70 jaar “Conferentie van Bandung”: hoe een koloniale eliteclub het wereldtoneel werd van de strijd tegen imperialisme
Zeventig jaar geleden werd in Bandung de kiem gelegd voor een nieuwe wereldorde. In de voormalige koloniale feestzaal Sociëteit Concordia verzamelden leiders uit Azië en Afrika om samen een vuist te maken tegen imperialisme en overheersing. Het gebouw – met een bordje “Verboden voor honden en inlanders” aan de deur - waar ooit Nederlandse officieren, zakenmensen en hoogwaardigheidsbekleders hun koloniale macht vierden, werd het toneel van de Bandungconferentie, een mijlpaal in de strijd voor onafhankelijkheid en zelfbeschikking. Wat begon als een bolwerk van koloniale arrogantie, werd een symbool van bevrijding.

door Peter Mertens,
algemeen secretaris PVDA
Op 9 december 1947 trokken Nederlandse troepen de nederzetting Rawagede op West-Java binnen. De Nederlanders wilden koste wat het kost de onafhankelijkheidsbeweging in Indonesië de kop indrukken en het land behouden als een Nederlandse kolonie. Vroeg in de ochtend kregen de mannen in Rawagede het bevel van de Nederlandse kolonialen te horen: wie de locatie van verzetsleider Lukas Kustario niet prijsgaf, zou de consequenties dragen. Niemand sprak. Wat volgde was een bloedbad: 431 mannen werden geëxecuteerd, sommigen met een salvo kogels, anderen doodgeslagen met geweerkolven. De lichamen werden in massagraven gegooid.
Na de slachting in Rawagede keerden de Nederlandse officieren terug naar Bandung, de stad die diende als koloniaal machtscentrum in West-Java. Daar, in de statige Sociëteit Concordia, brachten de Nederlandse militairen een toost uit op hun “Politionele Actie”. Volgens Indonesische overleveringen werd er die avond geproost op de “efficiëntie” van de actie in Rawagede. De sociëteit, een plek van grandeur met marmeren vloeren, kroonluchters en een goedgevulde bar, was een geliefd toevluchtsoord voor officieren na hun operaties in het veld.
Maar de geschiedenis heeft een vreemd gevoel voor ironie. Wie kon denken dat precies dit gebouw, in 1955 omgedoopt tot Gedung Merdeka, zou veranderen in het wereldtoneel van de strijd tegen kolonialisme en imperialisme? Wie kon voorspellen dat onder dezelfde kroonluchters, waar ooit de toekomst van de kolonie werd uitgestippeld, enkele decennia later leiders van de Derde Wereld bijeen zouden komen om een nieuwe wereldorde te eisen?
In de “Sociëteit Concordia” toonde het kolonialisme zijn ware gelaat
Even terug in de geschiedenis. In het hart van Bandung, de stad die door haar schoonheid en strategische ligging ooit de bijnaam "het Parijs van Java" verwierf, stond een gebouw dat als geen ander de arrogantie en vanzelfsprekendheid van de Nederlandse koloniale overheersing belichaamde: de Sociëteit Concordia. Opgericht in 1895 en herbouwd in de twintiger jaren, diende dit exclusieve bolwerk als ontmoetingsplaats waar de Nederlandse koloniale elite – plantage-eigenaren, hoge ambtenaren en militaire officieren – besliste over het lot van miljoenen Indonesiërs.
Binnen de marmeren muren van Concordia werden lucratieve contracten gesloten over thee, koffie, rubber en kinine, grondstoffen waarop Nederland zijn economische macht had gebouwd. En als ergens op Java of Sumatra een opstand uitbrak, werd in deze tempel van koloniale macht een strategisch bevel uitgevaardigd om troepen te sturen en de "orde en stabiliteit" te herstellen.
In de Sociëteit Concordia werden niet alleen plannen gesmeed voor nieuwe spoorlijnen en plantages, maar ook de fundamenten gelegd voor een systeem van systematische onderdrukking. Het cultuurstelsel, dat Indonesische boeren dwong om een deel van hun oogst af te staan aan de koloniale overheid, werd vanuit plekken als Concordia verfijnd en uitgebreid. Netwerken van planters en koloniale ambtenaren bespraken er hoe de arbeidsmigratie kon worden gereguleerd, hoe de winsten konden worden gemaximaliseerd en hoe het groeiende Indonesische nationalisme kon worden onderdrukt.
Maar Bandung zou niet voor altijd het paradijs van de kolonialen blijven.
