We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Hoofdstuk 1: Het Arizona-plan om onze lonen af te breken

In de ‘supernota’ (zie inleiding) beloven de Arizona-partijen de koopkracht te beschermen en de arbeidsmarkt te moderniseren. Maar achter die beloftes schuilen structurele aanvallen op de lonen en de rechten van werkende mensen. Onder het mom van concurrentiekracht en flexibiliteit beogen de voorgestelde maatregelen de lonen te beperken of zelfs te verlagen, de collectieve arbeidsovereenkomsten uit te hollen en de werkende mensen te verdelen. Hieronder zes manieren waarop de Arizona-coalitie onze lonen aanvalt.

We zorgen ervoor dat we de trend in de inflatie op het algemene prijsniveau correct weergeven door de afgevlakte gezondheidsindex te baseren op de gemiddelde waarden van de index over de afgelopen 12 maanden.

Uit de "supernota" van Arizona

Tegenwoordig dient de “afgevlakte gezondheidsindex”1 om de lonen te indexeren. De afgevlakte index wordt verkregen door de gemiddelde gezondheidsindex van de afgelopen 4 maanden te nemen en te vermenigvuldigen met 0,98. Het voorstel hier luidt om het over 12 maanden uit te smeren. Hiermee willen ze het indexeringsmechanisme vertragen en beperken: onze lonen zullen geen gelijke tred houden met de prijsstijgingen en onze koopkracht zal dalen.

Concreet:

In december 2024 zal de afgevlakte gezondheidsindex (4 maanden) 130,29 bedragen (tegenover 125,91 in december 2023). Jaarlijkse loonindexering van 3,47%. 

In december 2024 zal de afgevlakte gezondheidsindex (12 maanden) 129,41 bedragen (tegen 125,91 in december 2023). Jaarlijkse loonindexering van 2,78%. 

Als de nieuwe afvlakkingsmethode in 2024 was toegepast, dan hadden de lonen in 2024 0,7% aan indexering ingeboet. Alleen al voor deze maatregel bedraagt het jaarlijkse verlies 341 euro bruto per jaar op een gemiddeld loon van 3.500 euro bruto.

In het geval van een uitzonderlijk hoge inflatie (>4% op jaarbasis) wordt de automatische loonindexering niet uniform toegepast in de vorm van een identiek stijgingspercentage voor alle brutolonen. Bij een sterke stijging van de levensduurte beschermen we zo de koopkracht van met name de lage tot gemiddelde lonen, zonder de globale loonkost voor onze bedrijven te sterk te verhogen.

Uit de "supernota" van Arizona

Als vandaag de prijzen in een jaar met 6% verhogen, volgen de brutolonen die stijging; dat is het principe van automatische loonindexering: ze volgen de evolutie van de levensduurte. Onder de voorgestelde hervorming zou, bij een inflatie van 6%, een deel van de werknemers niet langer een volledige indexering genieten. Ze willen de zogenaamde "grootverdieners" treffen, d.w.z. degenen die boven het gemiddelde loon zitten. Alsof je rijk bent omdat je meer verdient dan het gemiddelde loon. Voor al deze werknemers wil Arizona concreet het principe zelf van de volledige en automatische loonindexering ter discussie stellen. Zoals we verder zullen zien, zijn het niet de lonen (zelfs die boven het gemiddelde loon) maar de winsten en dividenden van aandeelhouders die te hoog zijn.

2. Loonblokkering verlengd tot minstens 2026

We houden vast aan het principe van de loonnormwet van 2017, zodat het concurrentievermogen van onze bedrijven op dit gebied op de lange termijn gewaarborgd is. We vragen de sociale partners om een fundamenteel advies op te stellen over de hervorming van de loonnormwet [...] tegen 31/12/2026. Binnen dit kader zal voldoende aandacht worden besteed aan het concurrentievermogen van onze ondernemers en de koopkracht van de werknemers.

