Afscheid Jan Cap: “Af en toe zijn er mensen die de rivier zelf verleggen”
“Sommige mensen verleggen een steen in de rivier. Anderen verleggen een rots, en ze veranderen de loop van de rivier. En dan, heel af en toe, zijn er mensen die de rivier zelf verleggen.” PVDA-voorzitter Peter Mertens nam het woord tijdens de afscheidsceremonie van Jan Cap, op zaterdag 26 mei. Lees hier zijn hommage aan Jan Cap.
“Beste Diane,
Beste Hilde, Riet, Karin, Christel, Jurgen
Sta me toe om eerst, namens de PVDA, mijn diepste medeleven te betuigen. Mijn medeleven en respect.
Sommige mensen verleggen een steen in de rivier. Anderen verleggen een rots, en ze veranderen de loop van de rivier. En dan, heel af en toe, zijn er mensen die de rivier zelf verleggen.
Soms gaat alles zijn gangetje in een eindeloze sliert van dagen. En dan plots wandelt iemand je leven binnen, en is niets nog als voorheen. Een kwarteeuw terug wandelde Jan Cap in mijn leven, met zijn bedachtzame stem en twinkelende ogen.
Op een keer ging ik op een stoel zitten, en Jan Cap vroeg mij: wie heeft die stoel gemaakt? Ik begreep het eerst niet.
Ik was een jong ventje, in die zomer in 1992, ik studeerde aan de universiteit van Gent. De scheepsbouwers van Gent hadden hún werf – De Zaat – bezet. Mijn vriendin, Renate, die ondertussen ook overleden is, ging toen een aantal weken naar Temse. Leren, in de echte wereld, en helpen. Renate Boel, zo noemden ze haar. Elke zondag kreeg ik verslag, in geuren en kleuren. Jan Cap, Diane, José De Staelen, die namen weerklonken in mijn keuken. Wij waren studenten én solidair. En toen kwam die dag dat ik zelf bij Jan en Diane op bezoek ging. En dan voel je je thuis. En ik dronk. Ik dronk van de universiteit van het leven. Daar was een warmte. En er waren ook minder woorden nodig om dingen te zeggen. Maar ze waren er wel boenk op. Op een keer ging ik op een stoel zitten, en Jan Cap vroeg mij: wie heeft die stoel gemaakt? Ik begreep het eerst niet. ‘Het is de kracht van de handen van mensen, de kracht van de geest, van inspanningen, energie en activiteit."
Wie maakt de dingen? Zoiets blijft bij. Ik ga niet beweren dat ik sindsdien al 25 jaar lang kijk naar elke stoel waar ik op zit. Maar toch. Wie maakt de dingen? Wie maakt de stoelen waarop jullie zitten? Wie creëert de welvaart in de samenleving? Wie maakt de schepen? Niet zo maar schepen, maar oceaanreuzen. In die tijd dacht ik nog dat de kathedraal in Antwerpen een groot gebouw was, en dat het vooral vroeger was dat ze grote dingen maakten. En dan kwam ik Temse, en dan zag ik de Flanders Harmony. Dat was pas groot. De grootste LPG-tanker ter wereld. Een oceaanreus. "Neenee Peter", zei Jan, "de echte reus, dat is niet dat schip. De echte reuzen, dat zijn zij die de stalen platen tot schip hebben gemaakt." En ik hoorde de verhalen. Hoe Jan ooit de stapelloop van een schip tegenhield. Op het ogenblik dat de genodigden al op de eretribune zaten. En hoe Boelbaas Saverys hem toeriep: "Jan Cap, ge zijt ontslagen". En hoe Jan antwoordde: "Mijnheer Saverys, daar zult gij niet over beslissen, maar de mannen achter mij."
"Neenee Peter", zei Jan, "de echte reus, dat is niet dat schip. De echte reuzen, dat zijn zij die de stalen platen tot schip hebben gemaakt."
Jan heeft vele mensen geïnspireerd en begeesterd. Een kleine man, groots in zijn daden. Als je kijkt hoeveel vakbondsmensen van Jan hebben geleerd, dat is enorm. Overal in het land, in verschillende bedrijven, in Vlaanderen, in Brussel, in Wallonië. Toen waren het nog niet de taalnationalisten die het land vergiftigden. Die van Caterpillar kwamen op bezoek in Temse, en die van Boel gingen op bezoek in Gosselies, Charleroi. De taal was helder en duidelijk. De taal van de werkende klasse. En in ‘de blokhut’ in de tuin, daar werd geluisterd. Syndicalisten, partijmensen, jongeren kwamen hun problemen voorleggen. En het merkwaardige is: iedereen kwam buiten met een blij gemoed. En ook met een zak vol beelden, metaforen, one-liners. Als je bij Jan en Diane op bezoek kwam, deed je zuurstof op.
