Hoe de kolonisatie van Congo de grote Belgische patroons verrijkte
We zijn vandaag 60 jaar na de onafhankelijkheid van Congo. Als persoonlijk bezit van Leopold II werd Congo uitgebuit om enkele grote Belgische kapitalisten en de koninklijke familie te verrijken. Het is onmogelijk om de dekoloniseringsbeweging en de huidige debatten te begrijpen, zonder een duik te nemen in de geschiedenis van het grote Afrikaanse land. Een gesprek met Lucas Catherine, schrijver en specialist van de kolonisatie.
Hoe is Congo een Belgische kolonie geworden?
Lucas Catherine. Eind negentiende eeuw waren de Europese landen in volle industriële ontwikkeling. Ze hadden grondstoffen en afzetmarkten nodig. Kolonies waren daarvoor heel belangrijk. Op een conferentie in Berlijn in 1885 beslisten de Europese mogendheden om Afrika op te delen. De Duitsers kregen een stuk, de Britten en de Fransen ook, enzovoort. Ze verdeelden Afrika onder elkaar en beloofden elkaar daar het leven niet zuur te maken. En Leopold II mocht dat grote land in het midden van Afrika koloniseren, op voorwaarde dat de andere landen er economisch actief mochten blijven.
Nu, die conferentie van Berlijn, dat was de verdeling op papier, natuurlijk. Later hebben ze die afspraken in de praktijk moeten brengen door militaire expedities te sturen om het terrein effectief te gaan veroveren op de lokale bevolking. Het kolonialisme is een veroveringsoorlog.
Dus Congo is niet vreedzaam ingenomen?
Lucas Catherine. Verre van. Leopold II moest daarvoor meerdere oorlogen voeren. Om de gebieden waar rubber geoogst werd in handen te krijgen moest hij oorlog voeren tegen de Swahili’s. Hij moest een oorlog voeren in de streek van Katanga, waar de kopermijnen in handen waren van lokale vorsten. Er was ook een oorlog om het ivoor, wat toen een belangrijke grondstof was. Dat heeft hij dus allemaal met militaire middelen moeten veroveren.
Betaalde Leopold II voor die oorlogen uit eigen zak?
Lucas Catherine. Nee, daar had hij zelf absoluut het geld niet voor. Voor zijn verovering van Congo had hij de hele Belgische industrie achter zich. Zowel de Brusselse kapitalisten, de Waalse staalindustrie, als het Antwerpse havenkapitaal staken van in het begin massaal geld in het Congoproject van Leopold II.
Zelfs vóór hij in 1885 officieel de toestemming kreeg, had Leopold II trouwens al mensen naar Congo gestuurd die betaald waren door de Belgische industrie. Je kent misschien het verhaal van ontdekkingsreiziger Stanley, die zogezegd Congo ontdekt heeft. Stanley is niet betaald door Leopold II, maar door de Brusselse bankiers Philippe Lambert en Georges Brugmann.
Er viel dan ook enorm veel rijkdom uit Congo weg te halen. Alle grondstoffen die uit Congo kwamen, werden gecommercialiseerd in de Antwerpse haven. De haven van Antwerpen groeide in die periode uit tot een van de drie belangrijkste havens ter wereld. De twee grote Antwerpse rubbermaatschappijen, ABIR en de Anversoise, financierden het project van Leopold II gretig mee, omdat zij vlot toegang kregen tot het Congolese rubber.
Ook de Waalse staalbaronnen hadden veel te winnen. De grondstoffen zaten ver in het Congolese binnenland en moesten getransporteerd worden naar de monding van de Congostroom om zo naar Antwerpen te komen. Al die spoorlijnen zijn aangelegd door de Waalse staalindustrie.
Waarom werd Congo persoonlijk bezit van koning Leopold II en ging het niet meteen naar de Belgische staat?
Lucas Catherine. De Belgische staat zag er aanvankelijk niet meteen het nut van in om kolonies te hebben. Maar Leopold II had altijd gedroomd van een kolonie. Hij was een koning met een flinke dosis grootheidswaanzin. Hij wou van Brussel een stad maken als Londen, Berlijn of Parijs. En daarvoor had hij geld nodig, en dat kon hij alleen bereiken door een kolonie te bezitten.