Uit de "supernota" van Arizona

De voorbije jaren zijn de winstmarges van de Belgische niet-financiële ondernemingen gestegen van 36% naar 41%. Miljarden euro's zijn van de lonen in de zakken van de aandeelhouders terechtgekomen. Dat is voor een groot deel het gevolg van de loonnormwet. Arizona wil deze miljardentransfer voortzetten door de (in 2017 aangescherpte) loonwet van 1996 te handhaven. Ondanks een petitie met 100.000 handtekeningen en de veroordeling van de wet door de Internationale Arbeidsorganisatie, blijft de Arizona-coalitie elke vrije onderhandeling over de lonen blokkeren, tot grote vreugde van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen).

Voor de periode na 2026 vraagt Arizona werkgevers en vakbonden om het eens te worden over een nieuwe versie van de wet. Ze voegt daaraan toe: de nieuwe versie van de wet moet “een fundamentele hervorming van de automatische indexering” bevatten. De werkgevers willen dus de automatische indexering en de mechanismen voor interprofessionele onderhandelingen afschaffen, terwijl de vakbonden net vragen om deze mechanismen te versterken en om de vrijheid om te onderhandelen over loonsverhogingen bovenop de index te herstellen. Bij onenigheid zal de huidige wet, die grotendeels ongunstig is voor werknemers, ofwel van kracht blijven of zonder de instemming van de vakbonden worden gewijzigd, met een radicale wijziging van het indexeringssysteem. De werkgevers hebben er dus geen enkel belang bij om over een compromis te onderhandelen. Opnieuw kiest Arizona de kant van de aandeelhouders.

3. Een deel van de nachtarbeid zonder extra loon

Nachtarbeid start voortaan vanaf middernacht (24 uur) in de plaats van de huidige grens vanaf 20 uur, zonder verlies van koopkracht voor de werknemer die vandaag al actief is tussen 20u en 24u.

Uit de "supernota" van Arizona

In de toekomst zullen werknemers die tussen 20 uur en middernacht werken dus geen premie meer krijgen. Dit is een verkapte loonsverlaging. Deze maatregel treft een groot deel van de beroepsbevolking (14% van de Belgische werknemers volgens Eurostat): ploegenarbeid in de industrie, de zorgsector, transport en logistiek, bij Infrabel en de NMBS, in de handel en in de horeca. Voor al deze werknemers varieert het potentiële verlies aan premies tussen 20 uur en middernacht van 100 tot meer dan 300 euro netto per maand. Een nachtarbeider in de voedingshandel zou zo bijna 200 euro per maand verliezen.

De Arizona-coalitie geeft zo de boodschap dat er niet meer zoiets als dag of nacht bestaat: je moet gewoon werken, op elk moment! Dat is een enorm cadeau aan het bedrijfsleven, betaald door een loonsverlaging voor werknemers die nu al op moeilijke uren werken. Vaak zijn het net die paar beter betaalde uren die het hun mogelijk maken om rond te komen, aangezien het gewone “dagloon” vaak onvoldoende is.

De Arizona-coalitie specificeert dat dit nieuwe systeem toegepast zou worden op werknemers die nog niet onder de nachtregeling vallen, maar zullen werkgevers aarzelen om een bestaande werknemer te vervangen door een “nieuwe” als dat een besparing van 200 euro per maand oplevert? En hebben arbeiders die in nachtploegen werken een andere keuze dan het verlies van hun nachttoeslagen te accepteren als het alternatief eruit bestaat het uurrooster te verliezen dat ze soms al tientallen jaren volgen en waarrond ze hun hele leven hebben georganiseerd?

4. Opheffing van het verbod om 's nachts en op zon- en feestdagen te werken

Het verbod op zondagsarbeid, nachtarbeid en arbeid op feestdagen wordt afgeschaft.

Uit de "supernota" van Arizona

De Arizona-coalitie wil werkgevers voortaan toestaan om onbeperkt te laten werken op zondagen en feestdagen. Deze maatregel zou ook de premies voor deze dagen kunnen verminderen. Vandaag ontvangen werknemers, afhankelijk van de sector, toeslagen van 120%, 130% of zelfs 200% voor gewerkte uren op zondagen en feestdagen.

