is groot en belemmert jongeren in de zoektocht naar hun eigen seksualiteit of genderidentiteit.
In Frankrijk pakt men dit probleem al bijna twintig jaar aan dankzij “Open Spaces”, zogenaamde Refuges. Dit zijn open huizen waar LGBTQIA+ jongeren anoniem terecht kunnen voor professionele ondersteuning en zelfs huisvesting. Ze worden geholpen om de stap te zetten, op eigen benen te staan als dat nodig is en om hun netwerk uit te bouwen. De jongeren worden gehoord, gezien en geholpen door warme vrijwilligers. Maar, en dat is cruciaal, ook door opgeleide professionals. Dat geeft hen een basis die de sprong naar open zijn over seksualiteit en gender gemakkelijker maken. De Open Space zorgt zo na de coming-out, voor coming-in in de gemeenschap en de bredere maatschappij.
Ver moeten we niet kijken om voorbeelden te vinden van deze huizen. Sinds 2018 is men in Brussel er ook mee gestart. Meer dan 300 jongeren hebben er al steun gevonden. Dus laat ons in Antwerpen ook inzetten op een Open Space! Organisaties zoals het Roze Huis zijn fantastisch en zorgen ervoor dat de leefbaarheid voor Queer mensen in onze stad enorm verbeterd is. Maar voor ondersteuning van jongeren moeten ze terugvallen op vrijwilligers. Dat is verre van het de materiële en psychologische ondersteuning die zo’n Open Space kan bieden. Een Open Space in Antwerpen is een verlenging en verbreding van het huidige middenveld en zorgt voor een concrete en laagdrempelige hulpverlening voor jonge queer personen die anders in een zwart gat dreigen te vallen.
Laat jongeren zich organiseren tegen discriminatie in GSA’s
We kunnen niet alleen uit Frankrijk leren, maar ook naar Nederland kijken. Al tientallen jaren organiseert men daar op school jongerenorganisaties, de zogenaamde gay-straight alliances, of GSA’s. Jongeren vinden daarbij de ondersteuning om samen met hun klasgenoten op te komen voor een inclusieve school, vrij van iedere discriminatie.
En die aanpak heeft resultaat. De leerlingen in die scholen zitten beter in hun vel. En dat eindigt niet aan de schoolpoort. Die solidariteit onder leerlingen stimuleren, en de strijd tegen racisme en alle vormen discriminatie met elkaar verbinden werpt haar vruchten af. Dat bewijzen de voorbeelden uit Nederland, maar ook bij ons. Een gelijkaardig project liep in West-Vlaanderen nog tot 2018, maar werd toen stopgezet omdat de financiering niet verlengd werd.
Laten we dus GSA’s organiseren in iedere Antwerpse school. Met structurele ondersteuning voor scholen en voor de middenveldorganisaties die de know-how in huis hebben, kunnen we voor honderden LGBTQIA+ jongeren in onze stad een wereld van verschil maken.
Toon ambitie in de aanpak van racisme en alle discriminatie met bindende praktijktesten
En tot slot moet het stadsbestuur beseffen dat je discriminatie van LGBTQIA+ personen niet kan bestrijden, als je andere vormen van discriminatie en racisme welig laat tieren. Want daar worden zelfs geen campagnes zoals deze regenboogcampagne voor op gezet.
Dit weekend worden er meer dan honderdduizend mensen in Antwerpen verwacht. Honderdduizend stemmen die de stad oproepen om echt werk te maken van een antidiscriminatiebeleid
De stad weigert halsstarrig om discriminatie op de woningmarkt en arbeidsmarkt aan te pakken met bindende proactieve praktijktesten. Dit is bijzonder belangrijk voor de 1 op 3 LGBTQIA+ personen die in de enquête aangeven gediscrimineerd te worden omwille van hun geaardheid of genderidentititeit.
Maar het is ook belangrijk om alle discriminatie uit de stad te weren. Want wanneer je mensen laat vechten voor een te klein aanbod van sociale voorzieningen, wanneer je als burgemeester discriminatie relativeert en vasthoudt aan polariserend taalgebruik ten aanzien van bepaalde groepen in de samenleving, bouw je een stad waar discriminatie normaal is. En zo’n stad kan nooit helemaal vrij zijn voor LGBTQIA+ personen.
Dit weekend worden er meer dan honderdduizend mensen in Antwerpen verwacht. Honderdduizend stemmen die de stad oproepen om echt werk te maken van een antidiscriminatiebeleid. Ik hoop dat dit genoeg is om vanaf maandag eindelijk te beginnen aan meer dan enkel een marketingcampagne. Happy Pride!