Daar broedde hij al lang op. Voor hij koning werd, had hij meerdere reizen gemaakt. Hij ging in Spanje de boekhouding inkijken van wat de kolonies in Latijns-Amerika opbrachten. Hij trok naar Ceylon, het huidige Sri Lanka, om te zien wat de theeplantages opbrachten voor de Nederlanders. Hij is zelfs tot in Hong Kong geweest om te zien wat de mogelijkheden waren in China. Hij wou van het kleine België een grootmacht maken. En dat is hem deels gelukt, want rond 1910 was België op Groot-Brittannië na de grootste industriële mogendheid ter wereld. Dat was alleen mogelijk dankzij die rijkdom, die geroofd werd uit Congo, en de gruwel die ermee gepaard ging.
Was de Belgische staat dan helemaal niet betrokken, bijvoorbeeld in die koloniale oorlogen?
Lucas Catherine. Zeker wel. Leopold II detacheerde militairen van het Belgische leger naar het koloniale leger, de Force Publique. Dat leger zorgde ervoor dat bijvoorbeeld de Antwerpse rubbermaatschappijen ABIR en Anversoise op korte tijd zoveel mogelijk rubber konden produceren. En een van de praktijken daarbij was trouwens het afhakken van handen als de productie niet hoog genoeg lag.
Maar de Belgische staat steunde Leopold II ook financieel. Toenmalig eerste minister August Beernaert kende de koning twee grote leningen toe voor zijn koloniale plannen. Uiteindelijk heeft de Belgische staat daar zelfs meer geld ingestoken dan Leopold II en zijn financiële en industriële partners samen.
Hoe kwam Congo uiteindelijk dan toch in handen van de Belgische staat?
Lucas Catherine. Er kwam veel druk van de Belgische geldschieters. Zij wilden de plundering van grondstoffen grootser en efficiënter aanpakken. Om een voorbeeld te geven … De Congostroom was niet bevaarbaar tussen Kinshasa en de zee, omdat daar veel stroomversnellingen waren. Dragers moesten de grondstoffen over dat stuk te voet vervoeren: dertig kilometer per dag met dertig kilo gewicht op hun hoofd. Zo kun je een land niet op grote schaal leegplunderen, natuurlijk. Dus vonden steeds meer kapitalisten dat dat rationeler moest worden aangepakt, dat er veel meer spoorwegen moesten komen …
Tegelijk groeide vanuit de Belgische regering het idee: aangezien we er toch al zo veel geld insteken, kunnen we Congo beter meteen helemaal overnemen.
Komt daarbij nog dat het schandaal rond de afgehakte handen op dat ogenblik ook internationaal naar buiten kwam. De Britten en de Duitsers waren boos omdat Leopold II zich niet aan zijn belofte uit 1885 hield, dat de andere mogendheden ook grondstoffen mochten komen halen in Congo. Hij wilde alles voor zichzelf houden. Daarop brachten zij die verhalen over het afhakken van handen in de pers en kwam er internationale druk.
In de Belgische pers werd daar echter met geen woord over gerept, omdat de pers omgekocht was. Leopold II had een speciaal bureau in Brussel, waar hij journalisten uitnodigde en hen omkocht om goed nieuws te verspreiden.
De afgehakte handen waren een symbooldossier dat duidelijk maakte, dat het bewind van Leopold II in Congo louter gruwel en plundering was. Het was het keerpunt waarop er vanuit de Belgische staat druk kwam, om Congo op een “normale” manier aan te pakken. Vanaf 1909, toen de Belgische staat Congo overnam, was het Belgische koloniale bewind vergelijkbaar met dat van andere landen.
En was de gruwel daarmee afgelopen?
Lucas Catherine. Nee, die praktijken gingen grotendeels door. De lokale bevolking werd heel hard uitgebuit. Een man die heel belangrijk was in de periode dat de Belgische staat Congo in handen had, was de Britse lord William Lever – die later aan de basis lag van de huidige voedingsmultinational Unilever. Die man liet hele dorpen verplaatsen en voerde ook dwangarbeid in voor de lokale bevolking. In 1931 – Leopold II was toen dus al meer dan twintig jaar dood – leidde dat tot de grootste revolte tegen de Belgische kolonisatie door het volk, dat rond die plantages woonde en waarvan er duizenden afgeslacht zijn. Het was dus zeker niet alleen onder Leopold II dat er gruwel was.
