Affaire-Kucam: Bij de N-VA tellen geld en vriendjes
Een N-VA-gemeenteraadslid uit Mechelen zou grof geld hebben verdiend op kap van kwetsbare oorlogsvluchtelingen. Dat was mogelijk omdat Theo Francken een netwerk van partijleden gebruikte om deze ‘gunst’ te verlenen. Bij de N-VA zijn ze niet vies van graaien, vriendjespolitiek, en cliëntelisme.
Het Mechelse gemeenteraadslid Melikam Kucam (N-VA) liet zich volgens het parket (en het onderzoeksmagazine Pano) bedragen tot 20.000 euro betalen voor het afleveren van humanitaire visa aan Syrische christenen.
Om te begrijpen hoe dit mogelijk was, moeten we kijken naar het zeer bijzondere systeem van humanitaire visa dat voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) opzette.
Humanitaire visa worden toegekend aan zeer kwetsbare personen, bijvoorbeeld in oorlogsgebied. Hiermee kunnen zij naar ons land reizen om hier bescherming aan te vragen. In ons land bestaat er geen vaste procedure om die visa toe te kennen. Het is een ‘gunst’ van een staatssecretaris, die zelf kan beslissen op wat hij zich baseert voor deze beslissing. In technische termen heet dat een ‘discretionaire bevoegdheid’.
Onder vorige regeringen werd hiervoor wel altijd een procedure uitgetekend. Logisch: beslissen wie wel en wie geen visum krijgt, is in deze situaties vaak letterlijk beslissen over leven en dood.
De meeste staatssecretarissen laten hier dan ook de Dienst Vreemdelingenzaken het dossier onderzoeken en een beslissing nemen in functie de situatie. Die beslissing van de administratie om al dan niet een humanitair visum toe te kennen wordt vervolgens door de staatssecretaris gehomologeerd.
Het netwerk van Francken
Bij staatssecretaris Francken was dat niet het geval. Hij stond sterk op zijn recht om onafhankelijk te beslissen en weigerde zich te verantwoorden. In december 2016 beweerde hij wel in het parlement dat alle individuele dossiers voor humanitaire visa onderzocht worden door de Dienst Vreemdelingenzaken. Maar dat blijkt dus niet te kloppen.
Francken hanteerde een netwerk van ‘tussenpersonen’ binnen de gemeenschappen van Syrische christenen in ons land. Hij schakelde daarbij een zevental leden en mandatarissen van zijn eigen partij in, onder wie Kucam. Zij stelden lijsten op van wie een humanitair visum moest krijgen. De Dienst Vreemdelingenzaken moest dit na een korte veiligheidscheck gewoon toekennen.
De tussenpersonen genoten het absolute vertrouwen van Francken, en mochten dus beslissen wie zij wilden redden van de dood en wie niet. Daarvoor baseerden ze zich vooral op wie ze kenden binnen de gemeenschap. In het geval van Kucam zou geld dus de doorslaggevende factor zijn geweest.
Dat is minstens cliëntelisme en vriendjespolitiek. In een goed blaadje staan bij de N-VA kon het verschil betekenen tussen je familie terugzien of niet. In het ergste geval kan er sprake zijn van georganiseerde corruptie.
Een ordinaire systeempartij
Dat is bijzonder pijnlijk voor de N-VA. De partij profileerde zich tijdens kiescampagnes altijd als een partij die zich afzet tegen cliëntelisme en politiek gegraai. Partijtoppers haalden uit naar het slecht bestuur dat zo typisch was voor traditionele partijen en dan vooral voor de PS in Wallonië.
Dat de nationalisten zelf geen propere handen hebben, was al een tijdje duidelijk. De N-VA blonk uit in politieke benoemingen tijdens deze regeerperiode. De partij blokkeerde de werkzaamheden van de werkgroep politieke vernieuwing, waar de PVDA een einde wou maken aan het politieke gegraai en het cumuleren van mandaten. Dit schandaal bevestigt dat de N-VA een ordinaire systeempartij is, die enkel maar bezig is met het uitbouwen van haar eigen macht. Ze besturen het land nog maar één termijn, maar nu al zijn ze schuldig aan alles wat ze de PS verwijten.
Het is daarom niet verwonderlijk dat de N-VA dit al een hele tijd onder de mat probeert te vegen. Tot op de dag van vandaag beweert de partij dat de mogelijke corruptie van Kucam maar ‘bijzaak’ is. Dat is het natuurlijk niet. Kwetsbaarheid en de humanitaire situatie moeten de doorslag geven in het systeem van humanitaire visa, niet of je veel geld of de juiste politieke connecties hebt.
De doofpot
Het kabinet van Theo Francken zou al ten laatste in juli 2018 op de hoogte zijn gebracht van de geldtransacties. De staatssecretaris zelf gaf toe dat hij het ten laatste eind oktober wist. Toch heeft hij daar niets mee aangevangen, ook al verplicht de wet hem dat. De N-VA kon de affaire missen als kiespijn, en hield de zaak dus in de doofpot. Enkel door het aandringen van de Syrische gemeenschap in België zelf werd uiteindelijk een onderzoek gestart naar Kucam.
De procedure voor het toekennen van humanitaire visa zou eerlijk en transparant moeten verlopen en zou moeten gebaseerd zijn op bewijsmateriaal. Dat kan van het systeem-Francken niet gezegd worden. Het was gebouwd op cliëntelisme. Het was dus maar een kwestie van tijd voor het ernstig fout zou lopen. Zelfs als Francken niets wist van de grote sommen geld, is hij politiek verantwoordelijk voor het graaien op de kap van zeer kwetsbare personen.