Door het verbod op werken op deze tijden op te heffen, zet de Arizona-coalitie het bestaan zelf van deze toeslagen op de helling. Acht uur werken op een zondag met een premie van 5 euro per uur levert 160 euro per maand op. Deze premie afschaffen zou een inkomensdaling betekenen voor werknemers die sowieso al moeilijke uurroosters opgelegd krijgen. Om dit verlies te compenseren, zullen ze waarschijnlijk meer uren moeten werken, bijvoorbeeld in flexi-jobs, om hun koopkracht te behouden.

De werkende klasse heeft decennialang gestreden voor de 8-urige werkdag en het recht op rust op zondagen en feestdagen. Deze gemeenschappelijke rustdagen zijn essentieel om een sociaal leven op te bouwen: vrienden en familie bezoeken, deelnemen aan het verenigingsleven. In één enkel akkoord wil de Arizona-coalitie deze historische verworvenheden wegvagen en zo jaren van sociale strijd teniet doen.

5. 48 uur per week werken, of (bijna) onbeperkte overuren zonder extra loon

We voeren [...] 360 uur vrijwillig overwerk zonder motief, overloon of inhaalrust in en waarvoor het brutobedrag gelijk is aan het nettobedrag, d.w.z. zonder sociale bijdrage of belastingen.

Uit de "supernota" van Arizona

In bedrijven met een vakbondsafvaardiging waar men werknemers wil laten overwerken ziet de vakbond daar nu op toe. Deze vakbondscontrole helpt misbruik te voorkomen, zoals het steeds opnieuw opleggen van deze uren aan dezelfde mensen, het weigeren van deze uren aan deeltijdse werkers, of het veralgemenen van het opleggen van overuren in plaats van nieuwe werknemers aan te nemen ... Bovendien moeten deze uren worden betaald met extra loon en tegen inhaalrust gebeuren, zodat de totale werklast niet toeneemt.

Voor de Arizona-coalitie kan elke werknemer gedwongen worden om tot 48 uur per week te werken (d.w.z. 7 overuren), zonder extra loon of inhaalrust en zonder dat de vakbonden kunnen ingrijpen. Deze maatregel, die aanvankelijk werd ingevoerd tijdens de coronacrisis, wordt zo veralgemeend. Door de vakbondscontrole af te schaffen, worden werknemers aan hun lot overgelaten, en komen ze alleen te staan tegenover de directie. Overuren, die voortaan netto worden uitbetaald zonder sociale bijdragen, tellen niet langer mee voor pensioen, vakantiegeld of ziektevergoeding wanneer je stopt met werken. Het is dus een dubbel verlies: een verlaging van je directe brutoloon én een verlaging van je toekomstige sociale rechten. Voor de werkgevers is het daarentegen een echt cadeau, op de kap van de werknemers.

6. De opt-out, een manier om collectieve arbeidsovereenkomsten te verbreken

We geven werkgevers en werknemers de autonomie om all-in-akkoorden af te sluiten, met afspraken over de loon- en arbeidsvoorwaarden, ook over aanvullende voordelen en flexibiliteit. Onder een all-in akkoord kunnen bedrijven of sectoren zich via een opt-out clausule distantiëren van loonovereenkomsten waarover op centraal niveau is onderhandeld. De sluiting van een unaniem sociaal akkoord met de betrokken werknemers of, indien van toepassing, met hun vertegenwoordigers is een noodzakelijke voorwaarde voor de activering van deze clausule.

Uit de "supernota" van Arizona

Vandaag profiteert elke sector van een wettelijk kader dat minima qua lonen, werktijden, flexibiliteit, vakantiedagen enzovoort vastlegt in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Alle werknemers in de sector worden zo beschermd door deze minimumvoorwaarden, wat eenheid creëert, concurrentie tussen werknemers vermijdt en de positie van de werknemers tegenover de bazen versterkt. Door dit kader kunnen werknemers in kleine bedrijven, die vaak geen vakbondsvertegenwoordigers hebben, steunen op de krachtsverhouding in de bedrijven met sterke vakbonden om betere lonen en arbeidsomstandigheden te krijgen.