Het Verzet: Bandung als broedplaats van revolutie
Terwijl binnen de muren van Concordia werd getoost op de eeuwige Nederlandse heerschappij, begon buiten de opstand te groeien. In de jaren twintig werd Bandung een broeinest van politiek bewustzijn. Hier richtte een jonge ingenieur, Soekarno, samen met zijn kameraden de Indonesische Nationale Partij (PNI) op. Bandung werd het intellectuele centrum van het verzet, een plek waar nationalistische pamfletten circuleerden en waar studenten van de Technische Hogeschool samenzwoeren tegen de bezetter.
De Tweede Wereldoorlog bracht een tijdelijke verschuiving in de machtsverhoudingen. De Japanners verdreven de Nederlanders uit Indonesië, en hoewel hun bewind hardvochtig was, lieten ze de Indonesische nationalisten toe om hun politieke structuren uit te bouwen. Toen Japan in 1945 capituleerde, riepen Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid uit. Nederland reageerde furieus. In een laatste poging om de kolonie te behouden, stuurde het land tienduizenden troepen terug naar de archipel.
Voor het eerst in de moderne geschiedenis kwamen voormalige kolonies bijeen zonder een enkele westerse mogendheid aan tafel
In maart 1946 werd Bandung het toneel van een dramatisch keerpunt in de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Britse soldaten, die de Nederlanders hielpen om hun oud-kolonie opnieuw te veroveren, trokken de stad binnen, maar werden geconfronteerd met hevig verzet. In een ultieme daad van sabotage besloten Indonesische strijders hun eigen stad te evacueren en in brand te steken. De vlammenzee die volgde, werd bekend als Bandung Lautan Api – de Zee van Vuur. De Britten lieten vervolgens de Nederlandse soldaten een dode stad binnentrekken, een gebroken illusie van koloniale restauratie. Drie jaar later gaven ze de strijd op. Indonesië was vrij.
De Sociëteit Concordia, ooit het symbool van westerse suprematie, werd overgenomen door de Indonesische regering en omgedoopt tot Gedung Merdeka – het Vrijheidsgebouw.
De Bandungconferentie van 1955
Zes jaar nadat Nederland de troepen moest terugtrekken en de Indonesische onafhankelijkheid erkende, verzamelden in Bandung de leiders van 29 Aziatische en Afrikaanse landen voor een historische conferentie. Voor het eerst in de moderne geschiedenis kwamen voormalige kolonies bijeen zonder een enkele westerse mogendheid aan tafel.
De gastenlijst was indrukwekkend. Onder de aanwezigen bevonden zich iconische figuren als Jawaharlal Nehru, de visionaire eerste minister van India; Gamal Abdel Nasser, de invloedrijke president van Egypte, wiens nationalisatie van het Suezkanaal later een golf van anti-koloniale acties zou inspireren; en Chou En Lai, de pragmatische eerste minister en buitenlandminister van de Volksrepubliek China. De gasten vertegenwoordigden landen die de ketenen van het kolonialisme hadden afgeworpen, maar ook naties die nog steeds vochten voor hun vrijheid.
De conferentie had een duidelijke agenda: een einde maken aan kolonialisme, militaire allianties afwijzen en economische samenwerking bevorderen zonder westerse inmenging. Tijdens de slotzitting werden tien principes aangenomen, waaronder respect voor soevereiniteit, niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden en vreedzame co-existentie tussen staten.
Deze tien principes vormden niet alleen een moreel kompas voor de zich ontluikende postkoloniale wereld, maar vormden ook de grondslag voor de latere Beweging van Niet-Gebonden Landen (NAM). De ideeën die in Bandung ontsprongen, werden verder uitgewerkt tijdens de eerste conferentie van de niet-gebonden landen in 1961 in Belgrado en leidden uiteindelijk tot de oprichting van de Groep van 77 (G77) binnen de Verenigde Naties.
De “Spirit of Bandung”
In zijn gedenkwaardige openingstoespraak lanceerde president Soekarno een krachtige en blijvende metafoor: de “Spirit of Bandung”. Hij benadrukte de historische betekenis van het moment en de aanwezigheid van “de onsterfelijke, de ontembare, de onoverwinnelijke geest van hen die ons zijn voorgegaan. Hun strijd en opoffering maakten de weg vrij voor deze ontmoeting van de hoogste vertegenwoordigers van onafhankelijke en soevereine naties uit twee van de grootste continenten ter wereld”.
