We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

8 sleutelmomenten om de situatie in Palestina te begrijpen

Aan de gruwel van de oorlog in Gaza gaat een hele historische context vooraf. En die geschiedenis is cruciaal, niet alleen om de huidige oorlog te begrijpen, maar ook om tot duurzame oplossingen te komen.

donderdag 2 november 2023

De bezetting van Palestina in vier kaarten

door Steven Vander Eeckt

De aanvallen van Hamas op 7 oktober kwamen niet zomaar uit het niets. Er ging een hele historische context aan vooraf. Dat zegt ook Antonio Guterres, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Maar die uitspraak maakt de politieke en militaire leiders van Israël razend: zij willen dat de wereld vergeet dat hun vernietigingsoorlog in Gaza een volgende fase is in een proces dat al meer dan 100 jaar geleden in gang gezet werd. Die hele geschiedenis is cruciaal om de huidige oorlog te begrijpen, maar ook om tot duurzame oplossingen te komen.

1896 – het begin van het zionisme

Europa kende al voor de Tweede Wereldoorlog een lange geschiedenis van antisemitisme en jodenhaat. Veel joden probeerden door middel van sociale strijd gelijke rechten af te dwingen binnen de landen waar zij woonden, maar een minderheid zag de oplossing in het oprichten van een eigen Joodse staat. Onder hen Theodor Herzl, wiens boek “Een Joodse Staat” uit 1896 de basis vormde voor het zionisme. Voor die staat werd naar Palestina gekeken: Herzl stelde voor dat gebied te koloniseren door land te onteigenen en de lokale arme bevolking naar naburige gebieden te verplaatsen. Oorspronkelijk was slechts een klein deel van de joden overtuigd van het zionisme: in 1914 leefden in Palestina slechts 13.000 joodse ‘settlers’.

Het zionisme is geen ultrareligieuze beweging, maar een joods-nationalistische. De zionistische beweging trok initieel vooral rijke joden aan, die in de Joodse staat een verlengstuk van het Europese imperialisme in het Midden-Oosten zagen. Herzl zag de Joodse staat als een “verdedigingsmuur” voor de Europese “beschaving” tegen “barbarij”.

1917. Palestijnse betoging tegen de Britse kolonisten. (Foto AFP)

1917. Palestijnse betoging tegen de Britse kolonisten. (Foto AFP)

1917 – de Balfour-verklaring en de Britse bezetting

Op 2 november 1917 schreef Lord Balfour, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, een brief aan de Zionistische Federatie waarin hij namens zijn regering steun toezegde aan de creatie van een Joods nationaal tehuis in Palestina. Deze brief ligt aan de oorsprong van de kolonisatie van Palestina die tot vandaag loopt.

Het zionisme kreeg vanaf dan de steun van de grootste imperialistische macht, die niet veel later Palestina zou veroveren op het Ottomaanse Rijk, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog in elkaar stuikte. Die Balfour-verklaring was een grote overwinning voor de zionisten, die al lang lobbyden voor steun bij de grote Europese mogendheden.

Maar waarom was Palestina zo belangrijk voor de Britten? De Britten wilden koste wat het kost de Fransen uit Palestina houden. De Britse eerste minister zei dat letterlijk. Palestina had niet veel natuurlijke rijkdommen, maar het lag wel dicht bij het Suezkanaal, dat belangrijk was voor de handelsroute naar de Britse kolonies in India, en ook vlak bij de olievelden van Perzië. Bovendien was er een groep loyale mensen bereid om het gebied te besturen: de zionisten met wie de Britse regering een sterke band had. Het Verenigd Koninkrijk wilde ook de migratiestroom van Oost-Europese joden naar hun eigen land vermijden.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog beloofden de westerse grootmachten hun Arabische bondgenoten meer onafhankelijkheid. Maar Palestina werd hier buiten gehouden.  De Arabische bevolking was immers nog steeds veruit in de meerderheid in Palestina, en dus kon dat gebied geen zelfbeschikkingsrecht krijgen zonder het plan van een Joodse staat te dwarsbomen. Met het ‘Mandaat voor Palestina’ werd in 1922 door de Volkenbond de Britse heerschappij over Palestina geformaliseerd, zonder enige verwijzing naar de Palestijnen als een volk met nationale of politieke rechten.

Tegen 1933 bestond al 20% van de bevolking in Palestina uit joodse settlers, en dat leidde tot spanningen. In 1936-1939 braken grote stakingen en revoltes uit onder de Arabische bevolking, tegen de Britse kolonisten. Met grof geweld onderdrukten de Britse bezettingstroepen het Palestijns verzet.

