Langer werken is niet mogelijk en niet nodig.
“We leven allemaal langer, dus moeten we langer werken." Dat argument wordt te pas en te onpas gebruikt om iedereen langer te laten werken. Maar leeft de mens nu echt zoveel langer dan 200 jaar geleden? Neen. De bevolking wordt ouder, dat klopt, maar de mens niet.

Langer werken is ondoenbaar
Meer dan vijf op zes werknemers (84%) zeggen dat het fysiek of mentaal onmogelijk is om te werken tot 67 jaar. Vooral vrouwen, werknemers ouder dan 50 en lager opgeleiden voelen zich fysiek en mentaal niet in staat om tot de wettelijke pensioenleeftijd te werken.1
De bevolking wordt ouder, de mens niet
De levensverwachting is een gemiddelde, en dat gemiddelde is beginnen stijgen sinds 1840. Een man die in 1841 65 jaar werd, had nog een gemiddelde levensverwachting van elf jaar2. Vandaag is dat achttien jaar – een winst van amper zeven jaar in bijna 200 jaar3. Bij 85-jarigen is de vooruitgang nog kleiner: in 1841 had een man van 85 nog gemiddeld 3,9 jaar te leven, vandaag is dat 5,8 jaar – slechts 1,9 jaar extra.
Het idee dat we steeds langer leven, klopt dus niet. Wat wél klopt, is dat meer mensen de kans krijgen om oud te worden. Minder kindersterfte, betere gezondheidszorg en minder lang werken hebben ervoor gezorgd dat ouderdom niet langer voorbehouden is aan de elite. Met andere woorden: het ouder worden is gedemocratiseerd. We worden gemiddeld ouder, omdat er minder mensen vroegtijdig sterven.
Maar als mens zijn wij in zo'n korte tijd niet veranderd. “Oké, we leven langer. Maar er is niets veranderd aan ons fysiologisch verouderingsproces,” legt professor Patrick Deboosere, demograaf aan de VUB, uit. “Genetisch zijn wij exact dezelfde mens gebleven. Voor genetische veranderingen is veel meer tijd nodig. Mettertijd, door het gebruik, komt er dus nog steeds evenveel sleet op onze zintuigen, organen en gewrichten”.
Daarom ligt volgens Deboosere de pensioenleeftijd van oudsher tussen 60 en 65 jaar: “Dat 60 en 65 jaar zomaar toevallig gekozen leeftijden zouden zijn, is niet waar. Zij komen overeen met de leeftijden waarop de meeste mensen niet meer de capaciteit hebben om normaal te functioneren met dezelfde intensiteit als jongere mensen. Veertig procent van de 65-jarigen heeft gezondheidsproblemen en tien procent van de mensen is op die leeftijd al overleden, zelfs vandaag nog. Nee, het is niet zo dat mensen vandaag makkelijk langer zouden kunnen werken.”
En dan is er nog een ander probleem: de gemiddelde levensverwachting verbergt grote ongelijkheden. Wie een diploma heeft, leeft vijf tot zes jaar langer dan iemand zonder diploma. 4
We zijn niet gelijk voor de dood
Dat de gemiddelde levensduur stijgt, zegt bovendien nog niets over de kwaliteit van die extra jaren. Wanneer “langer leven” vooral neerkomt op “langer in leven houden” van oudere en zieke mensen die de gemiddelde levensverwachting doen stijgen, dan is de uitroep “langer leven is gelijk aan langer werken” opeens veel minder logisch dan het op het eerste zicht misschien lijkt.
De levensverwachting in goede gezondheid in België bedraagt gemiddeld 63,7 jaar. Vijftien jaar geleden was dat… ook al 63,7 jaar5. Er worden meer mensen oud, maar niet per se “gezonder” oud. Ook hier schuilt een grote ongelijkheid. Wie een diploma hoger onderwijs op zak heeft, leeft 10 tot 13,5 jaar langer in goede gezondheid dan iemand zonder diploma. De ongelijkheid in gezonde levensverwachting stijgt.6
Ik werk in de zorg, al 26 jaar. Het is hard werken. Ik heb dat altijd graag gedaan. Nu ben ik 52 geworden en mijn heup is aan’t verslijten. Het beleid maakt me bang. Ik werk vandaag elke dag met pijn. Dit doen tot 67? Onmogelijk. Als ik voor een prothese ga, dan ben ik één jaar uit voor herstel. En dat wil zeggen dat ik een jaar langer zal moeten werken. Welke keuze heb ik dan?
zorgkundige
Vervroegd pensioen, een kwestie van rechtvaardigheid
Het gelijkheidsbeginsel zegt dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden, en ongelijke gevallen ongelijk. Maar wij zijn niet gelijk voor de dood. Mensen zonder diploma leven gemiddeld minder lang en in minder goede gezondheid dan hoogopgeleiden.
Vroeger waren die verschillen kleiner. Vandaag groeien ze opnieuw. Bovenaan de sociale ladder stijgt de levensverwachting verder, terwijl ze onderaan stagneert of zelfs daalt. Dat verschil komt vooral door leefomstandigheden, voeding en werk.