Met de opt-out-clausule zou een eenvoudige ‘vrijwillige’ overeenkomst tussen een werkgever en de werknemers in zijn bedrijf van dit kader kunnen doen afwijken. Met andere woorden, een werkgever die voldoende druk uitoefent, kan deze minimumregels omzeilen, minder gunstige voorwaarden opleggen en ontsnappen aan de sectorale solidariteit. Hij zou bijvoorbeeld kunnen besluiten om minder overuren uit te betalen of langere uren te eisen. Bij een toename van het aantal arbeidsongevallen, zou de werkgever zelfs zijn verantwoordelijkheid kunnen ontlopen door te beweren dat de werknemers de veranderingen “vrijwillig hebben geaccepteerd”!

Deze opt-out-clausule komt tegemoet aan de eisen van de Europese Commissie, die pleit voor “flexibeler” onderhandelingen waarin het bedrijf centraal staat en waarin rekening wordt gehouden met het concurrentievermogen en de “realiteit op het terrein”. Het is ook een manier voor de regering om sectorale onderhandelingen te omzeilen en overeenkomsten op ondernemingsniveau op te leggen, wat de gemeenschappelijke basis van werknemersrechten helemaal ondermijnt. En wie profiteert er het meest van deze verdeel-en-heerstactiek en de verslechtering van de arbeidsomstandigheden? De grote werkgevers, uiteraard.

Enthousiaste bazen

“Voka is mijn echte baas. Als Voka niet tevreden is, ben ik niet tevreden.” Dat zei Bart De Wever in augustus 2010 over zijn nauwe banden met de Vlaamse werkgeversfederatie. Veertien jaar later staat diezelfde Bart De Wever aan het roer van de federale regeringsvorming en Voka steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken. “Voka steunt de hervormingen uit de supernota van formateur Bart De Wever. (…) Het is een evenwichtige startbasis. Nu de heer De Wever een doorstart heeft gemaakt, mag het ambitieniveau niet dalen”, zegt Rudy Provoost, voorzitter van Voka. De hoofdeconoom van Voka dringt er dan weer op aan dat de regeringsonderhandelingen zich richten op maatregelen voor een sterkere productiviteitsgroei: “Symbooldiscussies over meerwaardebelastingen zullen het verschil niet maken.”

De Arizona-coalitie is de natte droom van de werkgeversorganisaties, die nu aandringen op een snelle regeringsvorming voor die kans uit hun handen glipt. Het VBO wijst erop dat “de economie een snelle regeringsvorming nodig heeft”. Zelfs Voka, ooit een fervent voorstander van staatshervormingen, verandert van toon. Wat deze coalitie nu aan de bazen belooft, is veel aantrekkelijker voor de werkgevers dan een staatshervorming: “Ik zeg niet dat er geen staatshervorming nodig is, want er zijn systeemfouten (...) maar efficiënt bestuur is op dit moment belangrijker.”

Het enthousiasme van het patronaat voor deze ‘supernota’, het draaiboek voor de onderhandelingen over de Arizona-coalitie, is overduidelijk.

Nettoloon: wat ze je geven, nemen ze je op drie manieren weer af

Met Arizona kunnen de nettolonen wellicht licht stijgen dankzij de voorgestelde belastinghervorming (zie hoofdstuk 4). Maar let op: wat de ene hand je geeft, pakt de andere hand je weer af. Waarom kan deze stijging de bijbehorende verliezen niet compenseren?

De reële lonen zullen dalen. Hoewel je nettoloon iets kan stijgen, zullen de maatregelen van de Arizona-coalitie leiden tot een algemene verlaging van je loon. De loonstop, het gemorrel aan de index, overuren zonder extra loon, minder toeslag voor nachtwerk ... Deze aanvallen, die we hierboven beschrijven, vreten aan je brutoloon.