Muurschildering Palestina

Foto Belga

1948 – de uitdrijving van de Palestijnse bevolking: de ‘Nakba’

In de Tweede Wereldoorlog bereikte het antisemitisme in Europa zijn gruwelijke en tragische dieptepunt, met de nazi’s die in de Holocaust 6 miljoen joden uitmoordden. Na de oorlog vond de zionistische beweging in de VS een nieuwe bondgenoot. De VS, die aan invloed wonnen in het Midden-Oosten, zagen in de Joodse staat een verlengstuk van hun belangen in de regio. In oktober 1946 riep president Truman zijn steun uit voor de vorming van een Joodse staat in Palestina.

In de naoorlogse context steunden veel landen het Britse voorstel voor de verdeling van Palestina in een Arabisch gebied (42% van Palestina) en een joods gebied (55% van Palestina). De VN keurde het voorstel in november 1947 goed.

De VN-resolutie leidde tot onrust. Wat volgde was, aldus de Israëlische historicus Ilan Pappé, een etnische zuivering van Palestina door zionistische milities. Die vielen systematisch Arabische dorpen aan, richtten er tientallen slachtingen aan en vermoordden honderden Palestijnen. Uiteindelijk werden in 1948 ongeveer 800.000 van de 1.200.000 Palestijnen uit hun huizen en dorpen verdreven of gedwongen te vluchten. Dat is wat de Palestijnen de Nakba of “catastrofe” noemen. In 1949 bezette de nieuwe staat Israël – in mei 1948 eenzijdig uitgeroepen door de zionisten – 78% van Palestina. De rest kwam onder het bestuur van Egypte (de Gazastrook) en Jordanië (de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem).

1967 – de Zesdaagse Oorlog

In juni 1967 viel Israël Egypte aan, wat de Zesdaagse Oorlog inluidde. Israël veroverde de Golanhoogten op Syrië, de Westelijke Jordaanoever (inclusief Oost-Jeruzalem) op Jordanië en de Gazastrook en de Sinaïwoestijn op Egypte. De oorlog verstevigde de banden tussen Israël en de VS, die vooraf hun goedkeuring hadden gegeven voor de aanval. Steun aan Israël werd een cruciaal aspect van het buitenlandbeleid van de VS in het Midden-Oosten, onder meer om Arabische eenheid tegen te gaan. In 1986 zou huidig president Biden (toen nog senator) daarover zeggen dat Israël zo goed de Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten dient dat “indien Israël nog niet bestond, de VS het zouden moeten uitvinden”.

De bezetting van Gaza, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever – meermaals illegaal verklaard door de VN – zou de langste bezetting uit de geschiedenis worden. In die bezette gebieden gelden andere wetten voor Palestijnen dan voor Israëlische kolonisten. Checkpoints beperken de bewegingsvrijheid van de Palestijnen.

Yasser Arafat

Yasser Arafat, voormalig Palestijns president en vooraanstaand figuur van het verzet tegen de kolonisatie. Hij tekende in 1993 de akkoorden van Oslo, samen met de toenmalige Israëlische premier Yitzhak Rabin. (Foto AFP)

1982-1993 – de Libanonoorlog, de Eerste Intifada en de Oslo-akkoorden

De acties van Israël leidden tot Palestijns verzet, geleid door de in 1964 opgerichte Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), die internationaal werd erkend als de wettige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. De PLO organiseerde verzet vanuit Palestijnse vluchtelingenkampen in Jordanië, Syrië en Libanon.

In 1982 viel Israël Libanon binnen om er de PLO uit te roeien en zo ook het verzet in de Palestijnse bezette gebieden te verzwakken. De oorlog maakte 19.000 doden, vooral burgers, met onder andere de afschuwelijke slachtpartij in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila, vlakbij de Libanese hoofdstad Beiroet

Ondanks de verzwakking van de PLO slaagde Israël er niet in het verzet in de bezette gebieden te breken, integendeel. In december 1987 brak massaal Palestijns protest uit in wat als de Eerste Intifada de geschiedenis zou ingaan (“intifada” betekent “opstand”). In die periode werd ook de islamitische beweging Hamas opgericht, initieel met de goedkeuring of zelfs steun van Israël, dat hoopte zo de Palestijnse beweging te verdelen en te verzwakken. De PLO riep in november 1988 de Palestijnse staat uit, bestaande uit Gaza en de Westelijke Jordaanoever, en met Oost-Jeruzalem als hoofdstad.