Bepaalde gebieden van Congo – de streken waar er rubberplantages waren, bijvoorbeeld – zijn bijna volledig ontvolkt geweest. In gebieden waar niks te rapen viel voor het Belgische kapitaal, was dat veel minder. Maar de kolonisatie was in elk geval op zeer grote schaal dodelijk voor de Congolezen, met naar schatting tussen de een en de vijf miljoen doden.
Maar andere koloniale machten waren daarom niet minder gruwelijk. De Duitsers hebben in Zuidwest-Afrika een heel volk uitgemoord, de Herero’s. Ook de kolonisatie van Latijns-Amerika heeft miljoenen mensenlevens gekost. De Britten en de Fransen hebben enorme koloniale oorlogen gevoerd. Kolonialisme staat altijd gelijk aan geweld.
Hoe de uitbuiting van Congo ook de koninklijke familie rijk maakteHet Belgische vorstenhuis was in het begin absoluut niet rijk. Toen Leopold I koning werd, had hij geen rooie duit. Maar Leopold II werd schatrijk door de plundering van Congo. |
“Het racistische beeld van de zwarten is ontstaan na Leopold II”
Hoe moeten we volgens u omgaan met standbeelden van Leopold II en koloniale monumenten?
Lucas Catherine. Je moet in de eerste plaats aan de mensen van Congolese origine vragen wat zij willen dat ermee gebeurt. Betrek Congolese intellectuelen en Congolese kunstenaars, het gaat tenslotte over onze gedeelde geschiedenis.
Misschien moeten we er jaarlijks een herdenking houden of een publieke actie. Net zoals je elk jaar op 11 november de wereldoorlogen herdenkt. En tegelijkertijd het onderwijs erbij betrekken en duiding geven over waarom die kolonialen zo fout waren, en hoe het racisme dat we nu kennen, voortkomt uit de kolonisatie. Een langdurige educatieve actie, dus.
Waarom is dat zo belangrijk?
Lucas Catherine. Omdat de kolonisatie het racistische beeld van de zwarte Afrikanen verspreid heeft. Het paternalistische beeld uit die tijd is het stereotiepe beeld dat nog altijd leeft: Afrikanen kunnen goed dansen, ze kunnen goed muziek maken, ze zijn vrolijk, maar ze zijn als kleine kinderen die een strenge vaderhand nodig hebben … Dat soort beelden blijft bestaan, en een gevolg daarvan is dat de gemiddelde Belgische Congolees vandaag beter opgeleid is dan de gemiddelde Belg, maar toch in een minder gewaardeerd beroep zit. Belgische Congolezen werken haast allemaal in een job beneden hun diploma of beneden hun waarde. Dat is een gevolg van de kolonisatie. En dat paternalistische beeld van ‘wij, witte Europeanen, weten het beter en zullen wel zeggen hoe het moet zijn’ is geen beeld dat onder Leopold II is ontstaan, maar erna.
We lossen niks op door van Leopold II de baarlijke duivel te maken. Ja, zijn standbeelden weghalen kan helpen om de aandacht te vestigen op het probleem, maar daarmee verdwijnt het racisme niet.
Want dat is wat het establishment graag zou hebben: ‘we spreken er niet meer over en het is opgelost.’
Vandaar het belang van onderwijs om die geschiedenis fatsoenlijk te duiden. Na 1960 was er een black-out, het ging de doofpot in. Men wou het niet meer weten, men sprak er niet meer over. Ook niet in het onderwijs. Ook dat moeten we ongedaan maken als we racisme willen bestrijden.
Wat denkt de PVDA van de standbeelden van Leopold II? Raoul Hedebouw, nationaal woordvoerder en federaal volksvertegenwoordiger van de PVDA, sprak zich er over uit in Sud Presse. "Leopold II is de koning die opdracht gaf om te schieten op betogende arbeiders in 1886 en het Congolese volk zwaar uitbuitte. In plaats van hem op een voetstuk te plaatsen, zouden deze standbeelden beter in musea geplaatst worden, waar ze met de nodige context kunnen dienen om te leren over onze geschiedenis. (...) De koloniale infrastructuur is gebouwd met het zweet van de Congolese en de Belgische bevolking. Het zou daarom een goed idee zijn om de standbeelden te gebruiken voor het onderwijs over dit verleden van uitbuiting en kolonialisme.”
|