Belastingen en accijnzen worden verhoogd. De Arizona-coalitie is van plan om de btw op basisproducten en de accijnzen op brandstof te verhogen: dat zijn oneerlijke vlaktaksen die gelijk zijn voor iedereen, of je nu een arbeider bent of superrijk. Zo zal het verlaagde btw-tarief van 6% op voeding, water, kinderkleding en woningrenovatie stijgen naar 9%. Dit betekent dat je 3% meer betaalt voor essentiële behoeften. Bovendien zouden de accijnzen op benzine ook sterk stijgen. Je zou dus een ietsje meer in je portemonnee hebben, maar veel meer moeten betalen bij de supermarkt en aan de pomp. En als klap op de vuurpijl specificeert de ‘supernota’ van Arizona dat “de impact van de btw op de index neutraal moet blijven”. Dit betekent dat als deze btw-verhogingen inflatie en loonindexering veroorzaken, de overheid maatregelen zal nemen om die loonindexering te voorkomen. 

Deze verhoging gaat ten koste van je uitgestelde loon. Het uitgestelde loon is het deel van je loon dat je niet direct in geld ontvangt, maar dat je ontvangt in de vorm van openbare diensten (zoals ziekenhuizen, crèches, scholen, vervoer) en sociale uitkeringen (pensioenen, ziekte-uitkering, kinderbijslag ...). Bart De Wever wil de kleine stijging van het nettoloon financieren door te snoeien in deze diensten en uitkeringen. Daarom heeft hij het de ene dag over een stijging van je nettoloon en vertelt hij je de volgende dag dat je langer zal moeten werken voor minder pensioen. Omdat je uitgestelde loon verlaagt, zul je ook meer moeten betalen voor het onderwijs en de gezondheidszorg van je kinderen en steeds meer privéverzekeringen moeten afsluiten voor ziekte of pensioen. Wat je netto wint, verlies je dus elders, met gevolgen op de lange termijn voor je welvaart.

Uiteindelijk is een stijging van het nettoloon die geen invloed heeft op de winsten van de aandeelhouders, een valse stijging. Het zijn altijd de werknemers die uiteindelijk de rekening betalen.

Het Arizona-plan voor onze lonen: ze verlagen, ons isoleren, ons verdelen

Als de Arizona-coalitie had gewild, had ze de wet op de loonstop kunnen versoepelen en echte collectieve onderhandelingen voor loonsverhogingen toestaan. Maar ze kiest de tegenovergestelde weg met maatregelen die het kamp van de werkgevers op twee manieren rechtstreeks bevoordelen.

Ten eerste vermindert de Arizona-coalitie de koopkracht van werknemers. Ze pleegt een aanslag op de loonindexering, handhaaft de blokkering van de lonen, legt onbetaald overwerk op en schaft de toeslagen voor nachtwerk en werk op zondagen en feestdagen af. Met Arizona verdwijnen loonsverhogingen en worden werknemers armer. Om meer te verdienen, moeten we meer werken ... vaak via onzekere, slecht betaalde flexi-jobs die oneerlijke concurrentie creëren met mensen die een vast contract hebben of deeltijds werken.

Ten tweede zijn de maatregelen van Arizona erop gericht om de werkers te isoleren van elkaar. De kracht van de werkende klasse ligt in haar eenheid en haar collectieve macht. Met opt-out-clausules (die sectorale overeenkomsten omzeilen), individuele overeenkomsten over overwerk en flexi-jobs verzwakt de Arizona-coalitie de collectieve arbeidsovereenkomsten en de vakbonden, versterkt ze de macht van werkgevers en isoleert ze de werknemers van elkaar.

De werkende bevolking heeft een hoger loon nodig: een hoger nettoloon voor onze portemonnee, en meer uitgesteld loon voor onze openbare diensten en onze sociale zekerheid. Maar dat kan alleen worden bereikt door collectieve onderhandelingen, door echte loonsverhogingen (zowel het netto- als het uitgesteld loon) of door een belasting op multimiljonairs.

1.  In 1993 werden benzine en sigaretten al uit de indexkorf gehaald door de regering-Dehaene. De index werd omgedoopt tot de “gezondheidsindex”, wat al tot een daling van de koopkracht leidde.