Israëls repressieve reactie op de Intifada beschadigde wereldwijd zijn imago. De Intifada plaatste de Palestijnse kwestie terug op de agenda en Israël werd gedwongen tot vredesonderhandelingen in Oslo in 1993. In Oslo stemde de PLO in met Palestijns zelfbestuur over slechts 22% van het historische Palestina, waarvan Israël zijn bezettingsleger geleidelijk zou terug trekken.

2000 – de Tweede Intifada

Ondanks alle Oslo-beloften kreeg Palestina nooit een volwaardige staat. De Palestijnse Autoriteit (de regering van Palestina) had slechts beperkte controle over de Westelijke Jordaanoever, en Israël beheerde de grenzen en de grote wegen. Israël bleef ook na 1993 nog kolonisten naar de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem sturen, die vervolgens land van Palestijnse boeren stalen of Palestijnse families uit hun huis zetten.

De situatie voor de Palestijnen verbeterde er dus niet op. De Palestijnse onvrede ontvlamde in de Tweede Intifida in 2000. Israël ging daarop over tot het bouwen van een gigantische muur op Palestijns grondgebied. Op de Westelijke Jordaanoever vestigde Israël militaire basissen, kolonies en wegen die enkel door Israëli’s mogen worden gebruikt, wat resulteerde in gefragmenteerde Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever.

2008-2021 – Israëlische offensieven tegen Gaza

Tussen 2008 en 2021 ondernam Israël vier offensieven tegen Gaza, met meer dan 6.000 Palestijnse slachtoffers, voornamelijk burgers, waaronder veel kinderen. Het zware grondoffensief van Israël in Gaza in 2014 verwoestte ruim 16.000 gebouwen, soms zelfs hele wijken.

Hoewel media het vaak afschilderen als een conflict tussen twee gelijkwaardige partijen, toont het aantal slachtoffers dat dit geenszins het geval is. Van 2008 tot 2020 vielen 22 keer zoveel slachtoffers aan Palestijnse kant als aan Israëlische zijde.

Gaza in cijfers

  • bevolking: 2,3 miljoen inwoners
  • oppervlakte: 365 km2 (40 km lang en max. 10 km breed)
  • werkloosheidsgraad: 45%
  • gezinnen met voedselonzekerheid: 64%

Vandaag – Israël: apartheidsstaat met extreemrechtse regering

Vandaag noemen mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International Israël een apartheidsstaat. Ze wijzen op wetten die Arabische burgers benadelen, waardoor die als tweederangsburgers worden behandeld. 

In 2022 kreeg Israël onder leiding van Benjamin Netanyahu een nieuwe regering met een extreemrechtse zionistische kolonistenpartij. Daarbij werd een kolonist van een illegale Israëlische nederzetting minister. Het regeringsakkoord benadrukte het “exclusieve recht van het Joodse volk op het Land Israël” en beloofde de kolonies te ondersteunen. Binnen een jaar werd de bouw van 13.000 kolonistenwoningen in illegale kolonies goedgekeurd. 

Als reactie op de extreemrechtse regering kwamen in Israël duizenden mensen op straat, terwijl in Palestina en ook internationaal veel ongerustheid heerste dat de aanstelling van de nieuwe regering tot nieuwe spanningen en escalatie kon leiden.

Conclusie

Zoals de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Antionio Guterres, stelde, vond de aanval van Hamas op 7 oktober inderdaad niet in een vacuüm plaats. Er gaat een lange geschiedenis van kolonisatie en onderdrukking van het Palestijnse volk aan vooraf. Het zionistische project, dat tot doel had een Joodse staat in Palestina op te richten, hield op geen enkel moment rekening met de Palestijnen en voert sinds de Nakba in 1948, die eigenlijk nooit is geëindigd, een etnische zuivering door van het oorspronkelijke gebied Palestina. De Palestijnen die (nog) niet gevlucht zijn, leven met dagelijks geweld van Israëlische kolonisten, herhaaldelijke Israëlische offensieven of zitten vast in de ‘openluchtgevangenis’ in Gaza. 

In de geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse conflict is de rol van het Westen cruciaal. De Israëlische kolonisatie en onderdrukking van Palestijnen werd steeds mogelijk gemaakt door steun van het Westen, vooral de Britten voor de Tweede Wereldoorlog en de Amerikanen daarna. Het is door de Amerikaanse steun dat Israël zijn bezetting en kolonisatie ongestoord voort kan zetten, ondanks herhaaldelijke veroordelingen door de Verenigde Naties.