De ware impact van Bandung ging verder dan diplomatieke verklaringen. In de gangen van Gedung Merdeka smeedden revolutionairen banden die de loop van de twintigste eeuw zouden veranderen. Afrikaanse leiders vonden er steun voor hun vrijheidsstrijd. En bovenal werd in Bandung een boodschap de wereld ingestuurd: de tijd van koloniale overheersing was voorbij.
“Bandung is een bedreiging voor het Belgische beschavingswerk”
In België, dat toen nog met harde koloniale hand over Congo regeerde, zag men de conferentie van Bandung met lede ogen aan. Koloniale kranten waarschuwden voor “gevaarlijke ideeën” die de stabiliteit in Congo zouden kunnen ondermijnen, en de conferentie werd vaak afgeschilderd als “anti-westers”. Andere kranten trokken de anti-communistische kaart. “Bandung is een speelbal van Moskou en Peking”, schreef de Gazet van Antwerpen.
Bovenal werd in Bandung een boodschap de wereld ingestuurd: de tijd van koloniale overheersing was voorbij
De invloedrijke koloniale lobby, met name binnen de Katholieke Partij, waarschuwde dat Bandung een “aanstichting tot opstand” in Congo zou kunnen veroorzaken. De katholieke senator Pierre Wigny (PSC) noemde de conferentie “een bedreiging voor het Belgische beschavingswerk in Afrika”. De socialistische buitenlandminister Paul-Henri Spaak (BSP) zei: “Wij steunen de zelfbeschikking, maar orde en ontwikkeling moeten eerst”, een reflectie van de koloniale overtuiging dat Congo “nog niet rijp” was voor onafhankelijkheid. Alleen de Communistische Partij sprak expliciete steun uit voor Bandung als een “historische stap tegen imperialisme”. De Belgische koloniale houding zal niet kunnen verhinderen dat de Geest van Bandung even later ook de Congolese nationalist Patrice Lumumba zal inspireren in de strijd voor onafhankelijkheid.
De erfenis van Bandung
Vandaag, zeventig jaar later, blijven de structuren die Bandung probeerde te doorbreken grotendeels overeind. De wereldeconomie wordt nog steeds gedomineerd door de oude koloniale machten. Multinationale bedrijven en westerse financiële instellingen houden voormalige kolonies gevangen in een spiraal van schulden en economische afhankelijkheid. Het IMF en de Wereldbank dicteren nog steeds de voorwaarden van "ontwikkeling", en het Westen blijft militair tussenkomen in het Midden-Oosten, Afrika en Latijns-Amerika.
Toch is Bandung niet vergeten. Het gedachtengoed leeft voort in de G77, in BRICS, in de bewegingen voor klimaatrechtvaardigheid, voor dekolonisatie en eerlijke handel. In elk protest tegen economische uitbuiting, in elke strijd voor nationale soevereiniteit, in elke oproep tot een multipolaire wereldorde klinkt de echo van die bijeenkomst in 1955.
Soekarno sprak destijds de woorden: "There is no such thing as being half free, as there is no such thing as being half alive." Het is een waarheid die vandaag nog even relevant is als toen. Bandung was geen voetnoot in de geschiedenis. Het was het begin van de opstand van het Zuiden. En die strijd is nog lang niet gestreden.
Conferentie “De Geest van Bandung”
In 2025, op de 70ste verjaardag van deze historische conferentie, staan internationale sprekers stil bij de blijvende relevantie van Bandung. Onze algemeen secretaris Peter Mertens is een van de sprekers, naast Vijay Prashad en Varsha Gandikota.
Het evenement vindt plaats in het Engels met simultaanvertaling in het Nederlands en Frans.
Deelnemen is gratis, maar inschrijven is verplicht.
- Meer info: https://www.lai27.net/the-spirit-of-bandung-1-1
- Inschrijven: https://www.lai27.net/form
De Geest van Bandung
30 april, van 19 tot 21.30 uur
Les Atelier des Tanneurs
Huidevettersstraat 60A, 1000 Brussel
met:
• inleiding door Europarlementslid Marc Botenga (PVDA)
• Vijay Prashad (Tricontinental Institute for Social Research) – “De geest van Bandung: Hoe laten we de geest uit de fles?”
• Varsha Gandikota (Progressive International) – “Een nieuwe Nieuwe Internationale Economische Orde voor de 21ste eeuw”
• Peter Mertens (PVDA) – “Muiterij: Hoe onze wereld kantelt 70 jaar na Bandung”