Wie vroeger sterft, heeft ook recht op vroeger pensioen. Anders ontzeg je een deel van de werkende bevolking het recht op rust en vrijheid in behoorlijke gezondheid aan het einde van haar leven. Dat is in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Tot voor kort was daarover een brede consensus. Maar de regering noemt deze regeling nu een ‘gunstregime’.
“Dat er hervormingen nodig zijn, staat buiten kijf”, zegt Bart De Wever. “Want de feiten zijn wat ze zijn: in de jaren 1990 waren er vier actieven per 65-plusser, vandaag nog drie en tegen 2060 zakt het cijfer naar twee.”
Natuurlijk verslechtert de verhouding tussen 65-plussers en 15- tot 65-jarigen, omdat de babyboomgeneratie de kaap van 65 jaar overschrijdt. Maar ze is een maat voor niets. Wat telt is de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden: gepensioneerden, maar ook kinderen, zieken, werklozen en andere niet-actieven. Die verhouding wijzigt nauwelijks. Ja, er komen meer ouderen bij, maar er zullen ook minder kinderen, zieken, arbeidsongeschikten en werklozen zijn, tenminste als we de ouderen met pensioen laten gaan.
In haar Witboek over de pensioenen erkent de Europese Commissie dat: “Het echte probleem is de economische afhankelijkheidsratio”, dit is de verhouding tussen het aantal werkenden en het aantal niet-werkenden. Die verhouding verandert amper, in Europa en in België. Vandaag telt België 11,7 miljoen inwoners, waarvan 4,5 miljoen werkenden. Dat is: 1,6 niet-actieven per actieve. In 2070 zullen er volgens het Planbureau 5 miljoen werkenden zijn en 12,9 miljoen inwoners. Dat zijn nog altijd 1,6 niet-actieven per actieve. Als het aantal langdurig zieken dan nog altijd even groot zou zijn, dan stijgt de economische afhankelijkheidsratio naar 1,8. Een economische ramp? Zeker niet, want artificiële intelligentie en andere innovaties zullen de productiviteit van onze arbeid verder doen toenemen.
Niet de uitgaven zijn het probleem, wel de inkomsten
Is er dan geen probleem met de betaalbaarheid van onze pensioenen? Toch wel, maar niet bij de uitgaven: de werknemers in ons land hebben bijna de laagste pensioenen van West-Europa. Die zijn niet onbetaalbaar. Ook niet in de toekomst. Wij zullen volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing in 2070 nog altijd minder betalen aan onze pensioenen dan landen als Oostenrijk en Frankrijk vandaag al betalen (in percentage van het bbp). Hoe kan dat dan onbetaalbaar zijn?
Er is wel een groeiend probleem bij de inkomsten. De regering-Michel voerde een taxshift in die een gat sloeg van 8 miljard in de sociale zekerheid. Samen met eerdere maatregelen lopen de vrijstellingen en verminderingen van sociale bijdragen op tot 16 miljard euro per jaar7. Dat evolueert volgens het Planbureau naar 18 miljard in 2029. En Arizona wil daar nóg een schep bovenop doen. Zo creëert zij zelf een probleem met de betaalbaarheid van onze pensioenen.
18 miljard is bijna 3 procent van ons bbp, meer dan de stijging van de pensioenkost tussen 2025 en 2070. Het gaat hier over politieke keuzes. De sociale bijdragen voor de pensioenen op de lonen in Oostenrijk liggen hoger en smelten niet weg. Als dat daar kan, waarom hier dan niet?
De zogenaamde “lastenverlagingen” zijn niets anders dan een verlaging van ons indirect of uitgesteld loon. Eén derde van ons loon krijgen we onde de vorm van sociale bijdragen, dat dient voor ons pensioen, ons inkomen wanneer we ziek, arbeidsongeschikt of onvrijwillig werkloos zijn. Dat één derde is sluiperderwijze verlaagd naar één vijfde. Het geld dat vroeger naar onze sociale zekerheid ging, komt nu terecht in de zakken van aandeelhouders. De winstmarges van grote bedrijven zijn over dezelfde periodes dan ook aanzienlijk gestegen.
Vergrijzing is een proces over vele jaren. Koppel daar een langetermijnvisie aan die de sociale zekerheid niet uitholt en de belastingen eerlijker verdeelt. Dan blijven onze pensioenen perfect betaalbaar.
1 Bron: Securex. https://press.securex.be/inzetbaarheidsbarometer-securex-amper-1-op-10-belgen-wil-werken-tot-zijn-67ste-of-langer
2 I. DEVOS, De evolutie van de levensverwachting in België, 18e-20e eeuw, Chaire Quetelet 2005, 5-8.
3 https://www.plan.be/nl/data/bevolkingsvooruitzichten-2024-2070
4 Renard F, Devleesschauwer B, Van Oyen H, Gadeyne S, Deboosere P. Evolution of educational inequalities in life and health expectancies at 25 years in Belgium between 2001 and 2011: a census-based study. Arch Public Health. 2019.
6 Sciensano, Ongelijkheden in levenverwachting en levenskwaliteit, 14 februari 2022.
7 Zie Planbureau https://www.plan.be/nl/data/economische-vooruitzichten-2024-2029-juni-2024