"Van Jan Cap heb ik veel geleerd", schrijft Ronny. Ronny is postbode en syndicalist. "Maar deze anekdote is me altijd bijgebleven. Toen Jan 14 was en voor het eerst naar de fabriek werd gestuurd was dat een mijlpaal voor hem. Zijn vader riep hem bij hem, gaf hem de goede raad: ‘Jongen, in het leven moet je horen, zien en zwijgen. Leer je plan te trekken en maak het jezelf niet te moeilijk.’ Jan nam die woorden in zich op, maar heeft daar andere lessen uit getrokken. Als ge de wereld wilt verbeteren moet ge niet horen, zien en zwijgen, maar horen, zien en daarnaar handelen. Ge moet spreken als ge onrecht ziet. Ge moet nadenken en de krachten bundelen om het leven van de werkende klasse te verbeteren."
Jan heeft ook de PVDA veranderd.
Jan heeft ook de PVDA veranderd. "Wat is het? ’t Is klein, heel klein, maar ’t kan groot worden?" Een raadsel van Jan Cap begin de jaren 1970. ‘AMADA’, zo klonk zijn antwoord. In die tijd waren er heel veel wilde stakingen, en ook heel wat stakingen die niet door de vakbond werden erkend. En AMADA had daar de verkeerde les uit getrokken dat je met de vakbonden niet veel kon aanvangen. Maar Jan Cap en José De Staelen waren geduldig, ook met AMADA. En ze lieten zien dat het anders kon, door aan strijdbare vakbonden te werken. Iedereen een stem geven. Open micro. Alle standpunten aanhoren. En dan het beste eruit halen en enthousiasmeren. Jan fietste niet over de werf, hij deed alles te voet. ‘Om te zien en te horen waar de mensen mee bezig zijn’. De heersende ideologie vandaag, is een ideologie om mensen te wantrouwen. Maar Jan Cap deed precies het tegendeel. Hij had een overwoestbaar vertrouwen in mensen. Luisteren, de capaciteiten van iedereen ontdekken en stimuleren, en zo een ongelooglijke creativiteit losmaken. Luisteren, discuteren, van elkaar leren, kritisch zijn. Een een team maken, nooit alleen.
Onze maatschappij heeft veel meer Jan Caps nodig.
Onze maatschappij heeft veel meer Jan Caps nodig. Drieëndertig jaar geledend, op 1 mei 1985, werd Jan Cap lid van de PVDA. ‘Als werkende klasse hebben we twee dingen nodig: een sterke, strijdbare vakbond. Maar ook een antikapitalistische partij. Ik heb een hele weg afgelegd om tot dat besluit te komen. Maar mijn besluit is dat arbeiders aan politek moeten doen. We hebben een klare visie nodig op een andere maatschappij. Omdat we niet alleen meer brood willen, maar de hele bakkerij’.
Horen, zien, en daarnaar handelen. Er was geen scheidingslijn tussen het onrecht op de werf, en het onrecht in de wereld. Als er Turkse gastarbeiders op de werf kwamen voor lonen die lager waren, dan werd er actie gevoerd. Belgen en Turken samen. Eenheid maakt ons sterk. Geen onrecht op de werf. Maar even goed waren er de solidariteitsacties met de Chileense vluchtelingen, in het Comité Chili 2700, de postcode van Sint-Niklaas, vanuit de KWB. Vluchtelingen, het zijn mensen. Geen onrecht in de wereld.
"Over mensen wordt niet gemarchandeerd", zei Jan Cap in de lange staking van 1981, toen 128 arbeiders met afdanking werden bedreigd. Over mensen wordt niet gemarchandeerd. Dat zou toch eigenlijk de leuze van ons allemaal moeten zijn. Op alle gebied. Over mensen marchanderen we niet.
Jan heeft een rivier verlegd. Er zijn er weinigen die dat doen. Er zijn veel mensen die zeggen dat ze rivieren verleggen. Maar er zijn weinigen die het ook echt doen. Jan heeft vele mensen begeesterd. Hij deed dat niet alleen. Samen, in gemeenschappelijk vakbondsfront. Samen, ook met Diane. Jan en Diane, twee handen op een buik. Diane, altijd aanwezig, altijd meewerkend, nadenkend en zoekend om ook in de moeilijkste momenten de goeie weg te vinden. Diane, die je even goed van je sokken kan blazen door de juiste vragen te stellen. Vorige week zei Diane aan mij: ‘Peter, zeg jij elke dag tegen uw vriendin dat je ze graag ziet?’. Ik was even stil. En dan zei ze: ‘Jan zei mij dat, elke dag.’
Jan, het ga je goed, jouw twinkeling leeft door.”
Peter Mertens, voozitter van de PVDA, zaterdag 26 mei 2018.
In naam van mijn klasse
In 1987 bracht EPO In naam van mijn klasse uit over de indrukwekkende syndicale loopbaan van Jan Cap.
Jan Vandeputte en Imelda Haesendonck hadden daarvoor vele gesprekken met Jan Cap. Het boek brengt het verhaal van Jan zijn loopbaan en zijn syndicale en politieke ideeën. Het werd een indrukwekkend eerbetoon aan de arbeidersklasse. Nog altijd het lezen waard voor elke vakbondsvrouw en -man.
- Iedereen zou het moeten lezen: In naam van mijn klasse.